Ongeval Transavia Kerst 1997 gevolg van geluidsnormenSCHIPHOL Het ongeval met het Transavia-toestel op kerstavond 1997 was een gevolg van de geluids- en milieunormen op Schiphol. De piloot werd door het banentoewijzingssysteem gedwongen op de Zwanenburgbaan te landen, terwijl daar een sterke zijwind stond. Dat staat in het rapport van de Raad voor de Transportveiligheid. De raad vindt dat de overheid het systeem moet aanpassen aan de veiligheid van het vliegverkeer. Het NOS-journaal bracht de conclusies uit het rapport gisteravond naar buiten. Het rapport wordt volgende week officieel gepresenteerd. Bij het ongeval met de Boeing 757 van Transavia, afkomstig van Gran Canaria, was er sprake van een uitzonderlijke situatie. De zijwind was zeker 10 knopen meer dan op grond van de laatste windgegevens kon worden afgeleid. Daardoor landde het toestel niet met de berekende 20 knopen, maar met 35 knopen zijwind. Het toestel, met 240 passagiers en acht bemanningsleden aan boord, kwam met de neus naast de Zwanenburgbaan terecht. Er vielen vier lichtgewonden. De 'veiligste' banen waren rond dat tijdstip (kort voor middernacht) gesloten uit geluids- en milieuoverwegingen. Alleen bij harde westenwind mag naar de Buitenveldertbaan worden uitgeweken, maar dit mag slechts 500 keer per jaar. In een reactie wijst Schiphol de beschuldiging dat de luchthaven door het nachtelijke landingsregime onveilig zou zijn, van de hand. Schiphol zegt zich aan de internationale richtlijnen te houden. Vliegtuigen mogen 's nachts landen met een maximale zijwind van 25 knopen. Overdag geldt de internationale norm van 15 knopen. Die norm van 15 knopen is een advies waarvan mag worden afgeweken, aldus de luchthaven. De Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers vindt dat de overheid de zijwindnormen voor het landen op Schiphol moet aanpassen. Door geluids en milieunormen voor veiligheid te stellen zou het vliegverkeer onnodig in gevaar worden gebracht, vindt P. Griffioen. Juist het verschil in de laatste berekening en de actuele zijwind pleit er, volgens Griffioen, voor om een veiliger norm te hanteren. Een op de drie vliegtuigongevallen is een gevolg van weersomstandigheden. Reden genoeg om rekening te houden met die factor, stelt Griffioen. |