Commentaar

Signaal naar Milosevic

De NAVO breekt zich het hoofd over de Kosovo-crisis. En dat is bepaald geen schande. Zeker nu de jarenlange vijandige verhouding tussen Albanezen en Serviërs is uitgemond in een rechtstreekse militaire confrontatie.

Van 1992 tot op heden luidde de boodschap van de internationale gemeenschap aan beide conflictpartijen onveranderlijk: geen geweld, geen eenzijdige wijziging van de internationaal erkende grenzen én geen voortzetting van de explosieve status quo.

Aan deze drie doeleinden hield het spoedberaad van de NAVO-ministers van defensie gisteren in Brussel in wezen evenzeer vast. Niet voor niets beklemtoonde de secretaris-generaal van de Atlantische alliantie, Solana, dat de NAVO een politieke oplossing nastreeft van de Kosovo-kwestie bínnen de Federale Republiek Joegoslavië.

Die geduldig herhaalde middenpositie oogt stellig wijs. Stel je voor dat het al bijna een eeuw oude Albanese vraagstuk escaleert in de volgende Balkanoorlog. Niet weinige, zwaar onderdrukte Albanezen in Kosovo dromen van een “Verenigde Staten van Albanië”. De realisering van deze nationale idee betekent hereniging met de staat Albanië en de afscheiding van ruim 400.000 Albanezen (in het westen) van buurrepubliek Macedonië.

De diplomatieke buitenwereld heeft dus geen oren naar de wens van een “Kosova Republika”, onafhankelijkheid voor de Albanezen in het zuidwesten van Servië. In plaats daarvan propageert zij een verbeterde status voor de Kosovaren op Joegoslavisch grondgebied. Twee opties staan daarbij open: herstel van Kosovo's autonomie binnen de Republiek Servië óf de status van republiek binnen de Federale Republiek Joegoslavië.

Welnu, beide politieke uitwegen zijn momenteel onbegaanbaar. Voor Pristina, lees de Albanezen, is verder verblijf onder Servische heerschappij onaanvaardbaar en voor Belgrado is Albanese gelijkwaardigheid op Joegoslavisch niveau onbespreekbaar.

Met de indirecte politieke steun van de internationale gemeenschap in de rug –afwijzing van de Albanese eis van onafhankelijkheid voor Kosovo en verwerping van de „terreuracties” van het Bevrijdingsleger van Kosovo– meende Milosevic de afgelopen maanden deze impasse te kunnen doorbreken met de aanwending van bruut geweld. Hij zou die weerspannige Albanezen eventjes op hun nummer zetten. Zo snoerde hij tegelijk de striemende interne kritiek op zijn zwakke Kosovo-beleid.

Fikse tegenwind vangt Milosevic nu vanuit een andere hoek. De internationale gemeenschap toont zich uitermate gealarmeerd over het gecombineerde politie- en legeroptreden van Belgrado in Kosovo. Met name in het grensgebied met Albanië lijkt sprake te zijn van doelbewuste “etnische zuiveringen”.

Maar hoe valt Milosevic te stoppen en weer serieus (!) aan de onderhandelingstafel te krijgen? De NAVO schermt met wapengekletter. Dit geluid moet de Joegoslavische president doen inbinden. Mocht dit sein niet overkomen in Belgrado, dan sluiten de VS en hun bondgenoten drastische militaire stappen (regelrechte militaire interventie) niet uit. Daarvoor is evenwel een volkenrechtelijke basis nodig. Bij voorkeur een mandaat van de Veiligheidsraad van de VN. En zie Rusland en China maar eens over die streep te trekken.

Mogelijk weet gastheer Jeltsin Milosevic begin volgende week op redelijker gedachten te brengen. In de wandelgangen van het NAVO-hoofdkwartier in Brussel verwezen diplomaten daarbij subtiel naar Ruslands eigenbelang. Extra financiële hulp bijvoorbeeld.