Voorpagina14 september 2001

Verenigde
Staten dreigen
Pakistan

NEW DELHI – U bent voor ons of u bent tegen ons. Dit is in het kort de boodschap die de Verenigde Staten gisteren aan de Pakistaanse leider generaal Musharraf hebben overgebracht. „De VS verwachten dat Pakistan volledig zal meewerken bij het onderzoek naar de aanslagen”, aldus Colin Powell, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken.

Musharraf ontving de Amerikaanse ambassadrice, Wendy Chamberlin. Hij heeft haar alle medewerking beloofd. Pakistan, een traditionele bondgenoot van de VS, heeft evenwel tot dusverre nauwelijks gehoor gegeven aan Amerikaanse verzoeken iets tegen de radicale strijdgroepen in het naburige Afghanistan te doen. Pakistan doet dat tot dusverre niet omdat het regime van de extremistische Taliban dankzij Pakistaanse steun in Afghanistan werd gevestigd.

De etnisch Patahaanse Taliban zijn van oorsprong leerlingen van koranscholen die met Pakistaans geld in het Afghaanse Kandahar zijn gesticht. De Pathanen vormen ook in Pakistan een belangrijke bevolkingsgroep. Taliban-leider Mohammad Omar heeft nog steeds zijn hoofdkwartier in Kandahar, ofschoon hij dat nu even uit angst voor Amerikaanse aanvallen heeft verlaten.

De Taliban zijn onder meer gastheer voor de Saudische balling Oslama bin Laden, die ervan wordt verdacht onder meer het brein achter de aanslagen in New York en Washington te zijn. Na de bloedbaden van dinsdag hebben Pakistaanse diplomaten spoorslags overleg gevoerd met de Taliban. Naar verluidt is dat de reden waarom de Taliban in een officiële verklaring in Islamabad (Pakistan) elke betrokkenheid bij de aanslagen ontkenden. Bin Laden ontkende vervolgens woensdag ook iets te maken te hebben met de aanslagen.