Voorpagina11 september 2001

Paniek en chaos bepalen straatbeeld

NEW YORK/WASHINGTON – Na de serie aanslagen heersten er dinsdag in New York en Washington chaos en paniek. Bebloede, onder het roet zittende mensen stroomden uit de twee wolkenkrabbers van het World Trade Center, voordat deze instortten. Onduidelijk is hoeveel mensen zich in veiligheid konden brengen.

Bij de politie-afzettingen in de buurt stonden duizenden mensen die vroegen om informatie over het lot van vrienden en familie. Velen huilden of schreeuwden. Een ontgoochelde brandweerman: „Zelfs in weken kunnen we niet alle slachtoffers opgraven die hier onder de brokstukken liggen.” Manhattan en de aangrenzende wijken van New York waren urenlang in dichte rookwolken gehuld.

De ziekenhuizen in de wijde omgeving waren binnen korte tijd overvol. „Hier overlijden mensen, ik weet niet hoeveel”, zei een verpleger desgevraagd en legde de hoorn neer. Politie en brandweer hebben alle beschikbare mensen ingezet. Telefoonnetwerken en computerverbindingen in en rond New York begaven het.

Verkeerschaos
In Washington ontstond een verkeerschaos nadat alle medewerkers van overheidsdiensten naar huis waren gestuurd. Verkeersregels leken soms niet meer te gelden. Voetgangers moesten automobilisten ontwijken die door rood licht reden.

Mensen met mobiele telefoons probeerden vergeefs vrienden en familie te bereiken, omdat de netten overbelast waren. Daardoor ontstonden lange rijen voor openbare telefooncellen.