Commentaar

Welke richting?

Het CDA heeft zijn draai nog steeds niet gevonden. Met twee verkiezingen in het nieuwe jaar voor ogen vertoont de partij een weinig aanlokkelijk beeld. Zowel bij de statenverkiezingen als bij de verkiezingen voor het Europees Parlement zal het CDA waarschijnlijk zetels moeten inleveren. Ook als het gaat om belangrijke benoemingen moeten de christen-democraten de laatste tijd een stapje terug doen.

Weliswaar is de glans van de paarse coalitie er inmiddels wel af. Maar dat pakt niet automatisch uit in het voordeel van het CDA. Die partij slaagt er nog steeds niet in haar oppositierol uit te buiten en electoraal te verzilveren. Ligt dat aan het karakter van de partij, aan de fractie en haar leider of aan de hele politieke constellatie?

Op de zaterdag in Rotterdam gehouden partijraad was er duidelijk sprake van onvrede over de koers. Het weggelopen fractielid De Milliano bleek onder het partijkader wel degelijk zijn aanhang te hebben. Het vroegere kamerlid Koekkoek stelde voor om een partijbrede discussie over het asielbeleid te organiseren. De Hoop Scheffer had daar geen bezwaar tegen. Op die manier is de rust voorlopig weer hersteld.

Onvrede was er ook over de gang van zaken rond de voordracht voor de nieuwe partijvoorzitter. Dat leidde zelfs tot een botsing met de jongerenorganisatie, die demonstratief de vergadering verliet.

De Hoop Scheffer zou zijn veto hebben uitgesproken over een andere kandidaat dan de nu voorgedragen Van Rij. Hij wilde geen sterke partijvoorzitter naast zich. Twee kapiteins op één schip levert inderdaad gemakkelijk brokken op.

Daarbij komt dat de positie van De Hoop Scheffer als fractieleider niet zo sterk is. Veel parlementaire successen en succesjes heeft hij nog niet op zijn naam staan. Past hij wel bij de christelijk-sociale koers die in het verkiezingsprogram is uitgestippeld? Weet hij de christelijke identiteit van de partij op een aantrekkelijke en aansprekende manier gestalte te geven?

Nu is dat laatste ook niet zo gemakkelijk. De toekomstige partijvoorzitter Van Rij liet weten dat hij gereformeerd was opgevoed, nu hervormd was en zich katholiek voelde. Een wonder dat hij er nog niet aan toevoegde dat hij tegelijkertijd veel respect had voor humanisten en islamieten.

Maar zo'n presentatie roept eerder de gedachte op dat de godsdienst bij hem niet zo diep zit dan dat hij daarmee de CDA-leden en -kiezers weet te inspireren. Het probleem van het CDA is eigenlijk dat het van twee walletjes wil eten.

Het CDA wil protestanten en rooms-katholieken verenigen. Maar ook aan het eind van de twintigste eeuw zit er tussen die twee op z'n minst een bepaald cultuurverschil. Gereformeerden als Brinkman en Heerma hadden moeite om bij de rk-vleugel van het CDA over te komen.

De partij wil trouwe kerkgangers en randkerkelijken verenigen en liefst ook nog mensen die helemaal niet kerkelijk zijn, maar nog wel enige affiniteit hebben met de christelijke cultuur. Ook dat is niet eenvoudig.

De partij wil kiezers weghalen bij de VVD en bij de PvdA. Die doelstelling is evenzo uiterst moeilijk te realiseren. Wat men aan de ene kant wint (of in ieder geval weet vast te houden) raakt men aan de andere kant weer gemakkelijk kwijt.

Nu het CDA de glans van de macht is kwijtgeraakt, lukt die combinatiestrategie, waarmee in de tijd van Lubbers duidelijk successen werden geboekt, niet meer. Veeleer staat het CDA nu voor de onontkoombare keus om duidelijk te maken wat voor een partij het wil zijn. Overtuigd christelijk, vaag-christelijk, algemeen, sociaal, conservatief, een bondgenoot van de VVD of van de PvdA of een alternatief voor D66 in de volgende coalitie?