17 september 2001

Pakistan poogt Osama bin
Laden uitgeleverd te krijgen

ISLAMABAD – In Kandahar in het zuiden van Afghanistan is vanmorgen het overleg begonnen tussen een Pakistaanse delegatie en de in Afghanistan regerende Taliban. De Pakistanen willen de Afghaanse machthebbers ertoe overhalen de Saoedische miljardair Osama bin Laden uit te leveren.

De Pakistaanse afvaardiging heeft eerst een ontmoeting met de minister van Buitenlandse Zaken van de Taliban. Later op de dag volgt een gesprek met de geestelijk leider van het land, mullah Mohammed Omar. Pakistan is een van de slechts drie landen die het bewind van de Taliban hebben erkend, maar het heeft de Verenigde Staten alle hulp toegezegd bij de strijd tegen het terrorisme.

Osama bin Laden wordt door de Verenigde Staten als hoofdverdachte beschouwd van de aanslagen op New York en Washington. Maar aangezien die waarschijnlijk cellen van terroristen in meer dan zestig landen heeft opgebouwd, zal het „uitroken” daarvan een proces van jaren kunnen worden. Dat zei minister van Defensie Donald Rumsfeld. De Taliban zeggen dat zij Bin Laden niet kunnen uitleveren, omdat hij als gast in Afghanistan verblijft.

De Amerikaanse federale recherche FBI zoekt in verband met de aanslagen in Washington en New York meer dan 150 mensen. De mensen zijn geen verdachten, maar worden volgens de functionaris gezocht voor verhoor, omdat ze mogelijk informatie hebben die van belang is voor het onderzoek.

In de strijd tegen het terrorisme overwegen de Verenigde Staten ook om het uit 1976 daterende verbod op het begaan van liquidaties door leden van de federale recherche FBI en de buitenlandse inlichtingendienst CIA terug te draaien.

Ook wil de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, grotere mogelijkheden om telefoons af te luisteren en het witwassen van geld na te gaan. Verder wil hij fors hogere straffen voor mensen die terroristen onderdak bieden of ondersteunen.

Op de officiële Amerikaanse lijst van landen die de internationale terreurorganisaties steunen komt Afghanistan niet voor. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken geeft als verklaring dat Washington evenals de meeste landen in de wereld het strikt fundamentalistische regime in Afghanistan niet erkent. Wel op de lijst staan Irak, Iran, Syrië, Libië, Sudan, Cuba en Noord-Korea.

De Libische leider Muammar Gaddafi heeft de Verenigde Staten gewaarschuwd voor een Sowjet-achtig moeras in Afghanistan indien Washington het land aanvalt als vergelding voor de aanslagen op het World Trade Center en het Pentagon.

Volgens Gaddafi zullen Bin Laden en zijn mannen zich verspreiden in de bergen. Daarna zullen zij, net zoals tegen de Sowjets, een guerrillaoorlog beginnen. En net als de Sowjets kan dit de Amerikanen veel levens kosten, aldus Gaddafi.

Intussen proberen honderden Afghaanse burgers het land te ontvluchten uit angst voor Amerikaanse aanvallen. Iran en Pakistan hebben hun grenzen gesloten uit vrees voor enorme vluchtelingen stromen. Leden van de regerende Taliban en hun familie verlaten de Afghaanse hoofdstad Kabul en trekken naar het platteland. Het is onduidelijk of dit gebeurt in opdracht van de geestelijke leider van de beweging, mullah Mohammed Omar.

In New York komt het openbare leven langzaam weer op gang. Vandaag zal ook de effectenbeurs in New York weer opengaan. De burgemeester van New York stelde gisteren het aantal vermisten naar onderen bij. Volgens Giuliani worden in totaal 4957 mensen vermist als gevolg van de aanslag op het World Trade Center. Eerdere berichten dat er meer dan 5000 vermisten zijn, kloppen niet omdat sommige mensen dubbel zijn geteld. Giuliani bevestigde de dood van 190 mensen, onder wie 37 brandweerlieden en andere hulpverleners.