Voorpagina9 mei 2001

Hof wil eerst deskundigen raadplegen

Meer onderzoek in
zaak-Brongersma

Van onze binnenlandredactie
AMSTERDAM – Het Amsterdamse gerechtshof wil eerst twee deskundigen raadplegen voordat het een uitspraak doet in de strafzaak tegen de Haarlemse huisarts P. Sutorius. Een van de deskundigen is juridisch adviseur van de KNMG, de artsenorganisatie die zich fel kantte tegen het ontslag van rechtsvervolging in deze zaak.

In de uitspraak die het hof gisteren deed, geeft het aan dat het meer helderheid wil over de taak van een arts. Het hof wil weten of hij in mag gaan op een verzoek om euthanasie wanneer een patiënt niet psychiatrisch of somatisch lijdt, maar het leven als zinloos ervaart. Verder willen de rechters weten of daarover overeenstemming bestaat binnen de beroepsgroep.

De huisarts Sutorius, die in deze zaak terechtstaat, hielp in april 1998 de 86-jarige oud-senator E. Brongersma op diens verzoek bij zelfdoding door hem een dodelijk drankje te geven. De hoogbejaarde man wilde niet meer verder leven. Hij was niet ziek maar zag op tegen een verdere aftakeling en was sterk vereenzaamd.

De rechtbank in Haarlem ontsloeg Sutorius van rechtsvervolging. Een belangrijke overweging was dat Brongersma naar de mening van de rechters ondraaglijk leed. De huisarts had volgens de rechtbank een gerechtvaardigde keuze gemaakt uit onderling strijdige plichten.

Het gerechtshof vindt dat de rechtbank voorbij is gegaan aan de vraag of een huisarts in een dergelijke situatie wel de taak heeft om op een verzoek om hulp bij zelfdoding in te gaan. Brongersma leed immers niet aan een aandoening. Ook heeft de rechtbank niet duidelijk gemaakt hoe de beroepsgroep denkt over levensbeëindiging bij patiënten die levensmoe zijn.

Doorgeefluiken
De deskundigen die het hof hierover wil raadplegen, zijn prof. J. Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, en prof. dr. J. Spreeuwenberg, hoogleraar integratie geneeskundige zorg voor chronisch zieken aan de Universiteit Maastricht. Zij kunnen binnen enkele weken schriftelijk antwoorden.

Legemaate is tevens als juridisch adviseur verbonden aan de artsenorganisatie KNMG. Bij monde van voorzitter R. Hagenouw keerde deze organisatie zich tegen de uitspraak van de Haarlemse rechtbank. „Artsen dreigen doorgeefluiken te worden voor euthanasiemiddelen aan mensen die het leven niet meer zien zitten”, luidde zijn reactie. „Een gevaarlijke ontwikkeling”, vond hij.

Ook Legemaate zelf liet weten niet gelukkig te zijn met het vonnis. Hij zat er niet om te springen. „We moeten ons afvragen of we deze kant op willen”, verklaarde hij in Trouw.

Spreeuwenberg was jarenlang hoofdredacteur van Medisch Contact. Hij vindt dat artsen uiterst terughoudend met euthanasie moeten omgaan en staat zeker niet bekend als voorstander van een ruimere euthanasiepraktijk.

„Niet nodig”
Het openbaar ministerie had twee weken geleden schuldigverklaring geëist zonder daarbij straf te eisen. Advocaat-generaal mr. B. Myjer achtte straf niet nodig, omdat hij vond dat Sutorius integer had gehandeld. Wel stelde hij dat Sutorius een grens had overschreden en om die reden gecorrigeerd diende te worden.

Het vonnis van de Haarlemse rechtbank stuitte niet alleen in artsenkringen op verzet maar ook in de politiek. Minister Korthals van Justitie zei niet blij te zijn met het vonnis. Een meerderheid in de Tweede Kamer deelt dat gevoel.

De advocate van Sutorius, mr. M. Oosting, vindt het nieuwe onderzoek niet nodig. Ze wijst erop dat de rechtbank in Haarlem al drie deskundigen heeft geconsulteerd. Zij is vooral verbaasd over de keuze voor een jurist (Legemaate). De raadsvrouw had liever gezien dat een ethicus gehoord zou worden, omdat die ook zitting hebben in de toetsingscommissies. „Ik heb begrepen dat de twee deskundigen tamelijk conventionele, traditionele opvattingen hebben over euthanasie.”

De nieuwe behandeling van het hoger beroep zal waarschijnlijk na de zomer plaatsvinden.