18 september 2001

CIA ontkent
belemmeringen
rond rekrutering

WASHINGTON – Er zijn de Amerikaanse veiligheidsdienst CIA nooit beperkingen opgelegd bij het rekruteren van informatieverschaffers met een bedenkelijke achtergrond. Dat heeft de veiligheidsdienst gisteren bij monde van woordvoerder Bill Harlow gezegd.

Het bericht spreekt de stelling tegen dat de CIA door wettelijke beperkingen bij het inschakelen van spionnen geen kwalitatief hoogwaardig spionagewerk meer kan doen. Harlow zei gisteren dat er geen beletsels zijn om spionnen in te schakelen die een terroristische of criminele achtergrond hebben. De afgelopen dagen is door leden van het Amerikaanse Congres en regeringswoordvoerders verschillende malen gezegd dat de CIA de afgelopen maanden geen informatie over de op handen zijnde aanslagen in New York en Washington zou hebben gehad omdat de dienst door wettelijke richtlijnen met de handen op de rug gebonden te werk moet gaan.

„De CIA heeft nog nooit een verzoek vanuit het veld om iemand die actief is een terroristische organisatie te rekruteren afwijzend beantwoord”, aldus Harlow. Wel moet er volgens een andere zegsman toestemming gevraagd worden aan de leiding van de CIA als medewerkers in contact willen treden met mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan de schending van mensenrechten of betrokken zijn bij (georganiseerde) criminaliteit.

Een paar jaar geleden was er scherpe kritiek op de CIA, die in de jaren tachtig en negentig in Midden-Amerika op eigen gezag een aantal mensen vermoord heeft en betrokken was bij de schending van mensenrechten. Daarna is de veiligheidsdienst aan wettelijke regels gebonden bij het uitvoeren van zijn spionagetaak, maar die zijn kennelijk niet zo strak als de afgelopen dagen gesteld is. „Alle rekruteringsvoorschriften zullen worden opgeheven”, zei de Amerikaanse vice-president Dick Cheney zondag nog.

Het grootste probleem bij het opzetten van een spionagenetwerk binnen terroristische organisaties lijkt eerder het gesloten karakter van de vaak kleine cellen te zijn en de nadruk die de VS na afloop van de Koude oorlog hebben gelegd op industriële spionage.