Voorpagina13 september 2001


Politiek Den Haag denkt na over veiligheid in eigen huis

Terrorisme ineens concreet gevaar

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – Het tijdperk van het terrorisme is aangebroken, vrezen politici. Is Nederland voldoende toegerust? Hoe sterk zijn het leger, de politie, de Binnenlandse Veiligheidsdienst, de democratie? Of overdrijven we te midden van de emoties over het vernietigende geweld in de VS? Het zijn dé vragen die de Nederlandse politiek de komende dagen en maanden –onverwacht– zullen bezighouden.

Al in 1977 rekende de Amerikaanse terrorismekenner prof. dr. Walter Laqueur af met idealistische gedachten over de uitbanning van ongeleid geweld. Democratische landen zouden zichzelf kunnen vrijwaren van terrorisme als het volk maar rechten en rijkdommen zou krijgen en als tussen neus en lippen door ook iets gedaan zou worden aan de armoede in de wereld, was de heersende gedachte. Laqueur veegde er de vloer mee aan.

Juist democratische landen lopen op termijn het gevaar slachtoffer te worden van grootschalig terrorisme, waarschuwde Laqueur. „De cirkel is rond: moderne terroristische bewegingen konden van meet af aan slechts niet-terroristische regeringen of groepen aanvallen, die voor het gebruik van de eigen wapens zouden terugschrikken. Het maakte zijn entree onder de banier van vrijheid en democratie, juist toen men meende dat deze ideeën over de wereld zouden zegevieren. Die hoop is beschaamd. Naarmate de macht van de democratische gemeenschappen afneemt, krimpt ook het werkterrein voor het terrorisme.”

Na de grootste terroristische aanslag in de geschiedenis van de mensheid beginnen politici Laqueur gelijk te geven. Ook in Nederland, traditioneel een van de sterkste democratieën ter wereld. Het is tekenend dat een democraat in hart en nieren als D66-leider De Graaf gisteren vraagtekens begon te plaatsen bij ministers die zich per fiets naar hun departement begeven en bezoekers die de Tweede Kamer binnenwandelen zonder op wapens te worden onderzocht.

In Nederland kan het allemaal. De minister-president wordt slechts in tijden van grote ellende beveiligd door bodyguards, zoals tijdens de NAVO-bombardementen op Servië. Blijft dat zo? Politici vragen het sinds dinsdag in gemoede af. Hoe kwetsbaar is onze democratie? We hechten aan openheid, maar zijn we niet een al te makkelijke prooi voor kwaadwillenden, die zich ongetwijfeld ook in onze samenleving bevinden?

Repercussies
Het zijn de vragen die de komende dagen, weken en maanden van politiek debat zullen beheersen. De politieke leiders van Nederland geven blijk van het besef dat de wereld op de drempel van een nieuw tijdperk staat. Premier Kok, minister De Grave, VVD-leider Dijkstal, Melkert van de PvdA, De Hoop Scheffer van het CDA en De Graaf van D66, allemaal spraken ze de afgelopen dagen over enorme repercussies voor de wereldpolitiek.

Ook wordt gesproken over de gevolgen voor de binnenlandse politiek. Is de Binnenlandse Veiligheidsdienst sterk genoeg? Is de krijgsmacht voldoende berekend op terroristische aanslagen? Zijn de controles op vliegvelden en in overheidsgebouwen afdoende? Het gevoel van veiligheid in de hele westerse samenleving is aangetast, beseffen de politici. Hun eigen gevoel van veiligheid heeft een knauw gekregen.

Een sterke democratie verdient krachtige bescherming en bewaking. Maar dat staat tegelijkertijd weer op gespannen voet met de openheid en toegankelijkheid die bij de sterke democratie horen. Het gebouw van de Tweede Kamer is daarvan een voorbeeld. Wie dinsdagmiddag rond twee uur vanaf het Spui naar de ronde vergaderzaal van de Kamer kijkt, kan alle kamerleden achter glas zien lopen.

Mogelijke doelen
Defensieminister De Grave, die deze week al sprak van een nieuwe koude oorlog, heeft op zijn departement onmiddellijk een commissie in het leven geroepen die mogelijke terroristische doelen in Nederland in kaart moet brengen. Tegelijk heeft hij zijn ambtenaren opdracht gegeven zich te bezinnen over de betekenis van de gebeurtenissen in Amerika voor de wereldwijde strijd tegen het terrorisme.

Volgende week worden in de Tweede Kamer de algemene politieke beschouwingen gehouden. Die zullen in hoofdzaak gaan over de wereldpolitiek en over de positie van Nederland binnen het geheel. In de weken daarna zal de behandeling van de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Defensie veel aandacht trekken. Hoe gaat Nederland in eigen huis orde op zaken stellen?

Publieke opinie
Zal de democratie het terrorisme op die manier kunnen overwinnen? „Mijn standpunt betekent niet dat democratieën machteloos staan tegen inheems of internationaal terrorisme”, zei Walter Laqueur in 1977. „Maar het is wel zo dat hun samenwerking op wereldniveau een sprookje is en dat zij gewoonlijk geen beslissende actie kunnen ondernemen, voor er althans enige schade is aangericht. Men dient af te wachten tot de publieke opinie zich het gevaar volledig bewust wordt.”

Anno 2001 is de publieke opinie wat dat betreft verder dan ooit tevoren. Politici zien dat. Zal het sprookje van Laqueur eindelijk uitkomen?

Zie ook:
De Grave laat gevoelige doelen in kaart brengen