Voorpagina14 september 2001

„We zullen netwerk aan stukken scheuren”

Powell: Bin Laden
is hoofdverdachte

Van onze buitenlandredactie
WASHINGTON – De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell heeft gisteren gezegd dat de Saudiër Osama bin Laden hoofdverdachte is van de terreuraanslagen op het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington. Powell is de eerste hooggeplaatste Amerikaanse bewindsman die Bin Laden in het openbaar als brein van de aanslag heeft aangeduid.

Als de Amerikaanse regering zeker weet in opdracht van wie de kapers hebben gehandeld, zei Powell, „dan zullen we achter die groep aangaan, dat netwerk en degenen die dat netwerk onderdak hebben geboden, hebben gesteund en geholpen, en dat netwerk aan stukken scheuren.”

„En als we klaar zijn met dat netwerk, dan zullen we doorgaan met een wereldwijde aanval op terrorisme in het algemeen”, aldus de minister, die de vraag of hij doelde op het netwerk van Bin Laden bevestigend beantwoordde. Powells woorden duidden erop dat de VS mogelijk zullen overgaan tot een aanval op Afghanistan, als ze tot de slotsom komen dat Bin Laden achter de aanslagen zit. Afghanistan biedt de uitgewezen Saudiër Bin Laden onderdak.

Rol
Een andere regeringsfunctionaris zei tegen het persbureau Associated Press dat ook de Iraakse rol in het terreurnetwerk wordt onderzocht. Powell wilde niet ingaan op een mogelijke rol van Irak in de aanslagen. Wel noemde hij de Iraakse president Saddam Hussein „een van de grootste terroristen ter wereld.”

De Taliban hebben herhaald dat volgens hen de Saudische fundamentalist Osama bin Laden niets te maken heeft met de aanslagen in de Verenigde Staten. Osama bin Laden heeft geen piloten, verklaarde gisteren mullah Mohammad Omar, de „leider der gelovigen van het Islamitische Emiraat Afghanistan” in een communiqué. Volgens de opperste Talib klagen de westerse geheime diensten Bin Laden ten onrechte aan „om aan hun eigen falen te ontsnappen.”

Aanval
In de laatste weken van zijn presidentschap heeft Bill Clinton na informatie van Amerikaanse veiligheidsdiensten over de verblijfplaats van Osama bin Laden overwogen een militaire aanval op hem te laten uitvoeren, maar uiteindelijk besloten het niet te doen. De regering-Clinton was bang voor grote bijkomende schade en vreesde ook dat de informatie over de verblijfplaats van de hoofdverdachte van de aanslagen in Washington en New York niet lang genoeg actueel zou blijven omdat Bin Laden nooit lang op één plek verblijft.

Ondanks dat Sandy Berger, Clintons adviseur voor nationale veiligheid, woensdag ontkende dat de informatie in december „hard” genoeg was om een aanval uit te voeren, spreken Amerikaanse overheidsfunctionarissen van een gemiste kans.

In 1998 voerde de regering-Clinton na de bomaanslagen op twee Amerikaanse ambassades in Oost-Afrika overigens wel een aanval uit op Bin Laden. De VS schoten zeventig Tomahawk kruisraketten af op trainingskampen en mogelijke verblijfplaatsen van Bin Laden, maar deze bleef ongedeerd. Wel werden bij de aanval naar schatting twintig aanhangers van hem gedood.