„Afghanen vooral bezig
met het dagelijkse leven”
RIJSWIJK – Het liefst vertrekt de 41-jarige Anja de Beer uit Spijkenisse na haar gedwongen vakantie in Nederland weer zo snel mogelijk naar Afghanistan om haar werk voor het Internationaal Comité van het Rode Kruis af te ronden. Zaterdag kwam ze terug in verband met de oorlogsdreiging. Maar oorlogsgevaar of niet, „het werk vind ik erg interessant omdat je voor de bevolking bezig bent.”
De Beer was in Afghanistan verantwoordelijk voor het algemeen management van enkele opvanghuizen voor weduwen en gehandicapten in Jalalabad, iets ten zuiden van Kabul. Al vrij snel na de aanvallen in de Verenigde Staten kreeg ze te horen dat ze wegens het dreigende oorlogsgevaar moest vertrekken naar Pakistan.
Ze is daar vorige week woensdag om 12.00 uur per auto naartoe vertrokken. Vier uur later arriveerde ze in Peshawar, om van daaruit het vliegtuig naar Nederland te nemen. Toevalligerwijs zou ze een week later voor veertien dagen naar Nederland op vakantie gaan.
Afgelopen dinsdag keek ze naar de BBC toen het tweede vliegtuig zich in het World Trade Centre boorde: „Tja, wat denk je op zo'n moment? Eigenlijk niet veel anders dan bij alle andere rampen die zich voltrekken. Je denkt: Wat gebeurt hier nu? De lokale staf reageerde vol ongeloof op de gebeurtenis.” Een link tussen de VS en Osama bin Laden en Afghanistan werd door de plaatselijke gemeenschap niet direct gelegd.
„In Afghanistan was men zich net aan het herstellen van de laatste raketaanvallen op de hoofdstad Kabul, waarbij oppositieleider Ahmad Masud is overleden. Men was dan ook vooral daarmee bezig.”
Afronden
In de loop van woensdag viel steeds duidelijker de naam van Osama bin Laden als mogelijk brein achter de aanslagen. „Niemand van ons wilde eigenlijk weg, hoe gek dat misschien ook klinkt. We waren net het project aan het afronden om dat eind van het jaar over te dragen aan de lokale collega's.”
Een eventuele oorlog in Afghanistan is volgens De Beer dramatisch voor de bevolking. Het land is al geregeld het toneel van oorlog en natuurrampen. „Dit is het derde achtereenvolgende jaar van enorme droogte. De mensen hebben al veel problemen met het organiseren van het dagelijkse leven. Er heeft daar 23 jaar een oorlog gewoed en in feite is de strijd nog steeds aan de gang met de oppositie. Dus een nieuwe oorlog zou alleen een intensivering daarvan zijn. En daar zit niemand op te wachten. De mensen willen gewoon vrede.”
Onderweg naar Pakistan merkte De Beer weinig van de oorlogsdreiging. „Maar naarmate het nieuws over Afghanistan steeds nadrukkelijker werd, maakten de mensen zich wel meer zorgen.” Van paniek was volgens haar echter geen sprake. De bevolking reageerde volgens haar een beetje gelaten.
Ook van de voorbereidingen op een heilige oorlog (jihad) was niets merkbaar. Volgens De Beer zijn daar al helemaal weinig mensen mee bezig. „De mensen zijn bezig hun dagelijkse leven voor elkaar te krijgen en niet met een jihad.”
