Commentaar 10 april 2000

Modernisering?

Met zijn voorstel tot modernisering van de monarchie heeft de fractieleider van D66 heel wat losgemaakt. Het koningshuis is altijd een gevoelig punt en koningin Beatrix kan zich in een grote populariteit verheugen. Bovendien is D66 niet een antimonarchale partij als de SP of GroenLinks.

De voorstellen van De Graaf komen neer op de forse reductie van de staatsrechtelijke positie van de Koningin. Zij zou in de toekomst geen deel meer uitmaken van de regering, geen voorzitter meer zijn van de Raad van State en niet meer betrokken zijn bij de kabinetsformatie. Bovendien zou het aantal leden van het Koninklijk Huis moeten worden ingeperkt.

Wat het laatste punt betreft, dat zal automatisch gebeuren bij de troonsbestijging van Willem-Alexander. Dan verliezen de kinderen van prinses Margriet hun aanspraken op de troon. Zo lang zij wel troongerechtigd zijn (zij het dan achteraan in de rij) is het niet meer dan normaal dat zij tot het Koninklijk Huis gerekend worden, met de daarbij behorende rechten en verplichtingen.

Het voorzitterschap van de Raad van State is voor de Koningin niet meer dan een erebaan. In de praktijk oefent zij die functie vrijwel niet uit en is de vice-president de eigenlijke voorzitter. De Raad van State is het voornaamste adviesorgaan is van de regering. Nu wordt de regering gevormd door Koningin en ministers. Dat moet ook zo blijven. Maar dan is het eigenlijk een wat rare figuur dat de Koningin, althans op papier, voorzitter is van haar voornaamste adviesorgaan. Daar is best over te praten.

Zinvol is wel dat de troonopvolger zitting heeft in de Raad van State en deelneemt aan de beraadslagingen. Op die manier doet hij of zij een schat aan ervaring op. Allerlei wetsontwerpen komen daar immers aan de orde en mensen van uiteenlopende signatuur geven daarop in de beslotenheid van de Raad van State hun oordeel.

De belangrijkste wijziging die De Graaf in het kader van zijn moderniseringsplannen wil doorvoeren betreft de kabinetsformatie. Op dat vlak heeft de Koningin inderdaad een niet-onbelangrijke invloed op de gang van zaken, vooral wanneer onduidelijk is welke kant het formatieproces uit moet.

In Groot-Brittannië is het na de verkiezingen altijd een uitgemaakte zaak welk kabinet gevormd wordt. De partij die de meerderheid heeft, levert de regeringsploeg. In Nederland moet altijd een coalitie van twee of meer partijen gevormd worden. Vaak is op grond van de verkiezingsuitslag en de politieke verhoudingen meer dan één regeringscoalitie mogelijk.

Koningin Beatrix heeft op dit gebied een grote ervaring opgebouwd. Zij opereert altijd zeer behoedzaam. Hooguit kan worden opgemerkt dat zij in arbitraire situaties geneigd is progressieve coalities het voordeel van de twijfel te geven. Wellicht speelt daarbij mee dat zij eerder van de kant van D66 en PvdA bekritiseerd zal worden over haar keuze van een informateur dan door de liberalen en de christen-democraten.

Die twee partijen vormen met klein christelijk de belangrijkste steunpilaren van de monarchie. Vanuit die hoek is ook nu negatief gereageerd op de voorstellen van De Graaf. De PvdA staat er evenmin achter, maar in die partij is altijd wel een niet te verwaarlozen antimonarchale onderstroom aanwezig.

Velen die de monarchie op termijn zouden willen afschaffen, zien een reductie van het koningschap tot een louter ceremoniële functie als een geschikte overgangsvorm. Daar moeten we dan ook niet aan meewerken.

De waarde van het koningshuis is voor ons in heden en verleden zonder meer aanwezig. Onder Gods voorzienig bestel heeft het Oranjehuis in onze geschiedenis een belangrijke rol vervuld. Ook in de toekomst blijft die samenbindende functie in onze sterk individualiserende maatschappij van groot belang.