Toerisme

Seafront wil oude sfeer rond visrestaurants behouden

Zeeattracties in Zeebrugge

Door A. Ermstrang
Een maritiem themapark naar het voorbeeld van Waterfront in Kaapstad. Of dat van Fisherman's Wharf in San Francisco. Eddy Kindermans heeft zijn toekomstdromen. De general manager van Seafront in Zeebrugge werkt hard aan de uitbouw van de zeeattracties van de Belgische haven. Dat gebeurt in de oude vismijn, tussen de betere visrestaurants van West-Europa. „Hier tref je nog het sfeertje van honderd jaar geleden”.

Vanuit Zeeuws-Vlaanderen is het niet ver meer naar de kust. Zeebrugge, een dorpje met nauwelijks vijfduizend inwoners, vormt de voorhaven van Brugge. De oude stad is via het Boudewijnkanaal met de zee verbonden. Een groot deel van de havenactiviteiten is rondom dit dorpje gegroepeerd. Zeebrugge groeide de afgelopen decennia uit tot de tweede haven van België. De industrieterreinen ogen Nederlands: veel containervervoer, op- en overslag. Een bedrijvige omgeving.

In het dorp zelf is het een stuk rustiger. Aan de zeekant ligt het oude haventje. „Hier is het allemaal begonnen”, meldt Kindermans, die begin dit jaar aantrad bij Seafront Zeebrugge, een onderneming die gefinancierd wordt door de eigenaars van de oude vismijn. Belangrijkste geldschieter is de in België bekende mevrouw Decous-Pieters.

Viseters
Een eeuw geleden was Zeebrugge nog een onbetekenend kustplaatsje. De vissers uit het naburige Heist zochten er een ligplaats. Zeebrugge had toen al een diepe haven. De schuilhaven van Heist werd een heus centrum, met een steeds verder uitdijende visafslag. Rondom die afslag vestigde zich een aantal beroemde Belgische visrestaurants. „Op de plek waar de vis het verst is. Uit het hele land komt men hiernaar toe. Belgen zijn echte viseters”, weet Kindermans. In totaal bevinden zich rondom Seafront wel meer dan vijftien (vis)eetgelegenheden. Topzaken en middenklasse-restaurants. Toen de visafslag een nieuw onderkomen liet bouwen, sloegen de eigenaars van de mijn de handen ineen. Zo ontstond twee jaar geleden Seafront, dat de attractiviteit en de maritieme sfeer van het oude Zeebrugge moet behouden.

Dat begon met de aankoop van een onderzeeër U-480 van de Russische foxtrot-klasse. Een soortgelijk oorlogsschip ligt in Den Helder afgemeerd. Verder is in geheel Noordwest-Europa zo'n schip niet te vinden. De foxtrot, zoals-ie genoemd wordt, was al direct een grote publiekstrekker. Behalve op de onderzeeër legde Seafront ook beslag op een van de laatste lichtschepen van België, de West-Hinder. Het schip is op de kant gezet en herbergt behalve de kassa van Seafront ook een permanente expositie.

Rommelig
Vorig jaar werden de oude vismijnhallen, met in totaal achtduizend vierkante meter ruimte, opengesteld voor het publiek. De hallen staan langs het vissersdok, over een lengte van ongeveer vierhonderd meter. Het dok staat in onmiddellijke verbinding met de Noordzee en heeft een toeristische bestemming door de aanwezigheid van de bijzondere schepen. Het haventje heeft verder een functie als aanlegplaats voor rondvaartboten en doet dienst als jachthaven. Nog steeds meren ook vissersboten en garnalensloepen af.

In de hallen treft men Aquastrip, letterlijk een wat duistere wereld, met een maritiem verhaal door middel van decors en scènes die verwijzen naar de rijkdom én de gevaren van zeeën en oceanen. Dat wordt ondersteund met klank- en lichteffecten en natuurgetrouwe replica's. Ook kunnen de bezoekers kijken naar enkele films. De hallen bestaan uit een oceanografisch en een onderwater- en zeebodemdeel. Het geheel maakt een rommelige indruk. Een echte lijn valt niet altijd te ontdekken.

Dat beaamt ook Kindermans. „Soms is het ook wat te artistiek, te hoog gegrepen”, aldus de Belg, die het themapark de komende jaren verder wil uitbouwen. Hij denkt aan grote maritieme tentoonstellingen, meer entertainment en educatieve shows. „We zijn druk aan het onderhandelen”, aldus Kindermans, die over de details niets los wil laten. De general manager denkt ook dat Seafront de komende jaren kan uitgroeien tot hét infocentrum over de haven van Zeebrugge. „Nog al te vaak ontmoet ik mensen die niet precies snappen wat er in deze omgeving gebeurt”.

Vissersboot
In twee jaar tijd steeg het bezoekersaantal van Seafront naar 100.000. Voor 1998 is geen echte groei te verwachten. Dat is vooral te wijten aan de toegangsprijzen, die dit jaar zijn opgetrokken naar 425 Belgische frank voor een volwassene (ongeveer 23 gulden). Kindermans: „Het gaat ook niet alleen om bezoekersaantallen, maar veelmeer om een product dat, het hele jaar door, voor allerlei doelgroepen interessant is”.

In die opzet passen de visrestaurants, die na het verdwijnen van de vismijn op hun oude stek bleven. Aan de buitenkant van de hallen verhuurt Seafront de nodige meters aan winkeltjes in de maritieme sfeer: verkoop van maritieme kleding, duikspullen, scheepsantiek, marinezaken, curiosa en souvenirs.

Kindermans wil verder het aantal interessante schepen uitbreiden. Naarstig zoekt hij naar een oude vissersboot, die zal worden toegevoegd aan de foxtrot en het lichtschip. Voor dit jaar staan verder een verfraaiing van de boulevard tussen de visrestaurants en de hallen met de maritieme winkels op het programma. Ook wordt een heuse vistrap gebouwd, voor de rechtstreekse verkoop van visser aan consument. Andere kleinere aanpassingen behelzen een Lego-tentoonstelling over de zee en –buiten– de aanleg van een attractieparkje voor de jeugd.

Seaport kan volgens Kindermans profiteren van een unieke ligging tussen de beroemde chique badplaats Knokke (6 kilometer) en de kustplaats Blankenberg, die „meer een doorsnee publiek trekt”. „Er is hier plaats voor een slechtweervoorziening voor de gehele kust”.