Toerisme 23 december 2000

Piepklein eiland was centrum van Griekse afgodendienst

Delos: één
groot openluchtmuseum

Door W. H. van Egdom
Onwezenlijk. Dat woord komt bovendrijven tijdens een wandeling over het Griekse Delos. Ooit een eiland dat zich op religieus gebied kon meten met plaatsen zoals Delphi, Olympus en Athene. Geboorteplaats van Apollo, zo dachten de Grieken, en dus een bijzonder heilige plaats. Tempels, altaren, beelden, je loopt er op Delos gewoon tussendoor. Zo'n 30.000 mensen woonden ooit op dit eiland, wat vierkante meters betreft even groot als Rottumeroog. Nu wordt het slechts bevolkt door een paar bewakers.

Wie op Delos wil komen, reist verreweg het gemakkelijkst via Mykonos. De borden in de haven van Mykonos-stad schreeuwen toeristen bijna richting Delos. Om de zoveel tijd vertrekt er een boot. De ene noemt zich de grootste, de andere vaart het frequentst. Maar de boodschap is duidelijk: je kunt niet de Cycladen bezoeken en Delos voorbijvaren.

Hartje zomer, storm op zee, een stralende zon en een temperatuur rond de 30 graden Celsius. Dat kan hier. In Mykonos-stad waait het al behoorlijk. Dus is het verstandig een boot van enig formaat uit te zoeken. Tientallen mensen nestelen zich in de zon op het dek. Verwachtingsvol kijken ze naar het eiland dat ginds ligt te stomen in de zon. Het lijkt zo dichtbij, je zou het kunnen zwemmen. Denk je.

Tijdsgrens
De boot kiest zee. Ronkend en rokend. De Griekse vlag wappert fier in de wind. Het lijkt een schoolreisje. Eerst gaat het allemaal goed, maar dan tillen de golven het schip op als een luciferdoosje en kwakken het even later weer neer. Mensen gillen. Dan wordt het weer stil. Even rust. Plots slaat een golf van opzij over het dek. Weer gegil. Iedereen is nat. Hoeden en petten vliegen door de lucht. Zomer in Griekenland. Vakantie met een draaiende maag en trillende benen. Mykonos glijdt weg en Delos komt voor het gezicht niet dichterbij. Drie kwartier lang jezelf vastklemmen aan de ijzeren banken en hopen dat de stuurman weet wat hij doet. Razende golven, huilende wind, stampende motoren.

Dan is het doel bereikt. Heuvelruggen vangen de wind op en het schip glijdt rustig over het kristalheldere water de haven binnen. Het is alsof er een schakelaar wordt omgezet. Zomaar overvaar je een onzichtbare tijdsgrens. Een vaartocht van drie kwartier zet je meer dan 2000 jaar terug in de geschiedenis. De boot legt aan. Vervolgens is het eerste dat je op het eiland tegenkomt een kassa. Betalen: 1200 drachme (prijspeil 2000). Omdat er in Nederland geen speciale Delos-gids te koop is, is het niet onverstandig een boekje (Engels- of Duitstalig) aan te schaffen bij een knorrige mevrouw. Anders loop je wel heel verdwaasd rond. Het boekje kan in ieder geval het gevoel geven dat je weet waar je loopt.

Parel
Voorbij kassa's en controleposten eerst even ademhalen. Van de storm heb je hier weinig last. De lucht is staalblauw, de zon schijnt en voor ons ligt een historische parel die haar weerga in de wereld amper kent. De stad Delos. Resten en fundamenten van wegen, pleinen, tempels, altaren, huizen en een heus amfitheater. Soms zijn de zuilen, muren, muurschilderingen en wonderschone mozaïeken bijna onbeschadigd de eeuwen doorgekomen. Het is ronduit overweldigend.

Reeds in het derde millennium voor Christus werd dit eiland bewoond, maar pas na 1000 voor Christus werd het een heilige plaats. Rond het jaar 700 voor Christus ontwikkelde Delos zich tot hét cultureel, religieus en economisch centrum van de Cycladenarchipel. Deze archipel omvat een groot aantal eilanden in de Egeïsche zee waarvan er momenteel zo'n 25 bewoond zijn. Bekende Cycladeneilanden zijn Mykonos, Naxos, Paros en Santorini.

De bloeitijd van Delos was rond 146 voor Christus, na de val van de stad Korinthe. Delos was toen een zeer liberaal en tolerant eiland. Dat wordt wel duidelijk als je ziet dat er in de stad volop ruimte was voor niet-Griekse goden. Zo'n 300 jaar lang heeft er zelfs een Joodse synagoge op het eiland gestaan.

In het jaar 88 voor Christus is het afgelopen met Delos. Koning Mithridates van Pontós verovert het eiland, doodt ongeveer 20.000 inwoners en maakt de stad met de grond gelijk. Delos komt die gigantische klap niet meer te boven. Volgens het gidsboekje vestigt zich op de puinhopen van tempels en huizen aan het begin van onze jaartelling een kleine, christelijke gemeente. Opmerkelijke voetnoot in de geschiedenis. In het jaar 2000 wordt het eiland alleen nog bewoond door een paar bewakers die naarstig de wacht houden over een van de grootste opgravingsterreinen van Griekenland.

Leeuwen
Wie Delos –één groot openluchtmuseum– echt wil verkennen, heeft aan een kleine ochtend niet genoeg. De laatste boten terug naar Mykonos vertrekken echter vrijwel allemaal alweer aan het begin van de middag, zodat het de moeite loont het eiland verschillende keren te bezoeken. Het is een goed idee dat een keer te doen onder begeleiding van een Engels- of Duitstalige gids en een keer zonder gids.

De meeste foto's worden natuurlijk geschoten bij dé bezienswaardigheid van Delos. We hebben het dan over het zogenaamde terras met de leeuwen. Die werden in de 7e eeuw voor Christus uit Naxiotisch marmer vervaardigd en opgesteld langs de Heilige Vijver. Van de negen leeuwen zijn er op Delos nog vijf te zien.

Omdat de gedrukte gidsen in een aantal gevallen wat gedateerd zijn, zoeken veel toeristen zich in 2000 nog een slag in de rondte naar het leeuwenterras. Helaas: de vijf leeuwen staan inmiddels binnen, in het museum van Delos. Wie een kaartje heeft voor het eiland, mag dit museum gratis binnenlopen en dat is om diverse redenen een ”must”. De leeuwen staan mooi te wezen in een aparte hal. Het is de bedoeling dat op het buitenterras snel replica's worden neergezet, zodat bezoekers iets beter kunnen zien hoe het oorspronkelijk was.

Scheepstoeter
Er is op Delos zo veel te zien dat je er mal van zou worden. Alles bezoeken is onmogelijk, maar de Heilige Vijver mag je in elk geval niet missen. Dit meertje, dat in 1926 werd gedempt wegens malariagevaar, is de heiligste plek van het eiland. Nou ja, bijna. Midden in het meer was namelijk een piepklein eiland en op dat allerheiligste stukje grond zou de godin Leto, bevrucht door Zeus, haar zoon Apollo ter wereld hebben gebracht. In de Griekse mythologie doen over deze geboorte de wonderlijkste verhalen de ronde.

Verder zijn er tempels en tempels en tempels. Voor Artemis, voor Apollo maar ook voor goden uit Rome, Egypte en Italië. Delos was zeer afgodisch. Soms resten van de heiligdommen enkel wat stenen, soms zijn er zuilen en muren en kun je je een voorstelling maken van hoe het was.

Indrukwekkend is ook een bezoek aan het theater, een arena waar ruim 5000 mensen een zitplaats konden vinden. Het is niet gemakkelijk in woorden te vangen hoe het is op de bovenste ring van dit stadion te zitten en 2000 jaar weg te dromen. De scheepstoeter roept echter al snel terug naar het heden. De boot vertrekt. Opnieuw een reis over de woelige baren. Vanuit het verleden weer terug in het heden. En dat is wennen, ook al ben je maar een halve dag weggeweest.

Mede n.a.v. ”Delos-Mykonos, ein historischer und archäologischer Führer”; uitg. Esperos verlag Arthen, 1998; ISBN 960862374 X. Informatie over Delos: Griekse Nationale Organisatie voor Toerisme, 0900-2025905.