18 september 2001

Honderden gewelddadige incidenten op islamitische landgenoten in Amerika

Arabische gemeenschap vreest woede-uitbarsting

Door mr. R. A. C. Donk
NEW YORK – De Arabische gemeenschap in de Verenigde Staten maakt zich grote zorgen. Na de bloedige aanslagen op het World Trade Center en het Pentagon richten veel Amerikanen hun woede op islamitische landgenoten. Ondanks een dringende oproep van president Bush om verdraagzaamheid te betrachten, zijn inmiddels honderden gewelddadige incidenten gemeld.

Port Said Seafood is leeg en verlaten. Op een normale werkdag is het Egyptische restaurant in Jersey City, net buiten New York, gevuld met gasten – de meeste van Arabische afkomst. „We zijn momenteel maar drie uur per dag open”, legt eigenaar Kamal Hassan uit. „Iedereen blijft toch thuis. De mensen uit de buurt zijn bedroefd over wat er is gebeurd, maar ze zijn vooral ook bang voor wraakacties.”

Die vrees is bepaald niet uit de lucht gegrepen. Afgelopen week kregen talloze Arabische Amerikanen doodsbedreigingen per e-mail toegestuurd. Enkele moslimscholen ontvingen een bommelding, terwijl onbekenden een islamitisch centrum in Dallas onder vuur namen. In Chicago hield de politie een menigte aan die met Amerikaanse vlaggen in de hand een moskee wilde bestormen. Talloze eigendommen van islamitische winkeliers en burgers werden vernield.

Hoofddoek
Uit voorzorg blijven Arabische winkeltjes in het centrum van New York gesloten en krijgen islamitische vrouwen het advies geen hoofddoek op straat te dragen. Agenten bewaken moskeeën, islamitische centra en scholen die veel kinderen uit moslimgezinnen tellen. Velen durven geen boodschappen te gaan doen of naar hun werk te gaan.

Landelijke organisaties van Arabische en islamitische Amerikanen maken zich ernstig zorgen over deze ontwikkelingen. Ze benadrukken dat zij net zo veel afkeer en walging voelen als anderen over de gruwelijke terreuraanslagen in Washington en New York. Ze roepen bovendien hun leden op bloed en andere hulp te geven voor de slachtoffers.

Voorzitter Nihad Awad van de Council on American-Islamic Relations (CAIR) heeft alle Amerikaanse congresleden laten weten dat „wij als moslims schouder aan schouder staan naast andere Amerikanen in deze crisis.” Hij roept de regering op de bevolking aan te zetten „de verleiding te weerstaan een religieuze minderheid tot zondebok te maken.”

Ook individueel haasten de Arabische Amerikanen zich hun veroordeling over de gebeurtenissen van de afgelopen week uit te spreken. „Ik ben er trots op dat ik achter Amerika's strijd tegen het terrorisme in de beschaafde wereld sta. God zegene Amerika”, luidt een poster op de etalage van een Arabische supermarkt. De steunbetuigingen dreigen echter verloren te gaan in een opkomende sfeer van anti-Arabisch en anti-islamitisch sentiment.

Gevoelens
„Ik kan hun gevoelens aan de ene kant heel goed begrijpen”, zegt Kamal Hassan, die zes jaar geleden het Egyptische Port Said voor Jersey City verruilde. „Maar ze moeten weten dat wij net zo geschokt zijn als zij. Ik ben óók Amerikaan; het is ook míjn land waar dit is gebeurd. Wij hebben ook families die in de torens van het WTC zijn omgekomen – mensen die totaal voor niets zijn gestorven. Ik weet goed wat het is: in Egypte hebben we ook regelmatig met terreuracties te maken gehad. Nu maken we het hier opnieuw mee.”

Kamal zou eigenlijk volgende week met het vliegtuig naar Florida gaan om een week vakantie te vieren. Nu ziet hij daar voorlopig maar van af. „Als ik op de luchthaven kom en ze zien dat ik een Arabische naam heb en oorspronkelijk uit Egypte afkomstig ben, word ik waarschijnlijk meteen opgepakt of urenlang ondervraagd.”

Jim Ahmed ondervond aan den lijve wat een Arabische origine momenteel voor gevolgen kan hebben. Gistermorgen belde hij naar een uitzendbureau om te vragen of ze werk voor hem hadden. „Mijn voornaam leverde geen problemen op. Toen ze echter mijn achternaam hoorden, was het meteen afgelopen. Met zo'n naam krijg je geen werk.”

In de Verenigde Staten leven tussen de 7 en 8 miljoen moslims. Ongeveer de helft van hen is van Arabische afkomst. Los Angeles telt de meeste Arabische Amerikanen, maar de meest uitgesproken gemeenschappen bevinden zich in Detroit en Dearborn, in de staat Michigan.

Appèl
De Amerikaanse moslims zijn overigens politiek niet onbelangrijk. Zij zorgden er mede voor dat George Bush vorig jaar november op het nippertje het presidentschap in de wacht sleepte. De leiders van de vier grootste moslimorganisaties, verenigd in de AMPCC, hadden hun achterban opgeroepen op de Republikeinse kandidaat te stemmen. Na dit appèl steeg de steun voor Bush onder het islamitische deel van de Amerikaanse bevolking van 40 naar 72 procent, aldus de AMPCC.

Als president Bush nu echter geen harde maatregelen neemt tegen het internationaal terrorisme en niet keihard terugslaat, zal Hany Bishara voortaan op de Democraten stemmen, verzekert hij stellig. De Egyptenaar staat druk te gebaren in een Arabische eetgelegenheid in Jersey City. Hier zijn wél enkele tafeltjes bezet. Een groepje mannen lurkt aan een waterpijp, sommigen spelen backgammon. Een prikkelende geur van shoarmavlees en kruiden drijft het etablissement binnen.

„Ik sta volledig achter elke militaire actie van de VS”, zegt Bishara. „Als dit onbestraft blijft, geven we deze waanzinnigen een vrijbrief om dit soort weerzinwekkende acties keer op keer uit te voeren. Dit heeft niets met moslims of christenen te maken. We hebben het hier over machines, mensen zonder verstand. Dit is een aanslag op de gehele beschaafde wereld.”

Kortzichtig
Mohsen Elesawi sluit zich bij zijn landgenoot aan. „Je bent wat je doet; niet welke naam je hebt. De pleger van de bomaanslag in Oklahoma was ook een christen. Maar die daad had toch niets met het christendom van doen? Wie dit soort dingen doet, heeft helemaal geen religie. Er is echter een tendens –ook in de media– dat men een soort optelsom maakt: Een Arabier is een moslim en die is weer automatisch een terrorist. Ik vind het niet terecht dat wij de prijs voor die kortzichtige redenering moeten betalen.”

Dat neemt niet weg dat Elesawi zich de gevoelens van de Amerikanen kan voorstellen. „Ik woon hier al 22 jaar en ik ben met een Amerikaanse vrouw getrouwd. Maar toen ik de verwoesting van het World Trade Center op de televisie zag, durfde ik mijn vrouw niet aan te kijken. Voor het eerst in mijn leven schaamde ik me dat ik een Arabier ben.”