Commentaar 30 augustus 1999

Campagne tegen geweld

De Stichting Tegen Zinloos Geweld begint in september een campagne tegen geweld. Dat gebeurt via tien verschillende televisiespots die tussen 8 september en 30 november te zien zijn in Nederland en België. Het terugdringen van agressie of criminaliteit in de samenleving verdient vanzelfsprekend sympathie.

Wel blijken mediadeskundigen het niet altijd eens over de vraag of de tv inderdaad geweldpleging bevordert. Voormalig directeur van de IKON drs. W. J. Koole onderschrijft in zijn boek ”Ons dagelijks beeld” (1986) dat het kijken naar de beeldbuis kinderen fascineert. Maar dat een overmaat aan geweld in de programma's gevaar zou opleveren voor kinderen is volgens hem nimmer met harde bewijzen gestaafd.

EO-directeur drs. A. G. Knevel citeert in zijn vijf jaar later verschenen uitgave ”De wereld in huis” echter de Werkgroep tv-geweld. De werkgroep spreekt met spijt over het feit dat geweld in toenemende mate geldt als amusement. „De jeugd krijgt via de televisie een rang-klets-boemmentaliteit mee. Onafhankelijk onderzoek heeft aangetoond dat er verband bestaat tussen geweld op de televisie en het huidige geweld in de samenleving”, aldus de werkgroep.

In het Amerikaanse blad ”Christianity Today” schrijft David Neff eind 1992 dat geweld op de tv doorwerkt bij de kijkers. De cijfers tonen volgens hem overtuigend aan dat consumptie van de beelden een impuls geven tot (seksueel) geweld, zelfmoorden en geweldsdelicten. Het is geen wonder dat na de moord op Chanel-Naomi Eleveld in het verweer tegen geweld de roep om centrale registratie van daders toeneemt.

Lange tijd gold de waarschuwing tegen tv, omdat het gebruik van ogen en oren tegelijk extra indringend en dus gevaarlijk zou zijn als een typisch ”refo”-argument. „Die mensen lopen achter. Zij willen hun eigen verantwoordelijkheid niet beleven.” Maar ondertussen staan degenen die zich als reformatorisch beschouwen niet meer alleen met de wetenschap dat de benadering via gezicht en gehoor extra waakzaamheid vraagt. Dr. Joh. G. Hahn, universitair docent voor communicatiewetenschap in Amsterdam, zegt in ”In gesprek over film en televisie” (1991): „Het aanbieden van gecombineerde prikkels beoogt verhoogde intensiteit van de combinatie en daarmee optimalisering van het 'effect'.” Hij waarschuwt voor de catastrofale gevolgen op de cultuur. Consequenties die niet slechts te wijten zijn aan de tv, maar aan een veel breder scala van media.

Het initiatief van de Stichting Tegen Zinloos Geweld lijkt dus bitter nodig. Toch is de vraag wettig of er geen sprake is van „water naar de zee dragen.” Want de actie ten spijt: in het bestaande aanbod van de zeden bedervende programma's verandert niets.

Zo zit onze cultuur in elkaar. Mensen mogen zich best sterk maken tegen wat zij zien als kwaad. Als zij anderen, medemensen, maar vrijlaten om te doen en laten, om te zien en horen wat zij willen. Daarom blijkt de roep om waarden en normen zoals die van tijd tot tijd uit diverse geledingen van de samenleving naar boven komt vruchteloos.

Individualisme viert hoogtij. De onder de naam Mr. Zap binnenkort op de markt verschijnende mogelijkheid voor tv-kijkers om tegen betaling een programmapakket naar eigen keuze samen te stellen, speelt daarop in. Maar dat individualisme betekent tegelijkertijd dat voor gemeenschappelijke, de samenleving beschermende, regels op religieuze basis weinig of geen plaats meer blijkt te zijn. Dat is, om met Hahn te spreken, inderdaad catastrofaal. De telefonische hulpdiensten leveren het bewijs. Zij krijgen met steeds complexere problemen te maken.

De Stichting Tegen Zinloos Geweld hanteert het motto ”Leef je uit in..., maar nooit op een ander!” Moeten kinderen en volwassenen zich „uitleven”? De heilzame wet en het genadige Woord van de Allerhoogste bieden een andere boodschap. Zolang wij niet van ganser harte terugkeren naar Zijn wijze raad en regels en volharden in ons individualisme zonder God valt er weinig vooruitgang te verwachten.