Toerisme

Abdijstad werd 1300 jaar geleden door Willibrord gesticht

Pinksteren is in
Echternach springfeest

Door Jeannette Donkersteeg
Zoals altijd op de dag na Pinksteren gaat er komende dinsdag een merkwaardige mensenmassa door de straten van het Luxemburgse Echternach. Van de ene op de andere voet springend, bewegen de deelnemers aan de stoet zich voort op het ritme van een melodie die muziekgroepen laten horen. Dit keer wordt mét de traditionele springprocessie ook Echternachs dertienhonderdste verjaardag gevierd.

Enkele weken voor Pinksteren wapperen in Echternach de jubileumvlaggen. Dat het stadje binnenkort door zo'n vijftienduizend bezoekers onder de voet gelopen zal worden vanwege de springprocessie, is echter nog niet merkbaar. Met het pinksterfeest schijnt het jaarlijkse evenement in eerste instantie weinig te maken te hebben. Toch zou er een link kunnen zijn. Zoals Pinksteren en zendingswerk met elkaar verband houden, zo heeft de springprocessie mogelijk met een zendeling, namelijk Willibrord, te maken.

Dansvoeten
Het is echter niet uitgesloten dat de processie van oorsprong een heidens gebruik is, vertelt Pierre Kauthen, voorzitter van het “Comité Echternach 698-1998”. „Omtrent het ontstaan van de springprocessie doen verschillende legendes de ronde. Een ervan is dat lang geleden de bewoners van een dorp in de Eiffel en hun vee bezeten zouden zijn geraakt met dansvoeten, waardoor ze niet meer gewoon konden lopen. Ze beloofden een bedevaart naar de basiliek van Echternach te zullen maken. Nadat ze dat gedaan hadden, waren ze genezen”.

Een aannemelijker verklaring is het feit dat de naam van de oude stad verbonden is met die van een heilige –St.-Willibrord– die vanouds als helper in nood bij vallende ziekte, krampaanvallen, zenuw- en kinderziekten werd aangeroepen. Daardoor zou deze ongewone manier van verering ontstaan kunnen zijn. In de annalen wordt in elk geval al in de elfde eeuw –door een zekere abt Thiofried– geschreven over een belangrijke toeloop van pelgrims op de dinsdagmorgen na Pinksteren. Het woord “springheiligen”, waarmee de rooms-katholieken worden bedoeld die zich door gelofte verplicht hebben te springen, valt voor het eerst tegen het eind van de vijftiende eeuw.

Zendeling
Hoewel hij zelf organisator van veel jubileumfestiviteiten is, bekent Kauthen dat Echternach in feite al langer dan dertienhonderd jaar bestaat. „In 698 werd het echter pas een plaats van naam, doordat Willibrord zich hier vestigde. Hij stichtte het klooster, waar –in het scriptorium– verluchte manuscripten werden gemaakt, die Echternach wereldberoemd zouden maken”.

In de crypte van de Sint-Willibrordbasiliek toont Pierre Kauthen de witte sarcofaag waarin Willibrords gebeente wordt bewaard. De heilig verklaarde Engelsman (658-739) was al als twintigjarige begonnen met zijn werk als zendeling onder de Germaanse volken. Hij had Northumbrië verlaten en was via Ierland naar het Europese vasteland gereisd om onder de Friezen te gaan evangeliseren. Tot twee keer toe bezocht Willibrord, die inmiddels door paus Sergius tot bisschop was gewijd, Rome. Het was waarschijnlijk op zijn reis daar naartoe dat hij kennismaakte met abdis Irmina von Oeren, die hem in 697 of in 698 een klein klooster en een paar kerken van “Villa Epternactus” cadeau deed. Willibrord bouwde op de plaats waar nu de basiliek staat een nieuw klooster met een ruime kerk.

Handschriften
Omdat niet helemaal zeker is of 697 óf 698 Echternachs geboortejaar is, besloot het jubileumcomité het feest maar van november 1997 tot november 1998 te vieren, legt Kauthen uit. „De zevende november is Willibrords sterfdag. We hebben ter gelegenheid daarvan een monument voor Sint-Willibrord en Sint-Irmina onthuld. In november van dit jaar wordt het jubileum afgesloten met en muzikale show”.

Toeristen die tijdens hun zomervakantie Echternach bezoeken, kunnen ook diverse concerten bijwonen. Komende vrijdag, 5 juni, geeft het Westminster Cathedral Choir een uitvoering; op 11 juli is er een galaconcert door de Gemeentelijke Harmonie van Echternach en op 2 augustus laat het Cathedral Choir Ripon zich horen. Verder zijn er diverse tentoonstellingen in de stad te zien.

In het Abdijmuseum naast de basiliek is een permanente expositie met het kostbare werk uit het scriptorium: versierde handschriften die met recht monnikenwerk genoemd kunnen worden.

Symboliek
Beroemd is vooral de Codex aureus epternacensis, die een vergulde band heeft en met ivoor en edelstenen is versierd. Vermoedelijk dateert dit kostbare boek van rond het jaar 989, toen de 250e sterfdag van Willibrord werd herdacht.

Met de oude manuscripten (of reproducties daarvan) wordt in het Abdijmuseum een schat aan symboliek bewaard en tentoongesteld. De bezoeker die er de tijd voor neemt, ontcijfert in allerlei verschillende afbeeldingen en in allerlei verschillende bewoordingen steeds weer dezelfde eeuwenoude, maar tijdloze boodschap, zoals die bij de prent van een kruis en een hand omschreven staat: “Sub manu solus Dei”. Onder de hand van God alleen.