Klimaatconferentie
van groot belang

Minister Pronk van Milieu is voorzitter van de conferentie, waaraan zo'n 10.000 mensen deelnemen, inclusief 2000 vertegenwoordigers van de pers. De conferentie in het Nederlands Congres Centrum duurt tot en met 24 november.

Iedereen is het erover eens dat de conferentie van doorslaggevend belang is voor de uitwerking van afspraken die in 1997 zijn gemaakt op de klimaatconferentie van Kyoto. Daar beloofden de industrielanden dat zij in 2010 5,2 procent broeikasgassen minder zullen uitstoten dan in 1990. Per land is een percentage vastgesteld. Zo moet Nederland de uitstoot met 6 procent verminderen en de Verenigde Staten met 7 procent.

In Den Haag moeten de landen het eens worden over de manier waarop zij hun verplichtingen mogen nakomen. De eerste vraag is hoeveel maatregelen een land zelf moet nemen. Daarbij komt ook aan de orde welk deel van zijn verplichting gerealiseerd mag worden met maatregelen in het buitenland.

Vervolgens is de vraag met welke maatregelen dat kan, en hoe de opbrengst daarvan zal worden gemeten. Ten slotte moeten de landen afspreken hoe een en ander wordt gecontroleerd, en welke straf een land krijgt dat niet aan zijn verplichting voldoet.

Spannend wordt vooral of de Verenigde Staten en de Europese Unie het over al deze zaken eens kunnen worden. Gebeurt dat, dan kan het Kyoto-protocol uit 1997 binnen een paar jaar definitief worden bekrachtigd. Zo niet, dan worden de termijnen uit het protocol onhaalbaar en kunnen de onderhandelingen weer van voren af aan beginnen.

De tweede week is beslissend. Dan hebben de onderhandelingen tussen de ministers en andere regeringsvertegenwoordigers plaats, nadat ambtenaren het nodige voorwerk hebben verricht. Staatssecretaris Benschop (Buitenlandse Zaken) vertegenwoordigt Nederland.

Weddenschap
Minister Pronk (VROM) ging zaterdag een weddenschap aan met jongeren over het milieu. Op zijn ministerie ondertekenden hij en Valentijn de Neve namens de scholieren en Toos van Noordwijk namens de studenten een speciale oorkonde. De jongeren, die bij verschillende milieuorganisaties zijn aangesloten, wedden dat zij binnen zes maanden hun eigen kooldioxide (CO₂)-uitstoot met 8 procent kunnen verminderen.

Bij verlies zullen ze een week lang de ministers en staatssecretarissen met een riksja naar hun afspraken te brengen. Winnen de jongeren, dan krijgen ze van Pronk hulp bij het zoeken naar een pand voor een milieucentrum.