Concurrent traditionele skiën neemt meer wintersporters voor zich in
Telemarken is oud en elitairDoor Tineke Goudriaan Skiërs kunnen steeds vaker op de piste blijven stilstaan om de gang van een telemarker te volgen. Ze kijken nieuwsgierig, met verholen waardering en al gauw wat afgunstig. De afdaling van de telemarker is elegant; in dynamische bewegingen en vooral sierlijke bochten glijdt hij naar beneden. De iets ervaren wintersporter ontgaat niet dat de telemarker wat van zijn afdaling máákt. Hij is de estheet onder de lattenglijders. Telemarken neemt tegenwoordig steeds meer wintersporters voor zich in. In sneeuwlanden staan de laatste jaren regelmatig officiële wedstrijden op de kalender, de uitrusting wordt telkens beter en gespecialiseerde telemarkwinkels openen hun deuren. De eigenaars mikken op de wintersporter die een nieuwe uitdaging zoekt en niet per se voor snel, strak en flitsend gaat. Een telemarker hoort tot de ski-elite.
Een beginneling of buitenstaander merkt nauwelijks verschil tussen een skiër en een telemarker op. Alletwee staan ze op latten en beiden hijsen zich in wintersportuitdossing. Inderdaad is de basis dezelfde. Je hebt sneeuw, een helling, lange latten en stevige schoenen nodig. Maar daarmee houdt het ongeveer op. De uitrusting wijkt af: telemarklatten zijn iets langer en smaller en vereisen andere schoenen. Het grootste verschil zit 'm in de verbinding tussen schoen en lat: de hiel is niet 'vastgeklonken', maar moet tijdens de afdaling los van de lat komen. Niet voor niets heet de sport in het Engels wel freeheelskiën. Telemarken heeft wat dat betreft iets meer weg van de langlaufen dan van skiën. Evenwicht Dat een telemarker tijdens de afdaling met één voet alleen op het voorste deel steunt, verklaart een beetje waarom hij tot de ski-elite hoort: het is moeilijker. Het is prettig dat mijn maatje en ik de eerste verrichtingen op een rustige piste uitvoeren. Al blijft Davoser instructeur Jöri von Ballmoos geduldig, toch zijn we blij dat er niet te veel kinderen omver te rijden zijn. Remmen gebeurt op dezelfde manier als op gewone ski's, maar hoe maak je een fatsoenlijke bocht met het dalbeen iets naar voren, het bergbeen wat naar achteren en een hiel in de lucht, los van de lat? Dat typeert het telemarken: de gebogen knie en opgeheven hiel. Het is moeilijk in balans te blijven. Naar rechts glijden levert vreemd genoeg minder evenwichtsperikelen op dan naar links. Al door de knieën gezakt skiën vraagt overigens een flinke inspanning van de bovenbeenspieren. Het valt niet mee om de sport te leren. Je hebt er kracht, uithoudingsvermogen en coördinatievermogen voor nodig en je moet je evenwicht enigszins kunnen bewaren. Na een ochtend oefenen onder toezicht van Jöri wil het toch al aardig lukken. Niet dat we even elegant en snel als hij naar beneden glijden, bij elke bocht een lading stuifsneeuw achterlatend. Toch is hij niet ontevreden. Wat mij betreft is telemarken inderdaad aantrekkelijker dan skiën. Je hebt iets meer vrijheid en er zit op lange termijn meer uitdaging in. Nog een voordeel: de 'buigzone' in de schoen zorgt ervoor dat koude voeten vrijwel uitgesloten zijn... Noorse trui De echte beoefenaars zijn er sowieso van overtuigd dat telemarken leuker is dan skiën. Jöri wijdt er zowat zijn leven aan. Samen met zijn broer runt hij sinds 1992 een actieve telemarkclub in Davos, Wall Halla genoemd. De broers maakten in de jaren tachtig in Noorwegen kennis met de sport. Ze waren op slag verkocht en introduceerden de sport in hun thuisland. Inmiddels lijkt Davos in Zwitserland een telemarkmekka te worden. Al blijft de Wall Halla-club klein niet iedereen mag zomaar tot het selecte gezelschap toetreden, de telemarkers trekken hun sporen in de Alpen. Ze zijn trots op hun sport en willen zich graag onderscheiden van de massa. Jöri kleedt zich navenant: geen fel en flitsend skipak, maar een grijze, wollen broek en een Noorse trui. Die Noorse outfit komt niet uit de lucht vallen. Noorwegen specifieker: de provincie Telemarken is de geboorteplek van de sport. Het lijkt alsof het telemarken een nieuwe skivariant is, maar de feiten zijn precies omgekeerd: de papieren van het telemarken zijn veel ouder. Het gaat om een hérontdekking. Skiërs bewogen zich vroeger immers als telemarkers voort. Rond 1860 effent de Noor Sondre Norheim uit Morgedal de weg voor de sport. De boer moet 's winters grote balen hooi naar het dal brengen. Hij ontdekt dat het handig is om met een de 'telemarkbocht' de slee onder controle te houden. Je kunt heel gemakkelijk sturen als je de dalski naar voren plaatst en de bergski naar achteren. Deze methode werkt vooral goed in dikke sneeuw. Onverwachte hobbels en kuilen kan hij gemakkelijk opvangen door zijn gebogen houding. Geen trend Norheim legt met zijn zelfgemaakte ski-uitrusting de basis voor de sport. Hij introduceert een manier van skiën die je in elke sneeuwconditie en op alle hellingen kunt gebruiken. Zijn methode is een eeuw later echter uit de mode: de parallelle skitechniek verdringt de telemarkzwier. Maar sinds de jaren '80 maakt de oude sport een renaissance mee: via Amerika vindt zij de weg naar Scandinavië terug. In beide landen is de sport erg populair. Ook andere Europeanen raken enthousiast. In de Alpen kom je steeds meer telemarkers tegen. In 1989 richten Zwitserse telemarkers het Telemark-Verband Schweiz op om de ontwikkeling in hun land te stimuleren en te coördineren. Al is telemarken verre van een massasport, toch gaat het duidelijk niet om een vluchtige trend. Dat bewijzen de wedstrijden, actieve clubs en internetsites zoals www.telemark.ch. Er zijn inmiddels ook voldoende instructeurs. De sport ontwikkelt zich langzaam verder. Het materiaal wordt steeds beter, met in Zwitserland kleine aanpassingen voor de Alpen. Beperkingen zijn er nauwelijks. Buckelpistes, steile hellingen, dikke sneeuw, racen, alles is mogelijk. Bij een wedstrijd is springen een van de belangrijke onderdelen. De schok van de landing is in de telemarkpositie gedempt. Door de vrije hielen en het lichte materiaal is telemarken ook geschikt om door de natuur te trekken en te toeren. Leren schoen Het profiel van de telemarker wijkt af van dat van de skiër. Is het inbeelding dat de eersten op de piste vriendelijker zijn dan de skiërs? De Wall Halla-club in Davos verbindt enthousiastelingen, die van hun sport wat willen maken. Het zijn non-conformisten misschien individualisten? die zich van de massa willen onderscheiden en ervan genieten om kunstig over de sneeuw te glijden. Ze zoeken uitdaging en houden tegelijk van nostalgie en tradities. Wat dat betreft lijken telemarkers een grote familie te vormen die zich graag mag onderscheiden door hun Oudnoorse kleding. Vrouwen aarzelen soms niet zich in rok op de latten te wagen. Jöri vertelt graag allerlei wetenswaardigheden over de achtergrond van zijn sport. Als je het goed wil doen, sta je niet op een plastic schoen met grote gespen. Je kiest voor een klassiek, leren exemplaar. Het lijkt er ook op dat telemarkers meer oog hebben voor hun omgeving dan het gros van de skiërs. Jöri geniet zichtbaar van de natuur. Al staand op de piste kijken we uit over zijn stad in het dal. Over Davos valt genoeg te vertellen. Meer informatie: Zwitserland Toerisme: 00800-10020030 (gratis); Wall Halla-club in Davos: 0041-814201477. |