Toerisme | 26 mei 2001 |
De naaisterDoor Tineke Goudriaan Met enige humor schrijft ze aan Marianne van Hogendorp dat niet alleen zijzelf,maar ook de koningin verlegen was, en dat het eigenlijk belachelijk was zoals ze daar tegenover elkaar stonden. De ijdelheidjuist in het leven van de groten der aarde trof haar. De koningin ziet zo mager en bleek, dat het de levendigste tegenstellingmaakt met die mooye kleeren en schitterende juweelen; alles is immers ijdelheid, als men ook in zulk een stand nog geengezondheid kan kopen! Met de koningin liep mevrouw Groen gearmd, maar de vrouw van een arme christelijke onderwijzer inDen Haag heette steevast lieve vriendin en een eenvoudige burgervrouw die haar bezocht, kreeg bij het afscheid een kus.Mevrouw Groen was onafhankelijk; haar eenvoud schitterde. Ze liep vaak met een pakje of trommel met de geschilderdeletters G. v. P. in de hand in een zijstraatje van Den Haag of ging een arbeiderswoning in Wassenaar binnen. Geen mens zoubedenken dat het de dochter van de burgemeester van Groningen en de echtgenote van Groen van Prinsterer betrof. Het wasook ongehoord voor deftige dames. Maar mevrouw Groen had zich van jongs af aan al bekommerd om de sociale noden vanhaar medemensen. Voor haar huwelijk op haar twintigste jaar bezocht ze al de gezinnen op de boerderijen die ressorteerdenonder de buitenplaats van de familie Van der Hoop, De Bult bij Steenwijk. Mevrouw Groens bescheidenheid en eenvoudkwamen puur over. Ze belde eens bij een familie aan en een dienstmeisje deed open. Zonder aarzelen liet het meisje de gastbuiten staan. Binnen kondigde ze aan: Mevrouw, daar is de naaister. |
![]() |