De vrede is nog niet gewonnenDe Russische bezetting van het vliegveld van Pristina is een lelijke streep door de rekening van de NAVO. Menigeen vraagt zich af of de oorlog nu wel echt voorbij is of dat die pas is begonnen.Vorige week staakte de NAVO na 79 dagen en meer dan 30.000 luchtacties op doelen in Joegoslavië de operatie Allied Force. Milosevic accepteerde de eisen van het Atlantisch bondgenootschap. Zijn nederlaag had veel weg van een capitulatie. Naar de ware motieven van Milosevic om na twee en een halve maand toe te geven kan slechts worden gegist. Zonder twijfel speelt de aangerichte schade aan de infrastructuur door de luchtacties van de NAVO een rol. De laatste weken zou het aantal slachtoffers onder de Servische troepen in Kosovo bovendien sterk zijn opgelopen. Ook moet de Joegoslavische president hebben ingezien dat het uitzitten van de bombardementen er niet toe leidde dat er verdeeldheid onder de NAVO ontstond. En bijna zeker speelt mee, en dat gaf mogelijk de doorslag, dat Belgrado door de Russische deelname aan de vredesmacht in Kosovo indirect invloed houdt op de ontwikkelingen in de provincie. Voor het Westen is er ondanks de gelukkige afloop van de strijd geen reden tot euforie. De luchtoorlog is tot een goed einde gebracht, dat wel. Dat is vooral te danken aan de harde opstelling van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Andere belangrijke NAVO-partners, zo is de laatste weken gebleken, waren bereid tot een compromis met Milosevic. Maar het doel van de humanitaire interventie is niet bereikt. Deze oorlog werd gevoerd om de etnische zuivering te stoppen. Dat is door de bombardementen niet gebeurd. Integendeel, ze hadden juist een versterkend effect. Oorzaak en gevolg mag men uiteraard niet met elkaar verwisselen. Niet de NAVO is schuldig aan de in Kosovo bedreven gruweldaden, maar Milosevic en zijn gewillige beulen. De politiek verantwoordelijken binnen de NAVO mogen het zich aanrekenen dat ze het gewetenloze optreden van de Joegoslavische president tegen niet-Servische minderheden op de Balkan beantwoord hebben met een angstige en weinig coherente politiek. De NAVO-landen waren pas na lange tijd bereid grote troepeneenheden voor een grondoorlog ter beschikking te stellen. De geallieerde overmacht in de lucht moest de overwinning opleveren. De rekening voor deze halfslachtige opstelling hebben anderen betaald: de Kosovo-Albanezen. Duizenden van hen hebben het leven gelaten, honderdduizenden zijn gevlucht. Tot overmaat van ramp wisten de Russen door hun onverwachte actie een voet tussen de deur in Kosovo te krijgen. Rusland en de NAVO lijken als in de dagen van de Koude Oorlog recht tegenover elkaar te staan. Rusland weigert zijn Kosovo-eenheid onder NAVO-bevel te plaatsen en wil meepraten over een oplossing voor de kwestie Kosovo. En de Russen denken dan aan invloedssferen. Een voor de hand liggende oplossing is de verdeling van Kosovo in een Servisch deel onder Russische bescherming en een Kosovaars-Albanees deel onder toezicht van de NAVO. Als dat gebeurt, is Kosovo etnisch gezuiverd, terwijl de oorlog tegen Milosevic juist werd gevoerd om zo'n zuivering te voorkomen of ongedaan te maken. Met het op de knieën brengen van Milosevic heeft het Westen een stap op de weg naar de vrede gezet. Maar de zege in een oorlog betekent nog niet dat de vrede is gewonnen. |