Rechter beslist over bordeelverbodVan onze redactie politiek DEN HAAG Het zal in de praktijk wellicht toch mogelijk blijken voor gemeenten de exploitatie van bordelen binnen hun grenzen te weren. Minister Korthals van Justitie erkende gisteren dat uiteindelijk de rechter in dezen beslist. Korthals was gisteren in de Eerste Kamer, waar de senatoren zijn wetsvoorstel tot opheffing van het bordeelverbod bespraken. De opheffing van het verbod betekent in de praktijk dat gemeenten geen bordelen mogen weren als de uitbaters voldoen aan alle vergunningen. Exploitanten van bordelen kunnen in de nabije toekomst zelfs een beroep doen op subsidieregelingen, zoals een startsubsidie voor beginnende ondernemers. Nadat de Tweede Kamer al eerder met het voorstel van Korthals akkoord was gegaan, tekende zich gisteren ook in de Senaat een meerderheid voor de plannen af. Zowel de coalitiefracties als GroenLinks betuigden hun steun. De SP nam niet deel aan het debat. De christelijke fracties zijn tegen. Een van de belangrijkste bezwaren van CDA, SGP en RPF/GPV is de verplichting aan gemeenten de seksbranche te accepteren. Als de overheid iets niet meer strafbaar stelt, kunnen gemeenten immers geen strafbaar feit in het leven roepen. Korthals weigert uitzonderingen toe te staan. Toch erkende hij gisteren dat er een zekere spanning bestaat tussen artikel 19 van de Grondwet dat gaat over het recht op vrije beroepsuitoefening en het principe van de autonomie van gemeenten. Als een gemeente de kwestie op de spits wil drijven en voor de bestuursrechter brengt, is niet uitgesloten dat bepaalde gemeenten alsnog worden uitgezonderd, aldus de bewindsman. SGP-senator Holdijk na afloop: Het is een strohalm, maar wel een die we moeten aangrijpen. CDA-woordvoerder Hirsch Ballin is zo verontwaardigd over het wetsvoorstel dat hij een stemming heeft aangevraagd. Nadat een discussie in de Eerste Kamer is afgerond, wordt er over het algemeen van uitgegaan dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aanvaard. Tegenstanders van het voorstel kunnen laten aantekenen dat zij geacht willen worden tegen te hebben gestemd. Dat vindt het CDA in dit geval te mager. Ik heb een stemming aangevraagd waarbij voorstanders en tegenstanders moeten gaan staan of blijven zitten. Dat doe ik omdat ik duidelijk wil maken dat wij echt tegen zijn. Ik wil markeren hoe onverstandig wij dit vinden. Over de afloop van die stemming maakt Hirsch Ballin zich geen illusies. Menselijkerwijs gesproken zal het wetsvoorstel worden aanvaard. |