Minister Borst: Extra taak voor inspectie
Meer aandacht voor alternatieven abortusVan onze politieke redactie DEN HAAG Minister Borst van volksgezondheid wil dat abortusartsen hun wettelijke plicht nakomen om vrouwen die het ongeboren leven uit de moederschoot willen verwijderen, te wijzen op andere mogelijkheden zoals bijvoorbeeld de VBOK die aanreikt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal hierop expliciet gaan toezien. Dat zei de bewindsvrouw gisteren in de Tweede Kamer tijdens een debatje over de Wet afbreking zwangerschap. SGP-kamerlid Van der Vlies wees op de noodzaak om het abortuscijfer tot nul terug te dringen. Een van de middelen daartoe is dat artsen tijdens het eerste gesprek nadrukkelijk de alternatieven voor een abortus naar voren brengen. Dat zijn ze wettelijk wel verplicht, maar Van der Vlies heeft de indruk dat dit niet stelselmatig gebeurt. De minister benadrukte dat het een onderdeel van de kwaliteitswaarborg binnen klinieken is dat abortusartsen de alternatieven met hun cliënten bespreken. Om te waarborgen dat dit ook gebeurt, zal de Inspectie voor de Gezondheidszorg hierop toe gaan zien. In de jaarlijkse rapportage over de abortuswet zal dit element een plaats krijgen, zo zegde de bewindsvrouw de Kamer toe. Borst wees in dit verband op een brief die ze eergisteren heeft gekregen van de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK). De organisatie vraagt daarin om meer subsidie voor het werk dat ze verricht. De brief en het antwoord dat de bewindsvrouw daarop geeft, zal ze te zijner tijd naar de Kamer sturen. Evaluatie De Kamer debatteerde gisteren over de Wet afbreking zwangerschap omdat de Inspectie voor de Gezondheidszorg een rapport had gepubliceerd over de naleving van de abortuswet. Uit twee televisie-uitzendingen vorig jaar was gebleken dat artsen een loopje namen met de zorgvuldigheidscriteria die in de wet zijn vastgelegd. Een geplande vakantie zou voldoende reden zijn om tot moord in de moederschoot over te gaan. Uit het onderzoek van de inspectie kwam echter naar voren dat de betrokken artsen in grote lijnen toch handelen volgens de juiste procedures. Naar het oordeel van de christelijke fracties toont de gang van zaken aan dat er een evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap nodig is. De regeringspartijen voelen daar niets voor, zo bleek enkele weken geleden reeds tijdens een commissievergadering over dit onderwerp. Gisteren stond het onderwerp op de plenaire agenda. RPF-kamerlid Rouvoet, die mede namens het GPV sprak, diende een motie in waarin hij vroeg om de brede evaluatie. Naar zijn oordeel zijn er voldoende redenen om de wet uit 1981, een compromis tussen CDA en VVD, eens grondig tegen het licht te houden. De minister heeft daar geen behoefte aan. De regeringspartijen, PvdA, VVD en D66, delen dit standpunt. Ze namen gisteren niet eens de moeite om aan het debat deel te nemen. |