Toerisme 2 december 2000

Elfstedentocht
rijden zonder ijs

Door B. Monster
Soms hebben Nederlanders genoeg fantasie voor het bedenken van innovatieve evenementen en projecten. Maar bij de uitvoer van de grootse plannen kan er van alles om de hoek komen kijken, waardoor het enthousiasme van de initiatiefnemers flink afneemt. Vier nieuwe toeristische publiekstrekkers staan op de rol. Zijn het wilde plannen of gaat het om uitvoerbare ideeën?

Het duurt nog een kleine vijf jaar, maar dan moet een groot evenementenpark op het gebied van tuinbouw in de Oranjebuitenpolder bij Rotterdam de deuren openen. De Stichting Ontwikkeling EuroPark (Stoep) heeft grootse plannen om het tuinbouwpark in het natuur- en recreatiegebied op te zetten. Flora-Land zal jaarlijks 400.000 bezoekers trekken uit vooral de Randstad, verwacht de organisatie.

Het park moet een afwisselende en verrassende attractie worden voor iedereen die van tuinieren, tuinbouw en natuur houdt. Volgens voorzitter J. van Dijk van Stoep is er straks iedere twee weken een nieuwe en bijzondere expositie op het gebied van tuinbouw te zien.

Het park gaat 35 hectare meten; de kosten bedragen 40 miljoen gulden. Zeven miljoen daarvan heeft Stoep kunnen inzamelen bij tuinbouwbedrijven in de omgeving. Volgens Van Dijk zijn tot nu toe nog maar enkele ondernemingen benaderd. „Veel bedrijven schromen hun financiële steun toe te zeggen zolang niet duidelijk is of de gemeente Rotterdam daadwerkelijk groen licht geeft voor Flora-Land. Maar ik vertrouw erop dat we het geld bij elkaar zullen krijgen.”

Het tuinbouwpark is onderdeel van de herinrichting van de Oranjebuitenpolder. Dit gebied is ruim een maand geleden door de gemeente aangewezen als natuur- en recreatiegebied voor de regio Rijnmond. Het ontwikkelingsplan is al behandeld en goedgekeurd door de deelgemeente Hoek van Holland. De gemeenteraad van Rotterdam moet het bestemmingsplan voor het natuurgebied nog wel vaststellen en goedkeuren. In het ontwikkelingsplan voor de Oranjebuitenpolder is al 35 hectare grond gereserveerd voor het particuliere tuinbouwproject.

Gevangenis
Het Landelijk Gevangenismuseum in Veenhuizen is een ander nieuw fenomeen op attractiegebied. Een groeiend aantal bezoekers van het huidige gevangenismuseum uit de wens meer te weten te komen over gevangenissen in het algemeen en de geschiedenis van de vrijheidsstraf in Nederland.

Plannen voor een landelijk gevangenismuseum in Veenhuizen zijn er al een paar jaar, maar nu lijken die vaste vorm te krijgen. Het nieuwe museum wordt een aanvulling op het al bestaande Gevangenismuseum in Veenhuizen. Exposities in het nieuwe museum „zullen het nationale karakter eer aan doen”, aldus de initiatiefnemers. Ook moet het gebouw volgens de organisatie een ruimte worden waar symposia, cursussen en feestelijke evenementen georganiseerd kunnen worden.

Het Rijk steekt 5,9 miljoen gulden in dit museumproject. De provincie Groningen draagt 4,3 miljoen bij en de gemeente Noordenveld neemt de overige 2 miljoen gulden voor haar rekening. Het geld is onder meer nodig om het pand van het huidige Tweede Werkgesticht van gevangenis Esserheem in Veenhuizen te renoveren. Dat gebouw zal het Landelijk Gevangenismuseum gaan herbergen, is de bedoeling. De werkinrichting voor gevangenen wordt dan naar het terrein van Esserheem verplaatst. De gevangenis heeft daarvoor inmiddels een bouwvergunning aangevraagd.

Volgens een woordvoerster van de gemeente Noordenveld is het niet duidelijk wanneer het nieuwe museum zijn deuren opent. Mogelijke bezwaren tegen de wijziging van het bestemmingsplan kunnen de plannen vertragen. Bovendien zijn er verscheidene rijksinstanties betrokken bij de plannen; het overleg met hen kost tijd.

De gemeente Noordenveld is in ieder geval positief gestemd over het voorstel de werkinrichting van gevangenis Esserheem te verplaatsen. In de huidige situatie moeten de gevangenen iedere dag van en naar hun werk worden vervoerd. Dat zal in de nieuwe situatie niet meer nodig zijn.

Elfstedentocht
Ook Friesland heeft grote plannen. Volgens J. A. Boonsma, voorzitter van de initiatiefgroep Friesland Avontuur, mist Leeuwarden nog altijd een degelijke, overdekte attractie waar de toerist zich bij regenachtig weer kan vermaken. Daarin moet verandering komen.

De stichting Friesland Avontuur is een initiatief van drie particulieren. Bezoekers van de attractie kunnen op een interactieve manier de historie van Friesland aan den lijve ondervinden. Zo is het mogelijk de elfstedentocht virtueel mee te rijden in een simulator. Boonsma verwacht dat de bezienswaardigheid in het voorjaar van 2002 toegankelijk is voor het publiek.

De ontwikkelingen rondom het project zijn nog in volle gang. De gemeente Leeuwarden en de stichting zijn in overleg met elkaar over de opzet en de exploitatie van het geheel. Friesland Avontuur heeft een subsidie nodig van bijna 5 miljoen gulden, en hoopt daarbij ook op een Europese bijdrage. De overige 3 miljoen moet opgebracht worden door particuliere investeerders.

De gemeente Leeuwarden staat positief tegenover de plannen, omdat het project de aantrekkelijkheid van de binnenstad vergroot. In overleg met de stichting wil de gemeente nog een paar knelpunten opgelost zien, zoals het realiseren van parkeerruimte. Volgens een woordvoerder van de gemeente moet eerst duidelijk zijn wie dat gaat betalen.

Batavieren
De binnenstad van Den Haag krijgt een soortgelijk evenement, Dutch History. Althans, dat is de bedoeling. Want aan dit project zitten nog de nodige haken en ogen. Ook Dutch History brengt bezoekers in aanraking met de geschiedenis. In tegenstelling tot die in Leeuwarden richt de attractie in Den Haag zich op de nationale geschiedenis van Nederland. De toeschouwer 'ervaart' de geschiedenis vanaf de Batavieren tot en met het kabinet-Kok. Bezoekers maken in karretjes een rit van 20 minuten door een donkere zaal langs verschillende tableaus met licht, geluid, kleur en geur.

De nieuwe Haagse attractie krijgt een vloeroppervlak van 4000 vierkante meter boven het warenhuis Marks & Spencer in de Grote Marktstraat. De totale kosten worden geraamd op 12 miljoen gulden. Over de financiering heerst nog onenigheid tussen de gemeente en de organisatie van Dutch History. Den Haag heeft de projectgroep vorige week laten weten dat ze de toegezegde bijdrage van 2 miljoen gulden intrekt. Uit een brief van wethouder Verkerk (Economie) blijkt dat de gemeente zich op het verkeerde been gezet voelt door onduidelijke informatie van de Stichting Dutch History.

Het gemeentebestuur was er steeds van uitgegaan dat het bestuur van Dutch History geadviseerd zou worden door de directie van De Efteling. Dat waarborgde volgens de gemeente de voortgang van het project. Nu blijkt dat begeleiding door De Efteling van de baan is, trekt de gemeente haar financiële steun in. De hofstad wil het project alleen subsidiëren als De Efteling helpt bij het opzetten van het creatieve deel van het plan. Toch meent de stichting dat de levensvatbaarheid van het project niet afhankelijk is van steun van De Efteling. Het bestuur beraadt zich op de verdere uitvoering van het evenement.