Commentaar

De Bosnische crisis

Was er nu inderdaad een Bosnische crisis in het kabinet of niet? Het feit alleen al dat die vraag in brede kring aan de orde wordt gesteld, is veelzeggend genoeg. Want als er maar lang genoeg gepraat wordt over een mogelijke crisis, is de kans groot dat die ook echt ontstaat.

Duidelijk is wel dat de glans van de paarse coalitie eraf is. Het 'bevrijdende' gevoel van vier jaar geleden dat men er nu eindelijk in geslaagd was buiten het CDA om een kabinet te vormen, is inmiddels over. De regeringsgezinde fracties in de Tweede Kamer hebben ook alle drie een nieuwe fractievoorzitter, die zich in het parlementaire strijdperk en ten opzichte van zijn achterban waar moet maken.

Daarbij komt dat het asielbeleid voor elk kabinet een hachelijke zaak is. De ene keer krijgt men het verwijt dat het gevoerde beleid onmenselijk is en kort daarna weerklinkt de klacht dat het beleid te lief is, waardoor we veel te veel asielaanvragen krijgen. VVD en PvdA zitten daarbij op een verschillende lijn en daartussendoor moet de kleinste coalitiepartner zichzelf ook nog bewijzen.

Na eerdere botsingen hadden de coalitiepartners juist vorige week afgesproken dat ze ten aanzien van het asielbeleid zo veel mogelijk één lijn zouden trekken. Maar die afspraak hield niet lang stand. Ten aanzien van het terugsturen van de Bosniërs kwam de PvdA tegenover de beide andere regeringspartijen te staan.

Ten tijde van de Bosnische burgeroorlog zijn nogal wat vluchtelingen uit dat gebied naar Midden- en West-Europa uitgeweken. Door de Servische terreur voelden ze zich in eigen land niet veilig meer.

Inmiddels is er na jaren van ellende een bestand gesloten dat door de betrokken partijen redelijk goed wordt nageleefd. Weliswaar zijn de verhoudingen nog steeds gespannen, maar vergeleken met Kosovo is het in Bosnië een stuk leefbaarder. Vandaar dat een aantal vluchtelingen inmiddels teruggekeerd is naar hun geboorteland.

Niet iedereen vertoont echter evenveel animo om de thuisreis te maken. Ook al zou hun oorspronkelijke woongebied inmiddels weer helemaal veilig zijn (wat lang niet altijd zo is), dan zijn de huizen vaak vernield of zwaarbeschadigd en kunnen ze ook zo maar niet hun oude baan weer oppakken. Bovendien waren het welstandsniveau en het voorzieningenpeil in het vooroorlogse Joegoslavië altijd al belangrijk lager dan in West-Europa.

Men kan zich dus goed voorstellen dat velen liever hier blijven. Temeer daar de afstand naar hun geboorteland niet al te groot is. Men kan regelmatig eens gaan kijken hoe het er daar bijstaat, familieleden en oude kennissen opzoeken, om vervolgens te concluderen dat men toch maar beter in het Westen kan blijven.

Maar is dat de bedoeling van de asielregeling? Op die manier vindt er veel te weinig doorstroming plaats. Vandaar de aandrang die D66 en VVD (met het CDA) op staatssecretaris Cohen uitoefenden om ook Bosnische vluchtelingen met de hoogste verblijfsstatus (de A-status) terug te sturen.

Het punt daarbij is wel dat bij deze mensen (enigszins) de verwachting gewekt is dat zij hier permanent mochten blijven. Vandaar dat staatssecretaris Cohen er niet voor voelt ook hen terug te sturen. Op z'n minst zou er eerst een juridisch onderzoek moeten plaatsvinden naar het intrekken van de A-status. Bosniërs met een voorlopige verblijfsvergunning wil hij wel terugsturen.

Daarbij zal duidelijk zijn dat ten aanzien van vluchtelingen die hier (noodgedwongen) een groot aantal jaren gewoond hebben en van wie de kinderen hier zijn opgegroeid, op een gegeven moment geldt dat ze niet meer tot terugkeer verplicht kunnen worden, ook al zou de politieke situatie in hun vaderland ingrijpend veranderd zijn. Maar ten aanzien van de Bosniërs is die termijn nog niet verstreken.