Voorpagina 5 december 2000

Symbool van de onafhankelijkheid

Oud-premier
van Suriname
Arron overleden

Van onze buitenlandredactie
PARAMARIBO – De Surinaamse oud-premier Henck Arron is gisteren tijdens een bezoek aan Nederland overleden. Dat hebben kringen rond zijn politieke partij NPS in Suriname bevestigd. Arron werd 64 jaar.

Arron
Arron was lange tijd de leider van creoolse NPS. Hij leidde Suriname in 1975 versneld naar de onafhankelijkheid. Juist vorige week werd Arron door president Venetiaan tijdens de herdenking van die onafhankelijkheid geridderd. De oud-premier stierf in Alphen aan den Rijn in zijn slaap aan een hartstilstand. Hij was afgelopen weekeinde in Nederland, onder meer voor een debat dat zondag in het Tropenmuseum in Amsterdam werd gehouden over 25 jaar Surinaamse onafhankelijkheid. Bij dat debat was ook minister van VROM Pronk aanwezig. Pronk was minister voor Ontwikkelingssamenwerking toen Suriname onafhankelijk werd.

In Suriname zijn tientallen mensen naar het huis van Arron gegaan om daar hun deelneming te betuigen aan zijn weduwe en zijn familie. „Een slag voor het proces dat Suriname als onafhankelijke natie moet voortzetten”, noemt de Surinaamse president Ronald Venetiaan het zeer plotselinge overlijden van oud-premier Henck Arron. De oud-premier was de „vader van het onafhankelijke Suriname”, aldus Venetiaan.

De president zegt nauwelijks raad te weten met het overlijdensbericht, vooral omdat het is gekomen op een voor Arrons echtgenote bijzondere dag. Arron is overleden op de verjaardag van zijn vrouw. De Nationale Partij Suriname is zeer geschokt en erg verdrietig gestemd, zegt Venetiaan, die ook voorzitter is van de NPS.

Tweede Kamer
De voorzitter van de Tweede Kamer, Van Nieuwenhoven, en het VVD-kamerlid Weisglas, reageerden gisteren geschokt op het overlijden van de Surinaamse oud-premier Arron. „Vanmiddag hebben we nog een lunch met hem gehad. Het was uiterst plezierig”, vertelt Van Nieuwenhoven. „Ik schrik heel erg van het bericht van zijn overlijden.”

Volgens Weisglas zat de oud-premier tijdens de maaltijd vol grapjes en anekdotes. „Ik ben geen medicus, maar er was niets aan hem te merken. Om vijf voor half drie hebben we hem uitgezwaaid op de stoep van het Tweede-Kamergebouw. „Ik zie de auto nog wegrijden. Het is gewoon niet te bevatten”, aldus Weisglas. „Hij was echt de man van de onafhankelijkheid van Suriname. Hij voerde de onderhandelingen met Den Uyl en Pronk. Je kunt over de onafhankelijkheid van Suriname denken hoe je wilt, maar voor Suriname is het een belangrijke historische gebeurtenis. Arron was de man erachter. Voor zijn land is hij dus heel belangrijk geweest.”

Gevangen
Arron gaat de geschiedenis in als de jongste premier die Suriname ooit heeft gehad, maar ook als de eerste regeringsleider van de republiek Suriname. Arron zou op 9 december in Nederland gehuldigd worden door (voormalige) landgenoten „voor alles wat hij voor Suriname betekend heeft en betekent.” Ook de NPS-afdeling Nederland, zijn politieke partij, zou hem enkele dagen daarna huldigen.

Arron vertrok in 1956 naar Nederland na de middelbare schoolopleiding in Suriname te hebben afgerond. Hij deed een studie internationaal bankwezen en werkte enkele jaren bij de Amsterdamse Bank. In 1963, terug in Suriname, werd hij benoemd tot onderdirecteur van de Volkscrediet Bank (VCB).

Vanaf 1963 was Arron, die twee jaar eerder als bestuurslid tot de creoolse politieke partij NPS toetrad, lid van het parlement, de Staten van Suriname. Dat bleef hij tot 1973, toen hij na algemene verkiezingen premier werd. Op 15 februari 1974 kondigde hij aan dat Suriname „ultimo 1975” onafhankelijk zou worden van Nederland. Hij leidde Suriname uiteindelijk de onafhankelijkheid in, hoewel een groot deel van de hindoestanen onder aanvoering van de huidige parlementsvoorzitter Lachmon daar weinig voor voelden. Lachmon draaide uiteindelijk bij.

Een ambitieus economisch programma kwam onder aanvoering van Arron na 1975 niet van de grond. De premier schortte door hem toezegde verkiezingen op. Toen het in 1977 toch tot een stembusgang kwam en Arrons NPS won, werd hij beticht van fraude. Zijn regering stond onder druk en beschuldigingen over corruptie waren niet van de lucht. Arron werd na de militaire coup van 1980 onder aanvoering van Desi Bouterse gearresteerd en zat enkele maanden onschuldig in het gevang.

Bij het herstel van de democratie in de voormalige Nederlandse kolonie heeft hij een belangrijke rol gespeeld. Na de verkiezingen van 1987 werd hij vice-president, een functie die hij bekleedde tot de zogenaamde telefooncoup van 1990. Op 24 december van dat jaar stuurden militairen de regering-Shankar met een telefoontje naar huis.