Commentaar

Schraal klimaat

Toen minister De Boer van milieu vanmorgen voor het laatst haar hotel in Kyoto binnenstapte, was ze niet ontevreden. Na tien dagen onderhandelen is er voor het eerst in de geschiedenis een klimaatakkoord ondertekend waarin alle geïndustrialiseerde landen afspreken dat ze er voor zullen zorgen dat in het begin van de volgende eeuw minder broeikasgassen de lucht ingaan dan dat in 1990 het geval was.

Maar iedereen die op de loper van het Brighton Hotel in Kyoto staat, zal een gevoel van meewarigheid –en misschien wel ergernis– niet kunnen onderdrukken. De drie jaar jonge hotelketen wil in service en luxe gerenommeerde concurrenten overtreffen. Daarom staan er buiten onder de luifel drie flinke elektrische kachels te stralen. Die verspilling van energie doet Amerikaans aan, maar beperkt zich niet tot de Verenigde Staten en Japan.

De meeste westerse landen –beter, de meeste mensen– doen niet graag een stapje terug. Daarom kwam het klimaatverdrag in Kyoto zo buitengewoon traag en moeilijk tot stand. Minder broeikasgassen in de atmosfeer brengen, lukt immers alleen als er minder fossiele brandstoffen zoals steenkool en aardolie verstookt worden. En dat is slechts mogelijk als er snel nieuwe technieken voor bijvoorbeeld efficiënte verbranding of alternatieve energiesystemen als zonnecellen en windmolens beschikbaar komen.

Zo redeneren vooral pessimisten die niet geloven dat een paar procent minder uitstoot van kooldioxide haalbaar is. Daarnaast zijn er experts die er nog steeds niet aan willen dat de aanwezigheid van meer broeikasgassen in de atmosfeer uiteindelijk tot een dramatische klimaatsverandering zal leiden.

Echter, de praktijk bewijst dat die pessimisten en experts het niet bij het rechte eind hebben. Nederland heeft op dat gebied een mooi voorbeeld in huis. In de jaren zeventig kondigde de toenmalige minister van economische zaken, Lubbers, de plannen voor de bouw van een aantal kerncentrales aan. Dat zou de oplossing zijn voor de groeiende vaderlandse energiebehoefte. Die centrales zijn dankzij sterke maatschappelijke tegenstand nooit gebouwd. Zeker destijds tot grote spijt van de Samenwerkende Elektriciteits-Produktiebedrijven (Sep).

Inmiddels heeft de Sep op eigen inititatief 'Dodewaard' gesloten. Bovendien draait een groot aantal warmtekrachtcentrales en windmolenparken zo goed dat er een overschot aan capaciteit bestaat in conventionele Sep-centrales.

De huidige minister van economische zaken heeft zelfs vorige maand zijn sympathie uitgesproken voor een windmolenpark in de Noordzee. Begin volgende eeuw moet het er staan, vindt hij. Waar een beetje druk vanuit de samenleving allemaal niet toe kan leiden.

Ook wetenschappers en leken die zeggen dat het met klimaatsverandering allemaal wel mee zal vallen, hebben geen been om op te staan. Ongeacht of er een klimaatsverandering gaande is, de uitstoot van stoffen die de atmosfeer vervuilen, moet verminderen. Geen enkel individu en niet één samenleving heeft het recht om die dunne deken om de planeet, waardoor leven op aarde mogelijk is, verder te vervuilen. Al was het alleen maar omdat de Wereldgezondheidsorganisatie in Kyoto cijfers heeft gepresenteerd, waaruit blijkt dat een toenemende vervuiling van de atmosfeer nu al aantoonbaar meer sterfgevallen tot gevolg heeft.

Daarom is het mooi dat er vandaag een wereldklimaatverdrag tot stand kwam, maar tegelijkertijd is het teleurstellend dat niet meer dan 5 procent vermindering van de uitstoot van broeikasgassen haalbaar was. Met goede wil is veel meer mogelijk. Om te beginnen; de straalkachel buiten moet uit. En wie houdt er niet zo een overbodige luxe op na?