Senator Chuck Hagel: Amerika is voor altijd veranderd
Veiligheidsgevoel burger VS loopt geduchte averij opDoor Calvin Woodward (AP) WASHINGTON De idee van het onkwetsbare Amerika is gisteren in rook en vlammen opgegaan. Op het moment dat de Twin Towers van het World Trade Center (WTC) in New York ineenzakten, het Pentagon in brand stond en een gekaapt lijnvliegtuig in Pennsylvania neerstortte, was het gedaan met het gevoel van veiligheid van de Amerikanen. Misschien wel voorgoed. Amerika is voor altijd veranderd, zegt senator Chuck Hagel. In de straten van Washington speurden gisteren agenten met wapens in de aanslag het luchtruim af, vrezend dat er nog meer aanslagen met gekaapte Boeings zouden volgen. Er heerste verbijstering. Mensen zetten het op een lopen, zonder te weten waarheen. Velen maakten de vergelijking met de Japanse aanval op Pearl Harbor. Maar het grote verschil met die aanval is dat de daders dit keer niet bekend zijn. Zo verwoestend, zo frustrerend, wat kun je beginnen, vraagt softwareprogrammeur Ajay Kapoo zich af. Hij zag de explosies in de wolkenkrabbers van het World Trade Center vanuit zijn kantoor, dat twee blokken verderop ligt. Hoe hebben ze dit kunnen doen? zegt Joyce Jackson, een veiligheidsmedewerker van een telecombedrijf in Washington. Dit land zou ons moeten beschermen tegen zulke zaken. President George Bush was in Florida toen de golf van terreur losbarstte. Begeleid door straaljagers van de luchtmacht werd hij stap voor stap teruggevlogen naar Washington. Om veiligheidsredenen maakte hij tussenstops op als veilig beschouwde militaire bases in Louisiana en Nebraska. De vice-president, de leiders van het Congres en first lady Laura Bush werden naar veilige plaaten overgebracht een maatregel die niet eerder op zo'n grote schaal was toegepast en die eerder leek te passen in een scenario waarin de VS het doelwit zijn van een aanval met kernwapens. Kevin O'Keefe, een student uit Washington, was een van de vele Amerikanen die zich spontaan bij het Rode Kruis meldden om bloed te doneren. Ik kan niet geloven dat ik me in het hartje van D. C. in het centrum van een terroristische crisis bevind, zegt hij. Dit laat zien hoe kwetsbaar we zijn. John Croom (69), een gepensioneerde sergeant, keek vanuit zijn hoger gelegen huis verbijsterd toe hoe de rookwolken opstegen vanuit het Pentagon. Ik kan me niet voorstellen hoe ze dit hebben kunnen doen, zegt hij. Ze vlogen zo laag. Ik heb twintig jaar in het leger gezeten en ging ervan uit dat Washington werd beschermd. Het is niet de eerste keer dat de Amerikaanse illusie van niemand-doet-ons-wat een knauw heeft gekregen. Dat was ook al zo na de bomaanslag die in 1993 op hetzelfde WTC-gebouw werd gepleegd en waarbij zes mensen om het leven kwamen. En na de bomaanslag die tot gisteren de dodelijkste was op Amerikaans grondgebied: in Oklahoma City in 1995, waarbij 168 mensen omkwamen. Die daden van terreur hebben de Amerikanen al waakzamer gemaakt voor de mogelijkheid van terroristische aanslagen. Openbare gebouwen zijn beter beveiligd, maar tegen aanslagen als die van gisteren helpt dat weinig. Het door Bush geëntameerde debat over het raketschild tegen vijandige ballistische raketten lijkt opeens van een absurde abstractie, al moet dat in de eerste plaats beschermen tegen projectielen die vanuit het buitenland worden afgevuurd. Veranderen Deze aanslagen hebben het vermogen de manier waarop wij onze levens leven in dit land, te veranderen, zegt Congreslid Ted Strickland. Ik denk niet dat we ons ooit nog net zo veilig zullen voelen als voorheen. |