Voorpagina24 maart 2001

Dossier Euthanasie

Humane idealen trouw gebleven

Door mr. S. de Jong
Een „zeer dappere vrouw”, luidde het oordeel van rechter Graham Boal. Heather Pratten had haar zoon actief geholpen een einde aan zijn leven te maken. Niemand mag deze „zeldzame en hoogst uitzonderlijke zaak” waarin iemand „bijdraagt aan de dood van een ander” beschouwen als precedent, waarschuwde Boal. Want euthanasie is en blijft verboden in Groot-Brittannië.

Op zijn 42e verjaardag nam Nigel Goodman een dodelijke dosis heroïne. Nigel had zijn moeder eerder te kennen gegeven dat hij wilde sterven wanneer hij de hersenziekte die hem sloopte als ondraaglijk zou ervaren. Toen haar zoon in coma was weggezakt, smoorde Heather hem met een kussen. Daarna gaf ze zichzelf aan bij de politie.

Op 26 oktober 2000 deed het High Court uitspraak. Rechter Graham Boal ontsloeg Heather Pratten van rechtsvervolging, maar liet de deur naar euthanasie potdicht. Tot groot verdriet van de ”Voluntary Euthanasia Society” (VES), die de zaak-Pratten beschouwt als typisch voorbeeld van wantoestanden waartoe het ontbreken van een gedegen wettelijke regeling kan leiden.

Jaloers kijkt de beweging naar landen waar euthanasie c.q. door artsen geassisteerde zelfmoord is gelegaliseerd. Het instemmen van de Nederlandse Tweede Kamer, 28 november vorig jaar, met het euthanasiewetsvoorstel kreeg aan de overkant van het Kanaal een juichend onthaal. „Wij hebben veel met onze buren gemeen”, zei voorzitter Malcolm Hurwitt. „Wij hopen dat het niet lang zal duren, voordat de moeder van de parlementen in Londen in staat zal zijn dit voorbeeld te volgen.”

Gelet op het feit dat de VES zich graag in het licht van de humanitaire en democratische traditie koestert, is het opmerkelijk dat de beweging in het verleden weinig immuun bleek voor inhumane ideologieën. Recent gepubliceerd onderzoek van de Canadese historicus Ian Dowbiggin vormde voor de Frankfurter Allgemeine Zeitung aanleiding het geheugen van deze en gene wat op te frissen.

Pantheïsme
In 1935 vond in de Midden-Engelse stad Leicester de oprichting plaats van de ”British Voluntary Euthanasia Legislation Society”. Het oprichtingscomité bestond uit geestelijken en geneeskundigen die er een uitgesproken mening over euthanasie op nahielden. Intellectueel gewicht ontleende de beweging aan vooraanstaande schrijvers zoals George Bernard Shaw, Virginia Woolf en H. G. Wells.

Drijvende kracht was de secretaris van de vereniging, C. Killick Millard. Deze arts in dienst van Leicester belichaamde het prototype van de 'klassieke' euthanasieactivist. Hij was strikt geheelonthouder, overtuigd voorstander van hervormingen op sociaal en gezondheidsgebied, stond kritisch tegenover overheidsgezag en kerkelijke autoriteit, en betoonde zich warm aanhanger van eugenetica en pleitbezorger van geboortebeperking.

Als lid van de unitarische kerk bestond zijn 'geloof' uit een combinatie van pantheïsme, wetenschappelijk vooruitgangsdenken en christelijk getint maatschappelijk activisme. Niet het zielenheil, maar de zelfontplooiing van het autonome individu in een humane en verlichte samenleving vormde het ijkpunt van het unitarische denken. Controle over zowel het begin als het einde van het leven past goed in dat beeld. Bedenkingen daartegen van religieuze aard waren en zijn voor de VELS-leden uitingen van bijgeloof.

Helaas voor de beweging stak het Hogerhuis een stokje voor het wetsontwerp dat euthanasie beoogde te legaliseren, waaraan Millard en zijn geestverwanten zo hard hadden zitten werken. De Lords zagen niets in de plannen, die overigens opvallende gelijkenis vertonen met de wetgeving die in ons land op stapel staat.

Talrijke leden van de euthanasiebeweging waren eveneens bij de ”British Eugenetics Society” aangesloten. De voorzitter van deze club stelde Millard voor euthanasie te rangschikken in de catalogus van maatregelen met het oog op het opvijzelen van de kwaliteit van het menselijke ras.

Overigens was dergelijk gedachtegoed toentertijd in grote delen van Europa salonfähig, in het bijzonder in nazi-Duitsland. Maar zelfs toen na de Tweede Wereldoorlog de volle omvang van het euthanasieprogramma van de nazi's stukje bij beetje bekend raakte, weigerde een significant aantal voorvechters van euthanasie halsstarrig hun eugenetische gedachtegoed overboord te kieperen.

Geestverwant
Een treffend voorval vond plaats in 1950, toen de Oostenrijker Siegbert Ramsauer Millard een brief schreef. In zijn hoedanigheid van SS-arts in het concentratiekamp Mauthausen had Ramsauer twee zieke gevangenen met een injectie 'uit hun lijden verlost' en anderen geselecteerd om te worden gedood, vergrijpen waarvoor een Britse militaire rechter hem tot levenslang had veroordeeld.

In een schrijven aan Millard vroeg Ramsauer of de arts voor gratie wilde pleiten bij de Britse kroon. De gevangen Oostenrijker stelde dat hij immers iemand was die zelfs onder de moeilijkste omstandigheden de humane idealen van euthanasie trouw was gebleven. Dat raakte de juiste toon bij Millard, die zich daarop daadwerkelijk, maar tevergeefs inspande de SS'er vrij te krijgen.

Solidariteit met een geestverwant, het vaste geloof met euthanasie de goede zaak voor te staan, woog sterker dan de barrière van oorlogsmisdaden en ontspoorde nationaal-socialistische ideologie. De blinde ijver die Millard kenmerkte, kan veel van zijn medestrijders worden toegedicht, concludeert de Frankfurter Allgemeine.

Terug naar het heden, de ijver is gebleven. De VES voert intensief campagne om het publiek voor te lichten. Met kennelijk succes, want een peiling die het massablad The Sun in 1997 liet uitvoeren, toont aan dat de grote meerderheid van de Britten toe is aan een ruimere euthanasiepraktijk dan zowel de Labour-regering als de Conservatieve oppositie aandurven.

Woordvoerster Tamora Langley: „Onze organisatie wordt steeds professioneler. We onderhouden contact met de media, bezoeken congressen en conferenties, geven consults. Mensen zijn niet goed geïnformeerd, en dat moet veranderen. Binnen een jaar of tien moet het publieke debat naar een hoger niveau zijn getild.” Spijtig constateert Paul Danon van de Society for the Protection of the Unborn Child (SPUC): „De euthanasielobby kan leunen op nagenoeg het volle gewicht van het establishment, dat vóór zulke zaken is. Ze hebben daar de media volledig achter zich.”

Versneld
Een ander spoor dat de VES bewandelt, zolang legalisering van euthanasie nog toekomstmuziek blijft, is het promoten van ”wilsverklaringen”. De vereniging wil de Britten een documentje laten ondertekenen waarin zij aangeven in welke gevallen ze géén medische behandeling willen ondergaan. Hoewel deze verklaringen formeel los staan van euthanasie, scheppen ze sluipend een klimaat waarin de voorwaarden voor legalisering gedijen, vreest de pro-life-beweging.

Deze beschouwt het streven van de VES de verklaring aan een wettelijke status te koppelen, als poging de politieke achterdeur alvast op een kier te zetten voor een bredere regeling van euthanasie. Truc of niet, vooralsnog zet het streven weinig zoden aan de dijk. Na lang wikken en wegen besloot de regering najaar 1999 af te zien van een wettelijke onderbouwing van de wilsverklaring.

Anderzijds sneuvelde vorig jaar door tegenwerking van de regering een door Conservatief lagerhuislid Ann Winterton ingediend wetsvoorstel tegen euthanasie. De ”Medical Treatment Bill” zou het onwettig maken een patiënt die niet in de stervensfase verkeert geen medische behandeling te verlenen, of deze voedsel of drinken te onthouden met als oogmerk of gevolg diens versnelde dood.

Doel van het wetsvoorstel was de rechterlijke uitspraak in de zaak rond Tony Bland terug te draaien. De voetbalsupporter raakte bij het drama van 1989 in het Hillsborough-stadion zwaargewond, en verkeerde sindsdien in een permanente vegetatieve staat. Na een langdurige juridische strijd werd in 1993 de apparatuur die hem in leven hield uitgeschakeld.

Geschrokken
De lobby van medische wereld had succes. Bij artsenorganisaties en andere verbanden in de gezondheidszorg bestond de vrees dat het 'draconische' voorstel tot een drastische toename van het aantal strafrechtelijke veroordelingen van artsen zou leiden. Voor je het weet, gaan bedroefde nabestaanden allerlei onbezonnen processen aanspannen tegen vermeend nalatig medisch personeel!

Staatssecretaris van Gezondheid Yvette Cooper noemde in het Lagerhuis een nieuwe wettelijke constructie overbodig. De huidige regelgeving zou immers voldoende in bescherming van patiënten voorzien. Daarbij onderstreepte ze de „volledige en voortdurende oppositie” van de Britse regering tegen euthanasie. Het parlement laat het nu aan de rechterlijke macht over stap voor stap tot een werkbare praktijk te komen.

Dr. Richard Lemirton, die bij een instelling werkt die terminaal zieke patiënten bijstaat in hun laatste levensfase: „Zonder van een ideaalsituatie te durven spreken, ben ik toch voorzichtig tevreden met de huidige situatie rond euthanasie.” Terwijl nog vorig jaar de beschuldiging klonk dat onder de vlag van het National Health System (NHS) bejaarden in het hele land stilletjes zouden worden uitgedroogd? De arts uit Wales ontkent met klem dat er sprake zou zijn van een aanzienlijke verborgen euthanasiepraktijk in zijn land.

„Natuurlijk zou ik graag meer geld krijgen voor palliatieve zorg”, voegt hij eraan toe. „Want als we tegen euthanasie zijn, moeten we een alternatief bieden. Euthanasie is een schreeuw om hulp. Ik herinner me één geval waarin iemand mij serieus vroeg of ik hem wilde doden. Dat was in 1971, dertig jaar geleden. Ooit heb ik een patiënt die met de gedachte speelde, voorgesteld: Als u wilt, dan maak ik u nu dood. Uitermate geschokt riep hij: Oh no, not now! Euthanasie betekent mensen die in nood verkeren, te laten sterven. Daar is per definitie niets zachts aan. Wij proberen hun lijden te verlichten.”

Kousenvoeten
Toch is het een teken aan de wand dat de tegenstanders van euthanasie zich in de jaren negentig sterker gaan zijn organiseren. De in 1991 opgerichte organisatie ”Alert” (Against Legalised Euthanasia – Research and Teaching) is een van die clubs. Samen met aanverwante organisaties voert Alert oppositie tegen onder andere de wilsverklaringen.

Het is vooral de combinatie met andere ontwikkelingen, die het 'm doet. Neem bijvoorbeeld een richtlijn uit 1997 van de British Medical Association (BMA) voor chirurgen. Deze verleent de beroepsgroep het „morele recht” de dood van een patiënt met hersenbeschadiging die „aantoonbaar een afschuwelijk leven” zal leiden, niet te verhinderen. Begin 1999 kwam er een nieuwe, soortgelijke richtlijn, die voortborduurt op de zaak-Bland.

Combineer deze richtlijnen met een vooraf ingevulde wilsverklaring, en (passieve) euthanasie komt op kousenvoeten aangeslopen, meent de pro-life-beweging. Om die reden ook is ze vierkant tegen wetgeving die in de maak is om de zeggenschap over het al dan niet laten voortduren van een behandeling van wilsonbekwame patiënten geheel en al in handen van hun wettelijk vertegenwoordigers te leggen.

Zou het misschien zinvol zijn, zoals in Nederland gebeurt, levenswensverklaringen op te stellen die aangeven dat de persoon in kwestie wél medische behandeling wenst te ondergaan? „Daarmee zijn we uitgesproken terughoudend”, zegt Danon (SPUC). „Medische zorg moet vanzelfsprekend zijn. Het introduceren van dergelijke 'positieve' wilsverklaringen is een impliciete erkenning dat wat normaal zou moeten zijn uitzondering is geworden.”

Geesteszieken
Dat het 'vanzelfsprekende' van medische behandeling op de tocht staat, blijkt uit het recente debat over het reanimatiebeleid. Enkele sterfgevallen vormden voor de nabestaanden aanleiding ziekenhuizen van „euthanasie-via-de-achterdeur” te beschuldigen. Geconfronteerd met deze verwijten, stelde de BMA richtlijnen op waaraan de artsen moeten voldoen. ”Niet reanimeren”-briefjes mogen geen automatisme worden”, aldus de artsenorganisatie. Is er twijfel over de wil van de patiënt? – dan reanimeren. Deze maand moeten alle Britse ziekenhuizen hun zaakjes op orde hebben.

Dat de regering hiertoe opdracht heeft gegeven, komt niet uit de lucht vallen. Zo sprak voorzitter Bert Massie van de Commissie voor de rechten van gehandicapten in The Times van gevallen waarin gehandicapten zonder daarvan weet te hebben een ”niet-reanimeren”-briefje op hun kleding hadden zitten. „Sommige medici hechten nu eenmaal minder waarde aan de kwaliteit van het leven van gehandicapten”, aldus Massie.

„Gehandicapten realiseren zich dat sommigen hen als minderwaardig beschouwen”, zegt Danon. „Wat zijn vervolgens de consequenties? Het vrijwillige karakter van euthanasie kan zo gemakkelijk in het tegenovergestelde omslaan.” Om op het verleden van de VES terug te grijpen, waar Millard in het openbaar de vrijwilligheid van euthanasie beklemtoonde, hadden zijn medestrijders zo hun eigen plannen.

Zo wilde Sir James Purvess-Stewart, arts in het Westminster-ziekenhuis, met behulp van euthanasie de voortplanting van „sociale probleemgroepen” aan banden leggen. Zijn collega J. Myles Bickerton stelde voor ook ouders van zwaar gehandicapte kinderen toestemming te verlenen euthanasie te laten plegen. En de geestelijke Rattray zag het wel zitten te verhinderen, dat geesteszieken „normale mensen lastig vallen en hun geestelijke en lichamelijke gezondheid ondermijnen.”

Uit tactische overwegingen wees Millard bespiegelingen betreffende gedwongen euthanasie af. Vooral de Rooms-Katholieke Kerk zou daar al te gretig op inhaken, vreesde hij.

Tapijt
„In plaats van patiënten te helpen zichzelf te doden, zouden artsen hen moeten helpen om te gaan met de problemen waarmee zij hebben te kampen”, stelt John Airey van de Pro-life Alliance. Danon: „Je merkt dat de aandacht voor palliatieve zorg minder wordt, naarmate euthanasie meer acceptabel wordt. Wij zijn bang voor de ervaringen in Nederland.” Lemirton: „Tot op heden is er gelukkig niets dat erop wijst dat we in die richting gaan.”

„Helaas, euthanasie is bij de komende verkiezingen geen belangrijk thema”, verzucht Langley. „De politiek zal het waarschijnlijk weer onder het tapijt vegen, het ligt veel te gevoelig. De Labour-regering heeft ons teleurgesteld. We hebben nog een lange weg te gaan voordat we ooit zo ver komen als België en Nederland.”

Zie ook:
Organisaties openen website euthanasiedebat