Voorpagina

Brief: Vandaag beëindigen we dit project

Duitse RAF heft zich op

BONN – De linkse Duitse terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF) heeft verklaard zichzelf te hebben opgeheven. Dat heeft het Duitse ministerie van binnenlandse zaken gisteren bekendgemaakt.

De RAF deed de West-Duitse maatschappij in de jaren zeventig met een serie aanslagen op haar grondvesten schudden en zette de geweldscampagne in de jaren tachtig voort. In 1992 liet de organisatie weten geweld te hebben afgezworen.

„Vandaag beëindigen we dit project. De stadsguerrilla in de vorm van de RAF is geschiedenis”, luidde het in een brief aan het persbureau Reuters.

De brief, met een lijst van RAF-terroristen die in de strijd zijn omgekomen en het symbool van de groep, een vijfpuntige ster met een machinegeweer, is doorgestuurd naar Wiesbaden, waar zal worden onderzocht of het om een authentiek document gaat.

Getuigenisbrieven
De groep heeft in de afgelopen 28 jaar meer dan dertig mensen vermoord en volgens de brief zijn er 26 terroristen omgekomen. „Het einde van dit project toont aan dat we niet op deze weg door kunnen gaan”, schrijft de groep in de aanhef van de negen kantjes tellende brief. Het is volgens de RAF een strategische fout geweest om naast de illegale bewapende organisatie geen politiek-maatschappelijke beweging op te zetten.

Het schrijven herinnert verder echter aan de getuigenisbrieven uit vroeger jaren. „De vervolging van de kritische stem en de poging politieke tegenstanders uit te schakelen, gaven blijk van eenzelfde reactie als waar de nazi's al in handelden”, aldus de brief.

De oprichters van de RAF verweten de generatie van hun ouders, die de oorlog nog hadden meegemaakt en trots waren op de wederopbouw, morele nalatigheid, zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog als ten tijde van de Vietnamoorlog. Toen journaliste Ulrike Meinhof in april 1970 Andreas Baader, die in 1968 twee warenhuizen in brand had gezet, bevrijdde uit zijn cel, werd een justitieambtenaar neergeschoten. Meinhof verklaarde dat daarmee een einde was gekomen aan de machteloosheid. Nu „beginnen we de Rote Armee op te bouwen”, „gewapende uiteenzettingen” te houden en het proleteriaat te organiseren, zei ze destijds. „En smerissen zijn zwijnen” en geen mensen en kunnen daarom „natuurlijk beschoten worden”, zo rechtvaardigde zij zich.

In de jaren daarop volgden bankovervallen en bomaanslagen. De eerste grote aanslag vond plaats in mei 1972 in het hoofdkwartier van de Amerikaanse strijdkrachten in Frankfurt am Main. Daarbij vielen een dode en dertien gewonden. De terreurgolf bereikte zijn hoogtepunt in 1977 toen procureur-generaal Siegfried Buback, bankier Jürgen Ponto en werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer werden vermoord. Het keerpunt volgde later dat jaar met de kaping van het Lufthansa-toestel dat in Mogadishu werd bestormd door Duitse commando's. De opzet om RAF-leden met deze actie uit de gevangenis te krijgen mislukte en enkele uren na het debacle pleegden Baader en twee andere terroristen zelfmoord.

Toch bleef de groep actief. Bij de laatste aanslagen in november 1989 werd bankier Alfred Herrhausen vermoord en in 1991 werd de baas van Treuhand, Detlev Karsten Rohwedder, het slachtoffer. Bij de arrestatie van de terroristen Wolfgang Grams en Birgit Hogefeld in juni 1993 in Bad Kleinen schoot Grams een politieagent dood, om vervolgens zelf de kogel te krijgen. In het proces, dat eind 1996 in Frankfurt plaatsvond, riep Hogefeld de RAF op te stoppen met het terrorisme: de strijd zou zijn verloren.

In de jongste brief schrijft de groep dat de RAF „slechts een doorgangsstadium op weg naar bevrijding” is geweest. Open bleef of de terroristen hun strijd op een andere manier willen voortzetten. De meeste veroordeelde RAF-terroristen zijn inmiddels vrij. Slechts tien van hen zitten nog gevangen.

In een reactie zei procureur-generaal Kay Nehm dat er al bijna niets meer van de RAF over was. In oktober had de regering al besloten om de bewaking van enkele toppolitici te versoepelen, omdat de kansen op een aanslag drastisch zouden zijn gedaald.