Bush bepleit exploratie van natuurgebieden in AlaskaOlie staat centraal in verkiezingsstrijd VSVan onze correspondent NEW YORK De stijgende olieprijs en de groeiende afhankelijkheid van de VS van olie-importen is plotseling een centraal thema geworden in de verkiezingscampagne van de Republikeinse presidentskandidaat George Bush. Hij heeft al laten weten dit onderwerp morgenavond aan te snijden in het eerste televisiedebat met zijn Democratische rivaal vice-president Al Gore. De gestaag stijgende olieprijs was twee weken geleden voor Gore aanleiding om er bij president Clinton op aan te dringen een deel van de zogeheten strategische oliereserves van de VS vrij te geven. President Clinton reageerde positief, met als gevolg dat de olieprijs beduidend zakte. De Democraten zijn bang dat de energieprijzen zo sterk stijgen dat verwarming de komende winter voor veel burgers een probleem wordt. Dat geldt vooral voor New England, het koude noordoosten van de VS, waar de Democraten veel aanhangers hebben. Noodgrepen Het duurde niet lang of het Bush-kamp beschuldigde de regering-Clinton/Gore ervan de strategische oliereserves te misbruiken voor electorale doeleinden. Zulke noodgrepen maken duidelijk dat het de regering-Clinton/Gore de afgelopen acht jaar volledig ontbroken heeft aan een efficiënt energiebeleid, aldus Bush. Hij wijst erop dat de VS momenteel 56 procent van hun oliebehoefte importeren. Tijdens de oliecrisis in het begin van de jaren zeventig was dat nog 36 procent. Zelfs de Iraakse dictator Saddam Hussein is onder het Clinton-regime weer een olieleverancier van de VS geworden, aldus Bush. Om de nationale olieproductie op te voeren en daarmee de afhankelijkheid van importen te beperken stelt Bush nu voor een deel van het beschermde natuurgebied in Alaska open te stellen voor olie-exploratie en later voor mogelijke exploitatie. Dat leidde onmiddellijk tot de beschuldiging van Gore en zijn vice-presidentskandidaat Joe Lieberman dat de Republikeinen 's lands laatste natuurgebieden willen opofferen aan de belangen van de olie-industrie. Big Oil werd de afgelopen dagen een populair spookbeeld dat Gore en Lieberman de kiezers voorhielden. Daarbij verwijzen zij naar het verleden van Bush en zijn vice-presidentskandidaat Dick Cheney, die beiden in de olie-industrie gewerkt hebben en wier campagnes massaal door die industrie worden gesteund. Moeite Clinton en Gore hadden enige moeite om de vrijgave van een (klein) deel van de oliereserves vrij te geven goed te praten. Vorige winter weigerde Clinton dat nog in alle toonaarden, erop wijzend dat de reserves bedoeld zijn voor crisistijden. Daarvan was echter geen sprake. Ik ben toen scherp gekritiseerd wegens dat besluit en wegens mijn pleidooi te wachten op de marktontwikkelingen. Ik ben ervan overtuigd dat dat wachten niet langer zin heeft en daarom heb ik nu besloten wél een deel van de oliereserves beschikbaar te stellen, aldus Clinton, die de volle verantwoordelijkheid van die beslissing voor zijn rekening neemt. Een beslissing die Bush extra munitie verschaft om op Washingtons energiebeleid te schieten. Dat geeft Gore weer de mogelijkheid zijn milieubeleid naar voren te schuiven. |