Commentaar13 december 2000

Klap voor Gore


Eindelijk lijkt er duidelijkheid te zijn gekomen over de kwestie wie de nieuwe president van de Verenigde Staten wordt. Het federaal hooggerechtshof heeft gisteravond het vraagstuk van de omstreden stemmen teruggestuurd naar de collega's in Florida. Volgens het hof in Washington hebben de rechters in de staat Florida nagelaten duidelijke richtlijnen te geven voor het hertellen van de omstreden stemmen.

De uitspraak van het federaal hooggerechtshof betekent een gevoelige nederlaag voor Al Gore. Al vrij snel na het bekend worden van het vonnis van het federaal hooggerechtshof lieten vooraanstaande Democraten weten dat Gore nu beter „met opgeheven hoofd” het strijdtoneel kan verlaten. De presidentskandidaat zelf gaf gisteravond te kennen daar eerst nog een nachtje over te willen slapen en daarna met zijn juridisch team de „ingewikkelde uitspraak” te willen analyseren. Pas daarna kon het Amerikaanse volk een reactie van hem krijgen.

Het is de vraag of Al Gore er verstandig aan zou doen het juridisch gevecht om het Witte Huis nog langer voort te zetten. Inmiddels hebben Amerikanen en een groot deel van de wereld genoeg van het steekspel dat de twee presidentskandidaten en hun advocaten voeren. Gore heeft steeds beweerd dat het hem uitsluitend ging om een eerlijke uitslag, in het belang van de democratie. Wanneer hij nog langer doorvecht, zijn er nog meer vraagtekens bij deze stelling te plaatsen dan er al stonden.

Uiteraard heeft iedereen belang bij een correcte uitslag. Op dat punt zijn er kanttekeningen te maken bij de achterliggende verkiezingen. Iedereen weet dat daarbij het een en ander is misgegaan. Dat zal een les zijn voor de Amerikanen bij toekomstige verkiezingen. De vraag is echter of een juridisch gevecht zoals dat de achterliggende maand plaatshad, dienstig is voor de democratie. Zo langzamerhand wekte dat de indruk dat de kandidaten over en weer elkaar het zo moeilijk mogelijk probeerden te maken.

Hoe de beslissing van de Amerikaanse rechters ook zou zijn uitgevallen, niemand kan een positief gevoel hebben over de gang van zaken. Ook al zou Gore hebben gewonnen, dan restte een kater.

Wanneer Bush een regering gaat vormen, doet hij er –gelet op de ontwikkelingen van de achterliggende weken– goed aan daarin Democraten op te nemen. Daarmee zou hij de steun voor zijn beleid binnen de Amerikaanse samenleving kunnen vergroten. Dit klemt temeer omdat in absolute zin Gore meer stemmen kreeg dan Bush. Dat de Republikein uiteindelijk de sleutel van het Witte Huis kon krijgen heeft te maken met het systeem van kiesmannen.

Dat Bush in januari de scepter van Clinton overneemt, is positief. Op veel punten stemmen beide presidentskandidaten overeen. Maar uitgerekend op de ethisch gevoelige kwesties doen zij dat niet. Ook al zegt Gore dat hij een wedergeboren christen is, het blijkt niet in zijn politiek program. Daarin doet hij niet onder voor de paarse coalitie in ons land. Op het terrein van abortus wil hij de teugels laten vieren. Hij is voorstander van een homohuwelijk en is tegen de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Gores rivaal heeft op deze punten juist een tegenovergesteld standpunt.

In de media heeft Bush het in de achterliggende maanden af moeten leggen tegen Gore. Gore was de deskundige staatsman en Bush de lompe Texaanse boer, die vooral voor de doodstraf is. Daarbij werd steevast vergeten dat Gore zich niet tegen de doodstraf heeft uitgesproken. Op dat punt bestaat er weinig verschil tussen beide kandidaten, zij het dat Bush als gouverneur daadwerkelijk opdracht gaf tot uitvoering. Ook wordt gemakshalve vergeten dat Bush een opleiding heeft gehad aan gerenommeerde universiteiten. De vraag is of hij zijn kennis weet om te zetten in een visie waar de Amerikanen de komende jaren mee uit de voeten kunnen. En dan vooral ook een visie die christelijke waarden en normen veiligstelt.