Voorpagina 11 september 2000

Milieuthermometers meten weinig draagvlak

CO2-doelstelling bij
lange na niet gehaald

Van onze binnenlandredactie
DEN HAAG – Ondanks de groeiende bevolking en de sterk toenemende welvaart neemt de belasting van het milieu op een aantal punten in absolute zin af. Voor milieubeleid dat is gericht op gedragsverandering van de burger of beïnvloeding van de economische structuur, is echter weinig draagvlak. En de CO2-doelstelling voor Nederland wordt op geen stukken na gehaald.

Dat zijn enkele conclusies uit de Milieubalans 2000 en de vijfde Milieuverkenning die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vanmorgen presenteerde.

De Milieubalans verschijnt jaarlijks en geeft weer hoe de milieukwaliteit in Nederland zich in het afgelopen jaar ontwikkelde. Het rapport is een belangrijke bouwsteen voor het Milieuplan van het ministerie van VROM. De Milieuverkenning verschijnt dit jaar voor de vijfde keer en gaat in op de verwachte ontwikkeling van het milieu in Nederland gedurende de komende 25 jaar. Dit werkstuk vormt de wetenschappelijke basis voor het komende (vierde) Nationaal Milieubeleidsplan (NMP).

Ondanks de gestegen behoefte aan energie voor particuliere consumptie, daalde de Nederlandse uitstoot van het broeikasgas CO2in 1999 voor het eerst in tien jaar met ongeveer 2 procent. Die daling is met name te danken aan de import van elektriciteit, een gevolg van de liberalisering van de Europese energiemarkt. De verwachting is echter dat de emissie van CO2de komende jaren weer zal stijgen.

Reductie
De internationaal afgesproken vermindering van de uitstoot van broeikasgassen –Kyoto, 1997– vergt de komende tien jaar van Nederland echter een reductie van broeikasemissies van zo'n 10 procent, naast een tweede 10 procent door Nederland te realiseren in het buitenland. Deze internationale afspraken zijn pas een eerste stap op weg naar stabilisering van het broeikaseffect. Tussen nu en 2050 zal de wereldwijde uitstoot van CO2naar verwachting met ten minste 50 procent toenemen. Voor stabilisering van de concentraties broeikasgassen in de atmosfeer moet de mondiale emissie echter juist halveren ten opzichte van het huidige niveau.

De milieukwaliteit van de lokale leefomgeving verbeterde de afgelopen jaren. Geluidshinder en luchtverontreiniging namen aanvankelijk af en lijken zich nu te stabiliseren. De Europese grenswaarden voor de meeste luchtverontreinigende stoffen worden niet meer overschreden.

Wel staan in ons land nog ongeveer 1 miljoen mensen in steden bloot aan stikstofdioxide en concentraties van fijn stof boven de EU-normen. Op basis van de huidige kennis wordt 2 tot 5 procent van het totale gezondheidsverlies van de bevolking toegeschreven aan het buitenmilieu. Stof, ozon en geluid zijn hiervan de belangrijkste oorzaken.

Veiligheid
Inmiddels nemen veiligheidsrisico's en ernstige geluidhinder toe, aldus het RIVM in zijn verslaglegging. Het gaat daarbij vooral om hinder door wegverkeer, burengerucht en vliegtuigverkeer. De burger is daarmee een belangrijke veroorzaker van zijn eigen milieuvervuiling. Bij ongewijzigd beleid is de ernstige geluidshinder tegen 2030 met 20 tot 50 procent toegenomen. Tegelijkertijd neemt ook in het landelijk gebied de geluidsbelasting toe: stilte wordt schaars.

De milieudruk door verzuring, vermesting en verdroging neemt geleidelijk wat af – echter te langzaam om de door het beleid gestelde milieu- en natuurdoelen te halen. In het verzuringsbeleid zijn de successen vooral geboekt in internationaal verband: voor zwavel- en stikstofoxiden. De ammoniakuitstoot, met name afkomstig van de Nederlandse veehouderij, bleef op hetzelfde niveau.

Het gebruik van energie ten behoeve van de consumptie door de Nederlandse burger ligt rond het Europese gemiddelde. Toch verbruikt Nederland relatief meer energie per hoofd van de bevolking dan gemiddeld omdat ongeveer de helft van de in Nederland optredende milieudruk wordt veroorzaakt door productie en transport voor de export. Economische baten en ecologische lasten moeten worden bezien in de context van de rol van Nederland binnen Europa, zegt het RIVM.