Toerisme |
Buren biedt tal van attracties op loopafstandVlammen in de vestingDoor L. Vogelaar De kerktoren heeft een rood-geel bovenstuk. Dat is het eerste wat opvalt tijdens de VVV-stadswandeling ; Buren een schatje van een stadje ;. De rode gloed zal niet veroorzaakt zijn door de grote stadsbrand van 1575, die een deel van het vestingstadje verpulverde. Daaraan herinnert de naam Rodeheldenstraat, een verbastering van Rode Hel ;. De pomp bij de kerk heeft het er ook nog altijd over: Crassanta flamma sum civibus solatio ;: Als de vlammen hoog oplaaien, ben ik de burgerij tot troost. Het carillon klinkt helder over het minuscule marktplein. Aan de overkant is in het voormalige stadhuis het Museum Buren en Oranje ondergebracht. Het museum treft voorbereidingen voor twee herdenkingen: 500 jaar geleden kwam het Graafschap Buren tot stand en honderd jaar geleden werd koningin Wilhelmina ingehuldigd. Er wordt een munt geslagen, er verschijnt een gedenkboek over het graafschap en er wordt aandacht besteed aan koninklijk speelgoed. Het kleine Buren heeft alle ingrediënten van een stad, meldt de museumbrochure: stadsmuren en wallen, grachten, een prachtige kerk met een even mooie toren, een raadhuis, een waag, een poortgebouw, een weeshuis, een synagoge, muurhuizen en musea, geschenkenhuizen en leuke 'snuffelwinkeltjes', restaurants, stadspompen, oude kanonnen en de molen Prins van Oranje ;. Muurhuizen De Culemborgse of Huizenpoort werd vier eeuwen geleden gebouwd en is in 1961 gerestaureerd. Een eindje buiten de poort ligt het stadspark, waar een gedenksteen herinnert aan het vroegere kasteel, dat eind vorige eeuw ten onder ging. De fundamenten liggen er nog onder de grasmat. Aan de rand van de vesting zoeven de wieken van molen Prins van Oranje, daterend uit 1716. Een zeil klappert. De bedrijvigheid in het pand is op deze wolkeloze winterdag een van de weinige tekenen van leven in het stadje. Weeshuis Een van de fraaiste panden is het vroegere weeshuis, dat nu onderdak biedt aan het Marechausseemuseum. Prinses Maria, dochter uit het huwelijk van Willem van Oranje en Anna van Buren, stichtte het imposante gebouw in 1612. Het pand, dat werd opgetrokken in renaissancestijl, bood tot 1953 onderdak aan wezen, daarna tot 1971 aan een voogdij-instelling en sinds 1972 aan de museale collectie van de militaire politie. De wezen van Buren kregen een indrukwekkend onderkomen. De streng ommuurde tuin blijkt nu gedeeltelijk als parkeerplaats dienst te doen. Prinses Maria werd in 1616 in het voorvaderlijke Buren begraven. In de St.-Lambertuskerk is haar laatste rustplaats te herkennen aan een marmeren graftombe op een hellend plint, afgezet met paaltjes en kettingen. Kanonnen Het Oranjemuseum is van paas- tot en met herfstvakantie geopend, het Boerenwagenmuseum van Pasen tot 1 november (13.00-16.30 uur) en het Marechausseemuseum van 1 mei tot 1 oktober (10.00-16.30 uur, 's zaterdags 13.30-17.00 uur). |