Toerisme 14 oktober 2000

Smeltend ijs maakt
leven van jewelste

Door S. C. Bax
Gletsjers geselen tot op de dag van vandaag het gesteente van Groenland. De allermooiste korstmossen groeien er nu. In de zompige dalen vinden we de prachtigste arctische begroeiing die men zich maar kan indenken. Dwergwilgen, algen, grassen, kleurige kruiden en een onvoorstelbare hoeveelheid aan mosachtigen kruisen het pad van de wandelaar. En niet te vergeten het wilgenroosje, het nationale symbool.

De rust en de uitgestrektheid doen meer dan weldadig aan. Watervalletjes en forellen, massa's ijsvelden en ontelbare gletsjers zijn het handelsmerk van het land. Kleinschaligheid kenmerkt het toerisme op het immense eiland, waar je vaak in de waan verkeert de enige wandelaar te zijn.

Groenland staat in de belangstelling omdat ruim 1000 jaar geleden het christendom er voet aan grond kreeg en Leif Eriksson via Groenland met zijn boot, de Islendigur, Amerika ontdekte. President Bill Clinton riep afgelopen maandag 9 oktober zelfs uit tot Leif Eriksson-dag. Een verre nazaat van de echte ontdekker van Amerika, de IJslandse schipper Gunar Marel Eggertsson, voer met een replica van het schip via Groenland naar de VS, waar Hillary Clinton hem vorige week donderdag in New York verwelkomde. In juli was Gunar op Groenland aanwezig bij de onthulling van het standbeeld van Leif.

Eskimoverleden
Langs de kusten van Groenland broeden meer dan 150 soorten vogels. Het is geen uitzondering zeearenden te zien, eidereenden zijn er in soorten en maten, Noorse sterns vliegen er rond als bij ons de musjes.

Hoewel plaggenhutten, tenten en iglo's grotendeels zijn ingeruild voor huizen van hout en steen en kajaks en umiaks zijn vervangen door snelle boten, kan de wandelaar nog veel uit het rijke eskimoverleden ontdekken. Zo maar sta je vaak oog in oog met in zeehondenvel geklede oorspronkelijke bewoners, de inuït. Harpoen en speer worden hier en daar nog gebruikt, al is het geweer effectiever.

Voor mensen die echt willen genieten van rust en ruimte, van onontgonnen gebieden en wandel- of (mountainbike)fietstroutes biedt Groenland het neusje van de zalm. In de zomer, van midden mei tot eind september, is met name Zuid-Groenland een lustoord. De adembenemende omgeving leent zich uitstekend voor kamperen, terwijl slapen in knusse jeugdhotelletjes (waar ook ouderen welkom zijn) eveneens tot de mogelijkheden behoort. Goed uitgeruste scheepjes brengen je vlak bij de immense ijsbergen en benaderen tot op enkele kilometers indrukwekkende gletsjers.

Krakend ijs
De stilte van de natuur wordt in de buurt van ijsbergen doorbroken door een krakend geluid. IJsbergen zijn niet dood, ze leven. Als de schipper zijn diesel uitzet, voel en hoor je de omgeving. Het smeltende ijs maakt een leven van jewelste.

Langs de oever van een fjord passeren de ijsbergen op enkele meters. In de buurt van Narsarsuaq geniet ik, tussen de prachtigste bloemen, van het lichtspel in het ijs, de bijna oneindige watervlakte en de bergen aan de overkant, met hun eeuwig besneeuwde toppen.

De kleuren van het ijs variëren van fel wit tot diep blauw, afhankelijk van de hoeveelheid zuurstof in het bevroren water. Traag kantelt een ijskolos, zwaait door en richt zich weer op, het licht op allerlei manieren reflecterend. De vormen maken je verbeeldingsvermogen wakker: een liggende leeuw daar, een gebogen jager verderop, een replica van een hut, een bergwand met een hol. Van veel fantaseren is geen eind.

Soms duikt een zeehond op. Krakend smelt het ijs, het geluid verstomt nooit. Aan de reeks van ijsbergen komt geen einde want de 12 kilometer brede gletsjermond schuift gestaag door en levert eindeloze kilo's ijs af. Reken maar uit: 30 meter per dag en dat 12 kilometer breed. Het is een lust dat vanaf een schip te bezien. Brokken van de randen dragen nog de vuilzwarte sporen van de neerslag, ijsrestanten van binnenuit zijn betoverend helder, juwelen gelijk.

Gletsjer
Bij het vliegveld van Narsarsuaq, de uitvalsbasis per boot naar het pittoreske stadje Narsaq en het agrarisch ogende Igaliku, waar de oude Noorse bisschopszetel stond, is een route naar een gletsjer die twee uitlopers heeft. De ene mondt uit naast het immense Johan Dahlland en de andere stroomt in de Qooroq-fjord. Na eerst per boot de gletsjer via het fjord verkend te hebben, neem ik nu de wandelroute.

Tien kilometer heen en die tien terug, over heuvelruggen, langs met forel gevulde beekjes en weidegronden, bleek voor een niet-geoefende wandelaar een dag stevig stappen –van 's morgen acht tot 's avonds zes. Bij de voet van de gletsjer is het heerlijk koel en het lunchpakket smaakt daar uitstekend. Zeker als je de veldfles vult in de frisse en nog niet door bacteriën vervuilde smeltwaterstroom.

Waar het met blauwe paaltjes gemarkeerde pad zeer steil is, hangt een dik nylon touw, zodat je steun hebt bij de klim. De beloning is een weids uitzicht over het honderden kilometers uitgestrekte Johan Dahlland en het vlakke land richting fjord, dat met zijn bonte kleuren als een sieraad ligt uitgestrekt. Je duizelt als je beseft dat achter het Johan Dahlland, dat zich als een grillig panorama aan je ontvouwt, een land ligt dat 53 keer zo groot als Nederland is en dat 80 procent daarvan ijs is. Op veel plekken is die witte kap ook nog eens 3500 meter dik.

Een beetje beduusd keer ik terug. Als een mens ergens het besef krijgt van zijn nietigheid en van de grootsheid van de schepping is het wel op Groenland, waar rust, ruimte en ongereptheid onbetwiste en zeer weldadige visitekaartjes zijn.

Beluga Expeditions & Adventures (Martin Luther Kinglaan 282, 1111 LP Diemen) verzorgt individuele en groepsreizen naar Groenland. Info: 020-4166230 of beluga.adventures@wxs.nl.