Voorpagina

Beperking uitstoot broeikasgassen met ruim 5 procent

Toch klimaatverdrag in Kyoto

Van een onzer verslaggevers
KYOTO – Japan mag dan het land van de Rijzende Zon zijn; geen van de paar duizend delegatieleden op de wereldklimaattop en ook niemand van de massaal toegestroomde pers zag er na 72 uur vrijwel onafgebroken werken vanmorgen na een doorwaakte nacht naar uit om dat nu eens met eigen ogen te zien. Toch deden ze het.

De onderhandelaars konden amper van hun post en cameramensen en journalisten wilden het grote moment niet missen. Bezorgd keken ze bijna allemaal naar het tijdstip van hun retourvlucht. Voor sommigen te laat, voor anderen net op tijd, leverde Kyoto toch nog een akkoord op.

Na in totaal tien dagen van moeizaam onderhandelen, hebben delegaties uit 160 landen vanmorgen in Kyoto (Japan) overeenstemming bereikt over een wereldklimaatverdrag. Partijen spreken van een historische overeenkomst omdat voor het eerst in de geschiedenis afspraken zijn gemaakt over beperking van de uitstoot van broeikasgassen. Die vormen volgens veel wetenschappers een gevaar voor het wereldklimaat. Minister De Boer (VROM), namens Nederland in Japan, verklaarde vanmorgen een tevreden mens te zijn. „Ik ben bijzonder opgelucht dat we er op een goede manier uitgekomen zijn”.

Uitzonderlijk
Ruim 9 uur nadat de megatop officieel al afgesloten had moeten zijn, was er toch nog overeenstemming. Doorgewinterde internationale onderhandelaars spraken van een uitzonderlijke situatie. Tegen de morgen legden de Verenigde Staten zich neer bij de eisen van twee grote ontwikkelingslanden, China en India. Nadat nog een aantal kleinere zaken was geregeld, kon de beslissende hamerslag vallen.

In het Protocol van Kyoto –zo komt het verdrag te boek te staan– hebben niet alle rijke industrielanden dezelfde verplichting. Zo moet de uitstoot van broeikasgassen in de Europese Unie met 8 procent afnemen, in de Verenigde Staten met 7 en in Japan met 6 procent. Die afname, gebaseerd op de cijfers van 1990, moet uiteindelijk bereikt zijn over een gemiddelde van de jaren 2008 tot en met 2012. Dit komt wereldwijd neer op een vermindering van 5,2 procent. De cijfers hebben betrekking op zes soorten gassen: kooldioxide, stikstofoxiden, methaan en nog drie soorten die nu in gebruik zijn als vervangers van de voor de ozonlaag schadelijke cfk's.

Eis laten vallen
De Verenigde Staten moesten in de laatste onderhandelingsronde een belangrijke eis laten vallen. Zij vinden het van het grootste belang dat ook de ontwikkelingslanden, verenigd in de G-77, tot taak hebben minder broeikasgassen in de atmosfeer te brengen, zij het voorlopig op vrijwillige basis. India en China gingen hiermee vannacht niet akkoord.

Aanvankelijk leek het erop dat de VS dat als een breekpunt zouden zien en de tiendaagse vergadermarathon daardoor zonder concreet resultaat zou aflopen. „We hebben twee keer een moment gehad dat de stukken zo ingrijpend gewijzigd waren, dat er van een protocol weinig meer over was”, aldus minister De Boer.

De VS vinden de deelname van ontwikkelingslanden zo belangrijk omdat zij vrezen dat bijvoorbeeld sterk vervuilende industrieën in hun land moeten sluiten, maar dat die bedrijvigheid in derde wereldlanden straffeloos uit kan breiden.

Een zware eis van de VS is ook de wel in het akkoord opgenomen mogelijkheid om een deel van de verplichtte vermindering van broeikasgassen in het buitenland te mogen realiseren. Bijvoorbeeld door daar de aanleg van bossen te financieren. Vooral jonge bomen 'consumeren' kooldioxide.

Geweldige prestatie
Verder staat in het protocol ook dat een rijk land in een ontwikkelingsland mag investeren in moderne technologie om zo buitenshuis aan de eigen verplichting te kunnen voldoen. Een westers land kan volgens die regeling bijvoorbeeld besluiten om een slecht functionerende elektriciteitscentrale in een arm land te vervangen door een moderne. Zo verbranden daar minder fossiele brandstoffen en dat verlaagt weer de uitstoot van kooldioxide. Om te voorkomen dat de VS in eigen huis niets zouden doen en alleen de ontwikkelingslanden zouden gebruiken om aan de verplichtingen te voldoen, heeft de EU zich sterk gemaakt voor een maximum van 50 procent in dit verband. In de afrondende besprekingen moest de Unie die eis echter laten vallen.

Minister De Boer noemde het resultaat vannacht een „een geweldige prestatie”. „Een vermindering van 7 procent voor de Verenigde Staten is een revolutie”. De minister memoreerde daarbij dat de Amerikaanse vice-president, Al Gore, maandag in Kyoto nog had gezegd dat de VS niet verder wilden gaan dan 0 procent, stabilisering dus, en Japan niet verder dan min 2,5 procent. Anderzijds was de Europese Unie de onderhandelingen ingegaan met een taakstelling van min 15 procent voor de EU. Gisteren nog noemde De Boer verschillende percentages voor verschillende landen een noodoplossing.

De afgelopen nacht verklaarde ze echter dat zonder de verschillende verplichtingen er in Kyoto geen akkoord mogelijk was. De VS-onderhandelaars accepteerden uiteindelijk een verplichting van 7 procent, maar dan wel op voorwaarde dat Japan 6 procent voor zijn rekening zou nemen. En Japan wilde daarmee pas akkoord gaan als de EU 8 procent zou accepteren. „Dat was wel even slikken voor de Europese milieuraad”, aldus De Boer.