15 september 2001

Duivelse moordaanslagen

Door dr. W. H. Velema
In de afgelopen dagen kon ik de woorden die hierboven staan niet van me afzetten. Nadat ik enkele malen de beelden van vliegtuigen had gezien die de twee torens in New York binnenvlogen, kwam het woord duivels in mijn hoofd en in mijn hart.

Het zal u vergaan zijn zoals mij: de eerste keer dat je deze beelden ziet, zeg je: Wat gebeurt hier, ongelooflijk en onbeschrijflijk. Enorme vlammen en rookwolken midden in een gebouw dat daar als een bijna onneembare vesting stond.

Dan de berichten over duizenden mensen die zich daarin hebben bevonden. Zelfs na dagen is het aantal slachtoffers in die beide torens nog niet bekend.

Dan het verslag van mensen die aan de vlammen en de dood wilden ontkomen, maar –enkelen hand in hand– de dood in de diepte tegemoet sprongen. Wat moet er in deze mensen zijn omgegaan. Sommigen hebben nog een laatste woord via de mobiele telefoon tot hun echtgenote of verwanten kunnen spreken.

En wat te denken van de inzittenden van de vliegtuigen die als levende bommen werden gebruikt. Het is voor ons niet voor te stellen wat deze mensen moeten hebben doorleefd. Hoe zwaar zal het lichamelijk en psychisch lijden zijn geweest, zelfs al heeft het alles geen uren geduurd. Hoe langer je hierover nadenkt hoe meer je de benaming inferno op haar plaats acht.

Haat
Als de stilte valt en de wolken van stof enigszins zijn weggetrokken, is er bij mij maar één woord waarmee alle smart van het aangerichte leed wordt samengevat. Dat woord past bij inferno: duivels werk. Hoewel het plan door mensen is uitgedacht en uitgevoerd, ligt de oorsprong ervan bij de duivel. Gedreven door haat is hij uit op verwoesting. Het plan is gelukt. Hoeveel duizenden mensen zijn niet in enkele ogenblikken tijds uit dit leven weggerukt en de eeuwigheid ingegaan!

Haat is de drijfveer van deze daad geweest. Alleen maar willen verwoesten, zelfs mensenlevens. En dat in een omvang die de laatste decennia ongekend is. Hoe langer ik erover denk, hoe sterker de overtuiging wordt, dat hier de duivel in bezig is.

Hoe komen mensen ertoe dit andere mensen aan te doen? Hoe kunnen zij zo van haat vervuld zijn, dat ook hun eigen leven voor hen niet meer telt? Dat zij met de passagiers van het vliegtuig, naast wie ze bij het opstijgen van het vliegtuig hebben gezeten, geen mededogen hebben gehad? Dat zij zichzelf en hun medereizigers bewust de dood injagen om op een verschrikkelijke manier duizenden te doden; inderdaad in één klap?

Duivelse geest
Zoiets, zeggen we wel eens, doet een normaal mens niet. Moet de conclusie dan zijn dat de daders –en dat waren niet alleen de kapers– abnormale mensen zijn (waren)? Het zijn gewone mensen, wel bij hun verstand, zelfs zeer spitsvondig in het ontwerpen van plannen tot vernietiging, en zeer vasthoudend in de uitvoering van de beraamde vernietiging. Gedreven door een boze geest, die ik alleen maar een duivelse geest kan noemen. Als er iemand is die zegt dat de duivel niet bestaat: hier hebben we zijn praktijken gezien. Gewone, zelfs vindingrijke, knappe, spitsvondige mensen zijn –en dat maakt hun daad bijzonder– gedreven door een duivelse geest.

Deze geest is de verpersoonlijking van het kwaad. De duivel is uit op verderf en ondergang, op kapotmaken en verwoesten, in allerlei vormen, op allerlei terreinen. In New York en Washington heeft de verwoesting toegeslagen. In het hart van de Amerikaanse samenleving: militair, politiek, economisch en in het bestaan van mensen.

Er zijn eerder aanslagen geweest met afschuwelijke gevolgen. Deze aanslag overtreft echter alle vorige. Wat mensen voor ondenkbaar en onmogelijk hadden gehouden, is nu gebeurd. Zó groot is de macht van de duivel.

Het is goed erop te wijzen dat de zelfmoordaanslagen in Israël de laatste jaren een soort vingeroefening zijn geweest voor deze aanslag. Deze aanslagen hebben heel wat slachtoffers gemaakt. Hun aantal is echter niet te vergelijken met dat wat nu in Amerika is gevallen.

Het kwaad draagt een dynamiek in zich die door geen mens lijkt te stuiten. Het gaat van kwaad tot erger. Vandaar de angst onder mensen, niet alleen in Amerika.

Gods leiding
Nadenkend over deze verschrikkelijke gebeurtenissen dringt zich onontkoombaar de vraag op hoe wij deze terreurdaden moeten verstaan in het licht van Gods leiding.

Dit artikel is de plaats niet om dat probleem in zijn volle omvang te bespreken. Twee dingen zijn duidelijk. Allereerst, dit is niet Gods werk. Het is een duivels plan met een duivelse uitvoering. De titel heb ik daarom heel bewust gekozen. Desalniettemin staan we voor de vraag, in hoeverre God door dit alles heen Zijn oordelen over de wereld laat gaan.

Met twee bijbelgedeelten ben ik dezer dagen bezig geweest: Jesaja 10: 5-11 en Openbaring 17 tot en met 19. In Jesaja 10 wordt Assyrië de roede van Gods toorn genoemd. Gods grimmigheid is een stok in hun hand. Dan wordt van Assyrië gezegd dat hij het zo niet meent en dat zijn hart alzo niet denkt. Hij heeft in zijn hart de bedoeling te verdelgen en uit te roeien (vers 7).

Zouden wij in deze verschrikkelijke dingen ook niet het oordeel van God moeten opmerken? Ik besef dat deze vraag bij veel mensen moeilijk valt. Toch zullen wij in deze verschrikkingen ook naar onszelf moeten zien. Wij zullen ons in onze schuld voor God hebben te onderzoeken.

Ik ben ook bezig geweest met Openbaring 17 tot en met 19, en met name met hoofdstuk 18. Wat daar beschreven wordt zou ook gezegd kunnen worden van wat wij hebben gezien. Ik stel Amerika niet gelijk met Babylon. Toch zal Amerika en zullen ook wij als hun bondgenoten (ik doel dus op heel West-Europa) ons moeten afvragen: Hoe staan wij tegenover God, Zijn Woord en Zijn gebod? Deze gebeurtenissen moeten ons dringen tot verootmoediging voor Gods aangezicht.

Er wordt om wraak geroepen. Ik zou willen aandringen op rechtvaardige vergelding. Het kwaad mag in deze wereld niet ongestraft blijven. Daarbij zal rechtvaardigheid betracht moeten worden. Het moet duidelijk worden dat de duivel zijn gang niet maar kan gaan. Die duidelijkheid is een zaak van uitwendig vertoon, maar ook van innerlijke omkering, bekering. Zo alleen is de duivel te weerstaan.