Willem Jan HolsboerWillem Jan Holsboer, grondlegger van de Rhätische Bahn, werd in 1834 te Zutphen geboren. Zijn vader had daar een wolweverij en was bovendien burgemeester van Winterswijk en Dinxperlo. De jonge Willem Jan bleek een avonturier te zijn. Al op z'n veertiende ging hij naar zee. Vrij snel werkte hij zich van scheepsjongen op tot stuurman, om daarna tot kapitein te promoveren. Toen hij de hele wereld overgezworven was, hield hij het zeemansleven voor gezien. Holsboer ging in zaken. Hij belandde als procuratiehouder bij de Amsterdamse Bank en was nog maar dertig jaar toen hij adjunct-directeur bij een filiaal in Londen werd.
In 1865 trouwde hij met een Engels meisje, dat echter al snel ziek werd. Ze bleek een ernstige longkwaal te hebben. De dokter stuurde haar naar Davos in de hoop dat de berglucht herstel zou brengen. Holsboer gaf meteen zijn betrekking op en reisde met zijn zieke vrouw mee. De laatste etappe, de weg van Landquart naar Davos, legde het jonge paar per postkoets af. Ze deden maar liefst zeven uur over de oncomfortabele rit, en het was waarschijnlijk die ervaring die Holsboer op dat moment al deed denken: Hier zou een spoorlijn moeten komen! Kuuroord In mei 1867 betrokken de Holsboers hotel Strähla. Toen de patiënt zieker in plaats van beter werd, gingen zij en haar man bij dr. Alexander Spengler logeren. Deze arts was juist begonnen met de bouw van het eerste Davoser Kurhaus. Ondanks de goede zorgen van dokter Spengler stierf mevrouw Holsboer nog in datzelfde najaar. Willem Jan was met Spengler bevriend geraakt en werd medeoprichter van het kuuroord. Hij bleef in Zwitserland wonen en hertrouwde. Ondernemend als hij was, zette hij zich niet alleen voor het kuuroord van Davos in, maar ook voor een spoorlijn. Het lukte hem een traject aan te leggen tussen Landquart en Davos. Daarmee was de basis van de Rhätische Bahn gelegd en had Willem Jan Holsboer voorgoed de Zwitsers voor zich gewonnen. Kort geleden werd in het station van Davos een plaquette onthuld ter gelegenheid van zijn honderdste sterfdag. Bovendien kwam er dit jaar een biografie over hem uit. In de loop van de tijd breidde het spoorwegstelsel zich uit over heel Graubünden. Het werd genoemd naar de oude naam van het gebied: Rhaetica. Duizenden mensen zetten zich in om in betrekkelijk korte tijd en met relatief primitieve middelen de grootste kunstwerken aan te leggen. De Rhätische Bahn gaat door 55 tunnels en over 199 bruggen, waarvan er maar liefst 98 hoger dan 10 meter zijn. De langste brug heeft een lengte van 220 meter. De route kent stijgingen van 70 procent, de maximale klim die een normale trein kan maken. Ook het materieel dat op de rails staat, is indrukwekkend: drie stoomlocomotieven, 42 elektrische duwwagons, acht restauratiewagons, 53 bagage- en postwagons, een stoomsneeuwschuiver, twee elektrische sneeuwschuivers, twee dieselsneeuwschuivers en 522 goederenwagons vormen nog maar een klein deel van de complete uitrusting. In totaal biedt de Bahn aan 16.525 passagiers een zitplaats. | |