Man mag na negen biertjes nog rijdenBlaaspijp scoort alarmerend slechtVan onze binnenlandredactie DOORWERTH Mensen met negen glazen bier op kunnen zonder problemen door de alcoholtest van de politie komen. Ook al zijn ze aangeschoten, de blaaspijp geeft het sein veilig, zo blijkt uit een proef. Verkeer en Waterstaat en Justitie zijn al een halfjaar hiervan op de hoogte, maar namen tot nu toe geen maatregelen. Landelijk coördinator verkeershandhaving en officier van justitie mr. J. Spee noemt het feit schokkend. Dat blijkt uit het tv-programma Blik op de weg van gisteravond, waarin de resultaten van een proef van afgelopen zomer werden getoond. Volgens tv-producent De Haas werden de beelden tot nu toe niet uitgezonden om beide ministeries gelegenheid te geven zich te beraden op actie. Reactie bleef uit, daarom volgde nu uitzending. In de test treedt een relevante proefpersoon op met een normaal postuur: gemiddeld gewicht, gemiddelde lengte en zonder drankverleden. Vier uur voor aanvang van de test at hij voor het laatst. Zijn nuchtere staat werkt normaal gesproken in zijn nadeel. Het blazen gebeurt telkens 10 minuten na het drinken van elk glas tapbier, waarna het volgende glas direct klaarstaat. Na drie, vier glazen zou de wettelijke grens moeten zijn bereikt en/of zijn overschreden. Pas na het negende glas geeft de meetapparatuur aan dat de proefpersoon te veel alcohol in zijn bloed heeft. Verkeersminister Netelenbos, in het tv-programma gevraagd om een reactie, zegt geschrokken te zijn, maar ze meldt direct daarna dat het in het verkeer om meer gaat dan om controleren en straffen. Iedereen zou zelf zo verstandig moeten zijn om niet te drinken. Wij moeten ervoor zorgen dat de apparatuur in orde is, maar de automobilist moet zijn eigen verantwoordelijkheid kennen. Rumbonen Volgens officier van justitie Spee toont de proef duidelijk aan dat de alcoholnorm in ons land (veel) te hoog ligt. De apparatuur is prima, wettelijk voorgeschreven marges moeten er zijn. Een promillage van nul is wenselijk, maar is niet te handhaven omdat mensen dan komen met een verhaal over rumbonen of een trosje druiven dat in hun maag ging gisten. De norm bijstellen van de huidige 0,5 naar 0,2 promille (zoals in de Verenigde Staten en Oostenrijk geldt, red.) is de beste optie. Eén of twee glazen moet de absolute limiet zijn, al is níét drinken in het verkeer verreweg het veiligst. Een woordvoerder van Verkeer en Waterstaat meldt dat dit ministerie niet veel kan doen aan dit overigens bekende, incidenteel voorkomende probleem. Wij brengen de aspecten van verkeersveiligheid in, maar het primaat voor de handhaving ligt bij Justitie. Een justitiewoordvoerder verklaart desgevraagd dat dit ministerie er wel van weet, maar dat op basis van één test geen overhaaste conclusies mogen worden getrokken. We zullen de feiten zeker verifiëren, maar ik geef verder geen antwoord op deze feiten voordat de minister daarover zijn zegje heeft gedaan. 250 doden De invloed van alcohol beperkt het gezichtsveld en geeft een vertraging van alle lichaamsprocessen. Inschattingsfouten zijn het gevolg, het reactievermogen neemt af. Het aantal alcoholdoden in het verkeer wordt door de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) geschat op zo'n 225 tot 250 per jaar. Wie een blaastest moet afleggen, doet dat in eerste instantie meestal in de auto. De mobiele politieapparatuur geeft een P (prima, passeren) te zien als de bestuurder verder mag rijden. Is de uitslag een A (alcohol), dan moet de automobilist mee naar het bureau om daar opnieuw te blazen, nu op de vaste ademanalyseapparatuur. Wie A blaast, mag niet verder rijden. De derde mogelijkheid is de melding F (fout): het alcoholpromillage in het bloed van de bestuurder is dan veel te hoog. Hij mag niet verder rijden, krijgt een proces-verbaal en als het promillage daartoe aanleiding geeft voor langere tijd een rijverbod. Ook de F-blazer moet op het bureau de test herhalen. Bij een buitentemperatuur van 28 graden komt bij de proefpersoon in de test na drie glazen de stemming er al in. Na zijn vierde glas zegt hij de alcohol goed te voelen en voor z'n gevoel al in de A-categorie te vallen. De test wijst anders uit: P. Ook na het vijfde glas geeft het apparaat een P. Bij glas zeven (P) wordt gemeld dat het testapparaat onlangs is geijkt, dus dat het daaraan niet kan liggen. Na glas acht het proefkonijn is duidelijk aangeschoten volgt opnieuw de geruststellende melding. Pas na het negende glas blaast de drinker in eerste instantie een A. Bij een tweede keer blazen is het echter weer een P, net als bij de herhaling op het politiebureau. De uitdraai van de ademanalyse daar geeft 170 ugl (eenheid voor alcohol in uitgeademde lucht) aan, terwijl pas vanaf 220 ugl een rijverbod geldt. De aangeschoten proefpersoon zou dus onmiddellijk de weg op mogen. |