Commentaar 24 juni 1999

Kloneren

De emotionele discussie over abortus en euthanasie lijkt voorbij. De voortschrijdende techniek schrijft ons andere onderwerpen voor. Bijvoorbeeld de kwestie van het kloneren: niet-geslachtelijke voortplanting. Daardoor ontstaan individuen die qua erfelijkheid en in hun eigenschappen helemaal gelijk en identiek zijn.

Wie zich verbonden weet met de op Gods Woord gegronde gereformeerde belijdenis, onderkent een zekere mate van spanning. De Almachtige blijft Schepper. En als zodanig geeft Hij aan ieder schepsel „zijn wezen, gestalte en gedaante, en onderscheiden ambten”, zegt de Nederlandse Geloofsbelijdenis in artikel 12. Ieder individueel mens is uniek. Is het mogelijk om aan die confessie vast te houden terwijl mensen in de techniek van het kloneren zichzelf tot schepper schijnen te maken?

Gisteren ontving politiek Den Haag informatie over de uitkomst van een breed maatschappelijk debat. De deelnemers aan de discussie richtten zich doorgaans niet op de zojuist aan de orde gestelde vraag. Toch blijkt dat 95 procent van het burgerpanel adviseert het kloneren van mensen en dieren onaantrekkelijk te maken.

Dat komt schriftgetrouwe christenen niet ongelegen. Niet omdat zij alle antwoorden klaar hebben in deze netelige ethische zaak. Maar wegens hun uitgangspunt. Juist op het gebied van de medische ethiek is er sprake van spanning tussen bijbelse en seculiere normen en waarden. Het christelijk geloof belijdt de afhankelijkheid van de Schepper en Onderhouder. God is Gever van alle leven. Christenen nemen het heft niet in eigen handen. Dat is bepalend voor de visie op hulp bij zelfdoding, op abortus en gezinsvorming, maar ook op proeven met genen en klonen.

Het valt niet te ontkennen dat de mens op de grens van het millennium zich als een perpetuum mobile in eigen kracht probeert voort te bewegen. Onafhankelijkheid is ons devies. Illustratief is het pleidooi in het Amerikaanse blad ”California Medicine” van enkele jaren geleden over het loslaten van de „joods-christelijke opvattingen” omtrent de uniciteit van en respect voor het leven.

Wij wanen ons nog altijd eigen baas. De huidige maatschappij lijkt lang niet uitgekeken op de gedachte van de maakbare samenleving. Wij hebben dat idee geprobeerd te verwezenlijken op het gebied van de techniek. Maar zo langzamerhand kwamen wij er achter dat die vaak meer moloch blijkt dan middel. Communisten en vele anderen hebben de gedachte van de maakbare samenleving gestalte trachten te geven in sociaal en economisch opzicht. Het is mislukt. Ten spijt van sommige zogeheten christenen in de derde wereld die zich hun hoop op een betere toekomst ontnomen zagen. Hun voorbeeld ging teloor. Het uitsluitend veranderen van structuren bleek niet afdoende. Nu sleutelen wij aan de mens. Is dat –in ontkenning van ons falen terzake van techniek en maatschappij– misschien een laatste poging om het „als God zijn” waar te maken?

Wij zijn tot veel in staat. Waar de grenzen liggen, weten wij niet. Dat valt niet te voorspellen. Ooit heeft een befaamd gereformeerd hoogleraar gezegd dat de mens nooit op de maan zou landen. Maar wij zijn ondertussen al veel verder. Wel weten wij dat uiteindelijk de 'babelcultuur' zich tegen het schepsel zal keren. Zoals ooit eerder de spraak werd verward. Christus komt terug. Dat zegt een ongelovige niets. Voor een reformatorisch belijder kan zo'n gezegde fungeren als dooddoener. Hij vindt dat iemand niet overal bijbelteksten of godsdienst bij moet slepen. Toch is het waar: levenden en doden staan straks in het gericht. En het oordeel gaat over de vraag of wij de Schepper van Zijn eer hebben beroofd.

Ondertussen moeten christenen niet aan de kant blijven staan of het debat mijden. Minister Borst betwijfelde of er sprake is geweest was van een werkelijk brede maatschappelijke discussie. De bijeenkomsten werden vooral bezocht door mensen die al veel van de problematiek wisten. De participatie van schriftgetrouwe christenen bleek gering. Als dat betekent dat wij ons aan onze maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben onttrokken, valt dat te betreuren. En wij mogen zeker ook van de argumenten gebruikmaken die niet-christenen hebben aangeleverd.