Eerdere berichtgeving Maij-Weggen in schaduw van verdenking Hoogste baas RLD wist van lading El AlVan onze redactie politiek DEN HAAG Hoogste baas J. Weck van de Rijksluchtvaartdienst (RLD), onderdeel van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, wist reeds op de avond van de Bijlmerramp dat de lading van de gecrashte Boeing gevaarlijke stoffen bevatte. Weck wordt daarmee de voorlopige hoofdverdachte in het Bijlmerdrama. Hij wil zo snel mogelijk voor de parlementaire enquêtecommissie verschijnen om zijn verhaal te doen. Weck stond als RLD-baas in hiërarchie vlak onder de minister van Verkeer en Waterstaat. Inmiddels heeft hij een andere topfunctie op het ministerie. De cruciale informatie over de lading is in hem zeer dicht bij de toenmalige minister Maij-Weggen geweest. Dat doet bij veel betrokkenen het vermoeden postvatten dat ook de bewindsvrouw bekend was met de lading. Als dat laatste waar blijkt, veroorzaakt de enquête een regelrechte politieke rel. Een ambtelijke rel is er al. De RLD verkeert in een ernstige crisis, nu duidelijk is dat Weck van de lading wist en die wetenschap nooit naar buiten bracht. Naast Weck wisten diverse lagere RLD-medewerkers dat de lading gevaarlijke stoffen bevatte. Op RLD-onderzoeker F. J. Erhart, die woensdag nog voor de commissie ontkende dat er gevaarlijke stoffen in het vliegtuig hebben gezeten, valt nu de verdenking dat hij meineed heeft gepleegd. Politieke informatie Weck werd op de hoogte gebracht van de lading door voorlichter G. W. Knook van de Luchtverkeersbeveiliging (LVB) van Schiphol. Knook was op het moment van de ramp in zijn huis in Almere en stond vandaaruit tal van journalisten te woord. Daar kreeg hij ook alle informatie die hij nodig had om zich een beeld van de ramp te vormen. Om halfzeven vernam Knook dat er in het ramptoestel gevaarlijke stoffen (gif, munitie en explosieven) hadden gezeten, zo vertelde hij de enquêtecommissie vanmorgen. Die informatie gaf Knook niet door aan het journaille. LVB-collega's hadden hem laten weten dat zij met El Al overeengekomen waren het verhaal over de lading onder de pet te houden. Bovendien was zijn woordvoerderschap formeel beperkt tot de technische vluchtaspecten. De meer politieke informatie behoorde hij, naar eigen zeggen, aan het ministerie van Verkeer (in dit verband de RLD) over te laten. En ik voelde aan m'n water dat deze lading hevige politieke effecten zou hebben. Wel gaf hij de informatie door aan de heer Weck, de hoogste baas van de RLD, die hem diezelfde avond belde. Die herinnerde Knook aan de afspraak dat hij alleen luchtvaarttechnische informatie naar buiten zou brengen. Medewerker Th. L. Croon van de LVB legde de commissie vanmorgen uit waarom hij op de avond van de ramp meewerkte aan het geheimhouden van de wetenschap dat in de El Al-lading gevaarlijke en ontplofbare stoffen zaten. Jarenlang was ons door de RLD ingeprent dat wij speciaal over vluchten van El Al geen informatie mochten verstrekken. Dat was al sinds 1973 de policy. Op een gegeven moment weet je niet anders meer. Croon verbaasde zich dan ook niet over de mededeling dat hij de informatie over de lading niet verder mocht verspreiden. Dat ervoer hij als een dienstorder die paste binnen het gebruikelijke El Al-plaatje. Het klinkt nu misschien wat cru, maar in de hectiek van de avond van de ramp deed ik niet zo veel met die informatie. Burgerplicht T. Polman, chef van de LVB, was de man die zijn medewerkers instrueerde niet te praten over de lading. Ik heb letterlijk het verzoek van El Al doorgegeven en niemand echt een opdracht gegeven, verklaarde hij vanmorgen tegenover de enquêtecommissie. Via mijn medewerker Hendriks, die El Al belde, hoorde ik dat er explosieven en brandbare stoffen bij waren, maar ongevaarlijk en volgens de regels werden vervoerd. En ik wilde geen indianenverhalen. Geen van de drie LVB-medewerkers heeft in de jaren na de ramp ruchtbaarheid gegeven aan hun kennis over de lading. Dat begon bij de persconferentie de ochtend na de ramp, waarbij minister Maij vertelde dat de lading uitsluitend uit bloemen en parfum bestond. Twee van de drie LVB'ers waren daarbij betrokken. Medewerker Croon trok vanmorgen daarvoor het boetekleed aan. Burgerplicht had me van de formele lijn van geheimhouding moeten afbrengen, gaf hij ruiterlijk toe. |