Meerderheid Kamer
voor homohuwelijk

De Kamer debatteert vanmiddag en vanavond over een rapport van de commissie-Kortmann van november vorig jaar. Een meerderheid van die commissie wilde voor homoparen niet alleen het recht op adoptie van Nederlandse kinderen verruimen, maar sprak zich ook voor het homohuwelijk uit. Een minderheid sprak zich uit tegen het openstellen van het huwelijk voor homo's en lesbi's.

Het kabinet heeft dat minderheidsstandpunt overgenomen. Het wil voorlopig niet verdergaan dan een geregistreerd partnerschap voor homoseksuelen. In het buitenland is zo'n verruiming niet uit te leggen, was het argument van de regering. Bovendien wilde het kabinet een evaluatie van de nieuwe Wet op de partnerregistratie afwachten.

Verzet
Dat standpunt stuitte direct al op verzet bij de Tweede-Kamerfracties van PvdA en D66. PvdA-woordvoerster M. van der Burg noemt het een vorm van discriminatie wanneer homoparen niet de mogelijkheid krijgen om te huwen. De VVD-fractie was aanvankelijk verdeeld.

Een meerderheid van de liberalen conformeerde zich vanmiddag niet aan het kabinetsstandpunt, maar schaarde zich alsnog achter een nieuwe motie die Van der Burg indiende. Het kabinet wordt daarin opgeroepen om het huwelijk ook voor homoparen open te stellen.

Bij het sluiten van deze krant was nog niet duidelijk hoe het kabinet op deze belangrijke politieke uitspraak reageert. De verwachting is dat het kabinet het niet op een harde confrontatie met de Kamer zal laten aankomen. Als het kabinet de motie overneemt, moet de Wet op de partnerregistratie worden ingetrokken en een nieuw wetsvoorstel worden voorbereid. Dat is, zo kort voor de verkiezingen, een taak voor een volgend kabinet.

SGP-woordvoerder Van den Berg, die het nieuws over de ommezwaai van de VVD vanmorgen in de wandelgangen van de Tweede Kamer opving, noemt de ontwikkeling „buitengewoon aangrijpend”. „Als dit doorgaat, betekent dat het definitieve einde van de bijbelse notie van het huwelijk zoals die ook in de Nederlandse wetgeving is vastgelegd”.

„Symbolisch”
RPF-woordvoerder Rouvoet vindt dat het kabinet „geen knip voor de neus waard is”, als het de motie zou overnemen. „Aan het kabinetsbesluit lagen een zorgvuldige afweging en een maatschappelijke discussie ten grondslag. Wij waren vorig jaar tevreden met het kabinetsstandpunt, al hebben wij wel laten aantekenen dat we het verweer minimaal vonden. Het kabinet zei immers, om de voorstanders van het homohuwelijk de wind uit de zeilen te nemen, dat het verschil tussen een geregistreerd partnerschap en een huwelijk slechts symbolisch is. Daar zijn wij het uiteraard niet mee eens: het huwelijk is voorbehouden aan twee mensen van verschillend geslacht. En dat moet zo blijven”.