Voorpagina 20 april 2000

Documenten Britse M15 openbaar

„Hitler was gebroken
man voor zijn dood”

Van onze buitenlandredactie
LONDEN – Adolf Hitler was een 'gebroken man', een week voor zijn dood op 30 april 1945. Dat zegt een hooggeplaatste nazi tijdens ondervragingen van de Britse geheime dienst in documenten die vandaag openbaar zijn gemaakt.

SS-generaal Gotlieb Berger, een vertrouweling van Himmler, vertelt in gesprekken met de Britse geheime dienst M15 kort na de oorlog van zijn laatste ontmoeting met Hitler op 22 april 1945. De documenten zijn na vijftig jaar vrijgegeven. Behalve de gesprekken met Berger zijn ook onderschepte brieven en dossiers over Duitse spionnen openbaar gemaakt.

Hitler en zijn kersverse bruid Eva Braun pleegden vermoedelijk zelfmoord in een bunker in Berlijn, die daarna in vlammen opging. De doodsoorzaak kon echter nooit officieel worden vastgesteld. Berger zegt dat hij Hitler heeft aangeraden zelf een eind te maken aan zijn leven tegen advies van Himmler in. Die vond dat Hitler uit Duitsland moest vluchten. „Ik heb hem verteld dat vluchten uitgesloten was omdat hij dan het Duitse volk zou verraden. Het was makkelijker voor hem een kogel door zijn kop te schieten of een pil of capsule te nemen die een onmiddellijk effect had”, aldus Berger.

Daarna begon Hitler te raaskallen. „Iedereen heeft me bedrogen, niemand heeft me de waarheid verteld, het leger heeft tegen me gelogen en uiteindelijk heeft de SS me in steek gelaten”, zou de Führer gezegd hebben. Zijn gezicht liep paars aan. „Ik was bang dat hij een toeval zou krijgen”, zegt Berger.

Volgens Berger was duidelijk dat Hitler in de dagen daarvoor al een attack had gehad. „Hij kon zijn linkerhand niet bewegen, terwijl die vijftien dagen daarvoor nog prima was, en hij had problemen met zijn linkervoet”, aldus de SS'er. Berger zelf vluchtte met zijn vrouw. Hij werd uiteindelijk opgepakt door de Britten en belandde voor zeseneenhalf jaar achter de tralies.

Bevel
Ook zou Hitler in 1944 persoonlijk het bevel hebben gegeven voor de massa-executie van gevluchte Amerikaanse krijgsgevangenen, terwijl een aantal van zijn hoogste officieren het daar niet mee eens was. De uitbraak van de circa 80 militairen van de Amerikaanse luchtmacht uit het Oost-Duitse gevangenenkamp Stalag Luft III, in maart 1944, vormde de basis voor het oorlogsdrama The Great Escape uit 1963.

De Duitse generaal-majoor Adolf Westhoff, verantwoordelijk voor de behandeling van de geallieerde krijgsgevangenen, verklaarde na de oorlog tegenover Britse ondervragers dat het veldmaarschalk Wilhelm Keitel was die het executiebevel had overgebracht, na een onderhoud met Luftwaffe-chef Hermann Göring, SS-topman Heinrich Himmler en Hitler. Volgens Westhof hadden Göring en Himmler aan Keitel te verstaan gegeven dat er een voorbeeld moest worden gesteld om verdere ontsnappingen te voorkomen.

Dat voorbeeld bestond erin dat 50 van de gevluchte mannen onverwijld moesten worden doodgeschoten. Keitel, een zeer loyale adjudant van Hitler, was „opgewonden en nerveus” toen hij het bevel, dat zou zijn bekokstoofd door Hitler en Himmler, aan Westhoff meedeelde, zo herinnerde de generaal-majoor zich na de oorlog.