Toerisme 9 december 2000

Slapen in een
Gronings stadskasteel

Door R. Pasterkamp
Groningen? Is daar wat te doen dan? De zevende stad van Nederland past niet in het rijtje bekende steden, timmert nauwelijks aan de weg en laat alleen van zich horen bij oudejaarsrellen (Oosterparkwijk) of als het museum op verdrinken staat. Maar er is meer. Ontdek bijvoorbeeld dat de zonnewijzer in de Prinsenhoftuin achterloopt. Of loopt de klok op de Martinitoren voor?

Groningen meet zich graag het imago aan van „jongste” stad van Nederland. Meer dan de helft van de 173.000 inwoners is onder de 35 jaar. De Hogeschool van Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen zijn daar met maar liefst 36.000 studenten absoluut debet aan. Zo'n studentenstad brengt wel de onvermijdelijke kroegen met zich mee. Het centrum van Groningen telt er volgens de gemeente 160. Bij de achterdeur van café 't Pleidooi wordt het bier met een tankwagen aangevoerd.

De „verrassing van het noorden” is als reclamekreet voor Groningen misschien iets te zwaar aangezet. Groningen, dat is het Peerd van Ome Loeks, de Martinitoren, de Herestraat uit het Monopoly-spel en de 'beurzenboer' van het ministerie van Onderwijs. Maar wie weet er nou dat Groningen grachten heeft? Of een van de grootste Noord-Europese barokorgels? Of dertig hofjes, een universiteitsbieb met 2 miljoen boeken en schitterende architectuur?

Goed idee van VVV Vakanties om Groningen op te nemen in de reisgids ”City Breaks”. Naast grote broers Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Maastricht mag de noordelijkste stad van Nederland zich presenteren. Voor hen die Parijs, Londen, Wenen en Berlijn al hebben gezien, is het tijd een Nederlandse stad te ontdekken, vindt VVV Vakanties. Volgens Hans van Driem, directeur Toerisme Recreatie Nederland, was het aanbod van Nederlandse stedenvakanties tot nu toe mager. „Vorig jaar zaten er in vijftien programma's 2538 verschillende citytrips, exclusief Londen en Parijs, waarvan slechts 76 in Nederland.” Dat moet anders.

Bonbons
We kiezen uit de gids het Stadt-arrangement: twee dagen Groningen met een nacht in het Schimmelpenninck Huys, „een stadskasteeltje in de oude binnenstad.” Dat is geen woord overdreven. Midden in een winkelstraat, naast een hoedenwinkel, ligt het Schimmelpenninck Huys, weggedoken in schoonheid.

Achter de smalle voorkant gaat een ongekend gevarieerde wereld schuil. Aan een lange gang zitten de receptie en de restaurants. Slapen doe je in een van de vier panden die het tuinterras omsluiten. Bij een eerste verkenning in het ruime penthouse dat ons is toebedeeld, stuiten we op een doosje handgemaakte bonbons, afkomstig uit de patisserie die bij het Huys hoort, en een lijvige Groninger koek voor ”thuys”. Even later staan we in de badkamer met naar alle waarschijnlijkheid de grootste douchekop die er bestaat.

Na het voortreffelijke vijfgangendiner in de Empirezaal („Zal ik het menu voorlezen of wilt u zich laten verrassen?” vraagt de ober) worden we rondgeleid door eigenares Paula Karistinos-Smit. Ze redde in 1988 het pand uit de handen van projectontwikkelaars en krakers. Het verkeerde in zeer slechte staat. De restauratie vergde 2 miljoen gulden. Het resultaat mag er absoluut zijn.

Samenzwering
Het Huys dankt zijn naam aan Jan Rutger Schimmelpenninck. Deze raadpensionaris van de Bataafse Republiek belegde hier met drie mederevolutionairen geheime vergaderingen. De Barokzaal, waarin deze samenzwering plaatshad, is nog steeds intact. De portretten van de vier zijn verwerkt in het uitbundig versierde plafond. De historie is hier tastbaar.

De fundering van het patriciërshuis stamt uit circa 1100. Door de jaren heen woonden er vele prominenten, onder wie de Franse graaf Jean Baptista du Monceau, luitenant-generaal in het Bataafse leger. Stadsadvocaat Lambert Sijlman liet het pand in 1723 ingrijpend verbouwen. De volgende keer dat werklieden bezit zouden nemen van het huis was in 1988. Er ging veel op de schop, maar één zaak lieten de werkers ongemoeid: de 28 meter diepe waterput onder vloer van de lounge.

Staande in de 14e-eeuwse wijnkelder vertelt mevrouw Karistinos dat de ingang van het pand vroeger op deze hoogte lag. „Doordat de mensen vuil en afval gewoon op straat gooiden, kwam het straatniveau steeds hoger te liggen. Dat ging door tot dit uiteindelijk de kelder was.”

Grijs
Het Schimmelpenninck Huys ligt op hinkelafstand van de Martinitoren, hét beeld van de stad. „d'Olle Grieze”, noemen de Groningers hem. Omdat hij zo lekker grijs is. De derde toren van Nederland is 97 meter hoog. Eeuwenlang heeft de tussen 1465 en 1482 gebouwde toren gediend als uitkijk- en brandpost. Nog in 1907 moest de toenmalige torenwachter, Jan Koop Sjoerts, elk kwartier in alle windstreken op de brandhoorn blazen, ten teken dat alles veilig was. Saillant detail: de fundering van d'Olle is maar 3 meter diep.

Elf slagen dreunen door de stad. De zonnewijzer boven de poort van de Prinsenhoftuin is nog niet zo ver. De schaduw van de wijzer zit nog een streepje voor de Romeinse XI. d'Olle loopt voor, geen twijfel mogelijk. Prachtige Latijnse spreuk boven de poort: „De verleden tijd is niets, de toekomende tijd onzeker, de tegenwoordige onstandvastig; zorg dat Gij dezen, die alleen de Uwe is, niet verliest.”

Groningen telt maar liefst 32 gast- en weeshuizen. Het bekendst in de binnenstad zijn het Roode of Burgerweeshuis van de ”geestelijke maagden” en het St.-Geertruids- of Pepergasthuis, dat was bedoeld om „elendighe arme pelegrams in to herberghen, twe of dre nachte.” Nu snurken er studenten.

Het waren in vroeger eeuwen de kerk en rijke particulieren die zich het lot van de armen aantrokken. Het grappig lage Jacob-en-Annagasthuis werd in 1494 gesticht door Jacob Grovens en zijn vrouw Etteke. Omdat de bewoners vaak lekker eten kregen voorgezet („walse boonen met speck” of „melkenbrie met een brugge”) kreeg het de bijnaam ”Lekkerbeetjesgasthuis”. Nu zijn het woningwetwoningen.

Pakhuizen
Het is moeilijk voor te stellen dat de nu geheel door land ingesloten stad ooit een open verbinding had met zee. Op het kruispunt van de Noorderhaven en de Aa vertrokken vroeger de passagiersschepen naar Schiermonnikoog en Ameland. Meer dan 200 pakhuizen –de meeste verbouwd tot appartementen– herinneren aan de glorietijd van de handel.

Vergeet bij een rondgang twee plaatsen niet. Het urinoir aan de Kleine der Aa. Waarschijnlijk het duurste openbare toilet van Nederland. Ontworpen door de architect Rem Koolhaas. De blauwe foto's van fragiele figuren op melkglas zijn gemaakt door Erwin Olaf. Bij binnenkomst piepen er straaltjes water uit de grond. Levert gegarandeerd natte pijpen op.

En dan de Korenbeurs aan de Vismarkt. Voor de inrichting is het zeker de moeite om binnen, bij een van de fraaist gesitueerde Albert Heijn-filialen van Nederland, een rol snoep of een banaan te kopen.

De stedenreisgids CityBreaks is verkrijgbaar bij VVV- en ANWB-kantoren. Het tweedaagse Stadt-arrangement met één overnachting (inclusief diner en ontbijt) in het Schimmelpenninck Huys in Groningen kost 245 gulden per persoon.