Voorpagina19 september 2001

CIA gaat mogelijke betrokkenheid na

Kaper had contact met
inlichtingendienst Irak

Van onze buitenlandredactie
WASHINGTON – Een van de terroristen die betrokken waren bij de aanslagen in de Verenigde Staten heeft eerder dit jaar in contact gestaan met de Iraakse inlichtingendienst. Het gaat om Mohammed Atta, die in het eerste vliegtuig zat dat zich in het World Trade Center boorde.

Het bericht is afkomstig van de Amerikaanse zender CBS en wordt bevestigd door Amerikaanse regeringsbronnen. Volgens CBS had Atta een ontmoeting met het hoofd van de Iraakse geheime dienst. De Amerikaanse inlichtingendienst CIA is nog niet zeker van een verband tussen de ontmoeting en de aanslagen, maar de dienst trekt de berichten wel na.

Deskundigen uit de inlichtingenwereld willen dat er een onderzoek komt naar de mogelijke rol van Irak bij de aanslagen in New York en Washington. Een van hen is de voormalige baas van de Amerikaanse geheime dienst CIA, James Woolsey. Hij wijst erop dat de terreuracties zo goed georganiseerd waren dat de betrokkenheid van een land als Irak niet denkbeeldig is.

Concrete bewijzen dat er een land bij de aanslagen is betrokken zijn er overigens niet, aldus een Amerikaanse regeringsfunctionaris.

De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Naji Sabri, heeft vandaag ontkend dat zijn land op enigerlei wijze betrokken zou zijn bij de aanslagen van afgelopen week. „De Verenigde Staten, Groot-Brittannië, de westerse landen en de rest van de wereld weten heel goed dat Irak geen enkele band heeft met de aanslagen tegen de Amerikaanse belangen”, aldus de bewindsman in de Iraakse krant Al-Iqtissadi.

Open brief
De Iraakse leider Saddam Hussein zegt in een gisteren gepubliceerde open brief dat de Verenigde Staten de terreuraanslagen op New York en Washington als een voorwendsel gebruiken om oude rekeningen te vereffenen.

Rancune over wat Saddam noemt verschillen in het buitenlandse beleid heeft Washington doen veronderstellen dat „de islam, met de Arabieren als leiders van de moslims, de vijanden zijn van de VS.” De brief, die is vrijgegeven door het Iraakse persbureau INA, is niet alleen gericht aan het Amerikaanse volk, maar tevens aan andere burgers in het Westen en hun regeringen.

Het is het tweede schrijven van de Iraakse leider over de aanval van 11 september. De eerste vertelde de Amerikanen dat hun lijden hun de ogen zou moeten openen voor de pijn die zij anderen hebben veroorzaakt, in het bijzonder de Irakezen en Palestijnen.

Saddam schrijft dat Washington de beschuldigingen aan het adres van de Saudische balling Osama bin Laden niet kan onderbouwen. Hij voert aan dat de beschuldiging in wezen gericht is „tegen alle moslimvolken.”

Verder schrijft hij dat Washington „zuiver terrorisme en chantage” tegen verscheidene landen gebruikt om hun steun te verkrijgen, met als pressiemiddel dat zij worden geplaatst op de lijst van landen die terrorisme ondersteunen als zij niet meewerken. Irak is een van de zeven landen die op deze lijst staan en komt, gezien de uitlatingen van Washington na de terreuraanslagen, in aanmerking voor eventuele vergeldingsacties.

De Iraakse vice-premier Tarek Aziz heeft gisteren in een telegram zijn medeleven betuigd aan de familie van de slachtoffers van de terreuraanslagen in New York en Washington. Volgens het Iraakse persbureau INA stuurde de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Irak de boodschap aan de Amerikaanse niet-gouvernementele organisatie Voices in the Wilderness.

Aziz zou zijn „welgemeende deelneming aan de families van de Amerikaanse slachtoffers, gevallen door de gebeurtenissen van afgelopen dinsdag” hebben betuigd. Het is de eerste keer dat een Iraakse hoogwaardigheidsbekleder zich op dergelijke wijze heeft uitgelaten ten aanzien van de aanslagen van vorige week.