Ex-inlichtingenofficier: Amerikaanse reactie te zwak
Nederlandse aanpak van terreur voorbeeld voor VSDoor J. van Klinken BREUKELEN - Met goed getrainde, kleine eenheden terroristische cellen volledig opruimen. Dat is de enige aanpak waarin Robert Chandler gelooft. Dat is veel beter dan bombarderen en raketten afschieten, zegt de Amerikaanse expert in terreurbestrijding. Chandler is ex-inlichtingenofficier van US Air Force. Hij diende de luchtmacht tot 1986. Tegenwoordig traint hij de politie in terreurbestrijding, met name op het gebied van nucleaire, biologische en chemische wapens. Over de strijd tegen terreur schreef hij een drietal boeken, waaronder The new face of war (Het nieuwe gezicht van de oorlog). Slap Dat zijn land getroffen is door nieuwe terreuraanslagen, heeft hem niet verbaasd. Ook de inlichtingendiensten hielden hier sterk rekening mee. De vraag was niet zozeer of het zou gebeuren, maar wanneer en hoe. Wat hem wel verbaasd heeft, was de grootschaligheid van de actie. Daar werd zelfs de vervaarlijkste tegenstander, Bin Laden, niet toe in staat geacht. Het hele scenario had de beste science fiction-schrijver niet kunnen verzinnen. Ik moest naar adem snakken toen ik de WTC-gebouwen op de tv zag instorten. Dat een golf van terreur werd voorzien, had volgens Chandler alles te maken met de slappe reactie van de Amerikaanse regering op eerdere aanslagen. Neem de aanslagen op de ambassades in Kenia en Tanzania. Het antwoord van Clinton was het afschieten van een stel raketten op doelen in Afghanistan. Wat je dan doet, is niet meer dan een paar grote stenen in puin schieten. Dat is geen adequate reactie. Daar is de tegenstander echt niet van onder de indruk. In feite toonde het de Amerikaanse zwakte. Je geeft aan dat je niet in staat bent de tegenstander werkelijk te treffen. Ze moeten weten met wie ze te maken hebben en beseffen dat je alles van hen afweet. De enige goede aanpak is naar de mening van Chandler om met kleine, goed getrainde eenheden terroristische cellen één voor één met wortel en tak uit te roeien. Hij vindt de Nederlandse aanpak veel beter dan de Amerikaanse. Sinds de Molukse treinkapingen in de jaren zeventig kent ons land een aantal zeer goed getrainde antiterreureenheden, die Chandler graag ten voorbeeld wil stellen. Als je nalaat keihard terug te slaan, kun je wachten op de volgende aanslag. Ik ben in Vietnam geweest en je wist dat de tegenstander een succesvolle methode net zo lang zou toepassen tot je een adequaat antwoord had geformuleerd. Dat hebben terroristen met guerrilla's gemeen. Gebonden Een ander probleem is volgens Chandler dat geheime diensten aan handen en voeten zijn gebonden. Er gelden restricties die het werk sterk bemoeilijken. Een van de beperkingen is dat geen deals mogen worden gesloten met mensen die de mensenrechten schenden. Een nobele gedachte, maar het werkt niet. Om terroristen te kunnen bestrijden, moet je infiltreren, hun adem ruiken en vuile handen willen maken. Ik vind het daarom iets te gemakkelijk om de inlichtingendiensten nu medeschuldig te verklaren. Ze kunnen niet doen wat ze moeten doen. Een vraag waarop Chandler tot nu toe geen antwoord heeft gekregen, is welke steun de daders van de aanslagen van deze week hebben gekregen van Europese terreurorganisaties. We weten dat terroristen in Frankrijk, Spanje en Ierland onderling sterke banden hebben. Ook zijn er connecties met het Midden-Oosten en Latijns-Amerika. Je kunt zelfs zeggen dat terroristen een wereldwijde gemeenschap vormen. Ze trainen elkaar en assisteren elkaar. Wat ik van mijn contacten hoor, is dat Bin Laden hulp moet hebben gehad. Dit was zo'n complexe operatie, daar heeft een buitenstaander echt geen idee van. Hij moet dus geholpen zijn, waarschijnlijk vanuit Europa. Ik ben daar erg bezorgd over. |