Opnieuw veeg uit de
pan voor Ouwerkerk

Beelaerts heeft zich in opdracht van de minister over de kwestie gebogen. Hij vindt dat de burgemeester in de nacht van 30 op 31 december een „vervolgstap” had moeten doen nadat hij de mobiele eenheid (ME) toestemming had gegeven de Oosterparkwijk in te gaan. „Zowel districtschef M. ter Harmsel als Ouwerkerk heeft de aanvraag voor het inzetten van de ME niet opgevat als een directe aanleiding zich diepgaander met de situatie bezig te houden”, meldt Beelaerts. Hij noemt het merkwaardig dat de officier van justitie niet op de hoogte werd gesteld.

De burgemeester en de politie hebben die bewuste avond te weinig erkend dat de Oosterparkwijk een bijzondere wijk is, die extra aandacht verdient. In de risico-analyse had moeten worden meegewogen welk beeld het geeft dat 43 agenten niet optreden tegen vijftig tot zestig jongeren. De burgemeester heeft op zijn beurt de verkregen informatie „niet geassocieerd met een verstoken zijn van politieaanwezigheid in de wijk gedurende een aantal uren”.

De leden van de Groningse raadscommissie veiligheid kregen het onderzoeksrapport gisteravond per koerier thuisbezorgd. De voorzitter van die commissie, GPV'er P. Hazekamp, had de bevindingen vanochtend nog niet doorgelezen. „Zondagsavonds doe ik niet aan politiek en vanochtend moet ik werken”, aldus Hazekamp. 'Zijn' commissie heeft overigens niet gevraagd om een oordeel van Beelaerts. „Wij hadden een aantal vragen, die zou het college schriftelijk beantwoorden en je verwacht dat dat goed gebeurt”.

Woensdagavond praat de commissie over de zaak, volgende week velt de raad een eindoordeel. Als Ouwerkerk niet het volste vertrouwen van een ruime meerderheid krijgt, stapt hij op.

Veldslag
Plaatsvervangend korpschef H. Munting, die de anderhalve week geleden opgestapte korpschef Veenstra vervangt, heeft begrip voor het afwachtende optreden van de politie. In een eveneens gisteren bekend geworden rapport schrijft hij dat de relschoppers in de Oosterparkwijk met militaire precisie een veldslag met de politie hadden voorbereid.

In antwoorden aan de raad legt politiebaas Munting uitgebreid uit hoe de jeugd in de Oosterparkwijk zich had voorbereid op rellen. Om de politie in de val te lokken had de groep jongeren opzettelijk drie van de vier toegangen tot het Goudenregenplein gebarricadeerd. Omgezaagde bomen en meubels uit geplunderde huizen versperden de weg. Trottoirtegels waren in stukken gebroken.

Volgens Munting beschikten de reltrappers „over wapens en mogelijk over vuurwapens”. Hij keurt het afwachtende optreden niet goed, maar kan er wel begrip voor opbrengen. Het eerste politierapport meldt nauwelijks iets over de dreiging die er van de relschoppers uitging.

Nevenfuncties
Een andere hoofdrolspeler in de Groninger affaire, procureur-generaal mr. D. W. Steenhuis, heeft al zijn betaalde en onbetaalde nevenfuncties neergelegd gedurende het onderzoek naar zijn handelen, zo is gisteren meegedeeld. Dr. D. Dolman moet in opdracht van minister Sorgdrager achterhalen of Steenhuis als adviseur van adviesbureau Bakkenist betrokken is geweest bij het advies dat het bureau over de verstoorde verhoudingen tussen politie en justitie in Groningen naar aanleiding van de zaak-Lancée heeft uitgebracht.

De procureur-generaal laat via Justitie weten „de uitkomsten van het onafhankelijk onderzoek met vertrouwen tegemoet te zien”.