Servische leger voert
zware strijd met UCK

PRISTINA – De internationale waarnemersmissie in de Servische provincie Kosovo kan in gevaar komen als het geweld tussen Servische militairen en Kosovo-Albanezen aanhoudt. Deze waarschuwing deed de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) na een kerstweekeinde vol geweld, waardoor de in oktober overeengekomen wapenstilstand in Kosovo steeds meer wordt uitgehold.

De OVSE heeft honderden ongewapende waarnemers in het gebied. Zij moeten toezicht houden op de wapenstilstand die in oktober totstandkwam na druk van de internationale gemeenschap op de Joegoslavische president Milosevic. Op de vierde achtereenvolgende dag van de hevige strijd tussen Servische militairen en Albanezen in het noorden van Kosovo zei OVSE-voorzitter Bronislaw Geremek gisteren dat zijn organisatie gedwongen wordt tot herbezinning op de activiteiten in de Servische provincie als het geweld en het bloedvergieten escaleren. De gevechten zouden aan zeker zestien mensen het leven hebben gekost.

Geremek, de Poolse minister van buitenlandse zaken, vindt dat beide partijen in het conflict schuldig zijn aan het weer oplaaien van de strijd. Hij beschuldigt de Serviërs ervan dat zij ondanks het akkoord weer legereenheden naar Kosovo hebben gestuurd. Gewapende Albanese groepen bezondigen zich volgens hem aan terroristische acties.

Geremek wijst erop dat de OVSE aan de uitvoering van het bestand wilde meewerken, omdat zij erop vertrouwde dat de Servische autoriteiten de onderdrukking van de Albanese meerderheid zouden staken en dat de Albanezen zich voortaan van het gebruik van geweld zouden onthouden.

Legertop
De Serviërs voeren „terroristische aanslagen” van het Kosovo Bevrijdingsleger UCK aan als reden voor de acties van het leger. Vooral rond de door voornamelijk etnische Albanezen bewoonde dorpen Obranca en Donja Lapastica waren de gevechten hevig. Servische soldaten vuurden van buiten Obranca op stellingen van het UCK in het dorp.

Zij maakten daarbij volgens de Belgradose zender B52 gebruik van zware machinegeweren, mortieren en pantservoertuigen. Vijftien Servische politiemannen kwamen in het dorp aan ter versterking van de daar al gestationeerde politiemacht. Zij beschermden de rouwenden bij de begrafenis van een 74-jarige Serviër, die door leden van het bevrijdingsleger zou zijn gedood.

Het UCK beschuldigde het Servische leger van „represailles” tegen vrouwen en kinderen. Het UCK meldde successen bij hevige gevechten rond het dorp Podujevo. De Servische eenheden zouden daar flinke verliezen hebben geleden. Maar de Serviërs zeiden dat er slechts twee militairen en diverse Albanezen zijn omgekomen. Bovendien zouden de veiligheidsdiensten strategisch belangrijke posities van het UCK hebben veroverd.

De leider van de OVSE-waarnemersmissie, William Walker, zei dat er zondag aan het eind van de dag een tijdelijk staakt-het-vuren is overeengekomen om beide partijen in staat te stellen hun gewonden in veiligheid te brengen.

Milosevic bracht vrijdag een radicale wijziging aan in de legertop. Tientallen bevelhebbers van de luchtmacht en van enkele legerkorpsen en grote garnizoenen, waaronder dat van Kosovo, moeten weg.

De wijzigingen komen niet onverwacht. Milosevic zette een maand geleden opperbevelhebber Perisic af, die het oneens was met de strategie van de president in Kosovo. De legerleiding is nu geheel in handen van Milosevic.