Toerisme 16 september 2000

Oude kerkschatten
en kruidenbitter

Door A. Ermstrang
„Stop de grindwinning”, meldt een spandoek in het piepkleine dorp Illenhoven. Het is een uiting van de weerstand die er leeft onder de bevolking tegen het 'kapitaal' dat de schatten aan de bodem ontrukt. De ontgravingen langs de Limburgse Maas hebben echter een keerzijde. Ze dragen in niet geringe mate bij aan de toeristische ontwikkeling van dit gebied. De inkomsten van het toerisme vergulden de bittere pil van de ondergang van de vlechtcultuur en de mijnbouw.

Bruisend slingert de Maas zich door het landschap. Zelfs in de nazomer is de stroming behoorlijk sterk. Tussen Obbicht en Nattenhoven is een heus watervalletje ontstaan. Er is dan ook, behalve kajaks en kano's, geen scheepvaart op dit deel van de rivier. Het Julianakanaal tussen Roermond en Maastricht biedt de beroepsvaart alle ruimte en zorgt ervoor dat het Maasland tot de ongerepte delen van de twee provincies Limburg behoort. Bossen, weilanden, heide- en natuurgebieden en vele natuurlijke variaties in de uiterwaarden zijn beeldbepalend in het rustgevende landschap.

Bij hoge waterstanden –als gevolg van regen in België en Frankrijk– kan het vriendelijke riviertje echter in korte tijd veranderen in een gevaarlijke woesteling. Een aantal jaren geleden kwam dit deel van de Maas internationaal in de schijnwerpers te staan toen delen van de dorpen Itteren en Borgharen bij Maastricht onder water liepen.

Al sinds 1839 is de Maas de grens tussen Nederland en Belgische Limburg. Tot de ondertekening van het Verdrag van Maastricht vormde de grens een onnatuurlijke barrière voor de toerist. Voet- en fietsveren ontbraken en controles hielden vakantiegangers al bij voorbaat aan deze of gene zijde van de rivier. Onlangs sloegen de VVV's en de Diensten van Toerisme aan beide zijden van de Grensmaas de handen ineen om zich in de toekomst als één grensoverschrijdend vakantiegebied te presenteren: het Limburgs Maasland.

Vooroordeel
De rust, de natuur en de constante aanwezigheid van het water maken het gebied interessant voor fietsliefhebbers. Het grensoverschrijdend fietsroutenetwerk is in totaal meer dan 1000 kilometer lang, waarvan 400 kilometer autovrij. Ook de Belgische kant is aardig op orde. Een duidelijke bewegwijzering biedt de mogelijkheid de routes daar vanuit elk punt van het netwerk te starten. Deze originele manier van werken wordt de laatste jaren in diverse plaatsen in (Nederlands) Limburg, Vlaanderen en Wallonië overgenomen.

Op verschillende plaatsen zijn fiets- en voetveren. Dat ook die een obstakel kunnen vormen, blijkt in Papenhoven, waar de veerman al te zeer voldoet aan het vooroordeel over de gemoedelijke leefwijze van de Limburgers. De vaartijden (vanaf 10.00 uur 's ochtends) zijn plotseling met ingenieuze stickertjes aangepast en omgezet in 11.00 uur. Op naar het volgende pontje, een kilometer of zes verder.

Reformatie
De fiets hoeft niet per se mee. Alleen al de historische Maassteden Maaseik, Roermond, Stokkem en het witte stadje Thorn zijn een bezoek zeker waard. En dan natuurlijk Maastricht, met ruim 2000 monumenten en talloze andere bezienswaardigheden. Een opsomming is overbodig.

Wie van geschiedenis en oude kerken houdt, kan zijn hart ophalen. Uiteraard gaat het om rooms-katholieke bedehuizen. Wie evenwel in de geschiedenis duikt, merkt al gauw dat de Reformatie juist in deze streken aanvankelijk eerder wortel schoot dan in de Noordelijke Nederlanden. Al in het eerste kwart van de zestiende eeuw waren in de omgeving van Sittard predikanten uit Wassenberg actief.

Hun arbeid was echter niet van blijvende aard. Sittard biedt nu een breed beeld van de, grotendeels vergane, glorie van het rijke roomse leven met vijf monumentale kerken, waaronder de oudste basiliek van Nederland. Een zesde monument is van protestantse afkomst. De VVV geeft speciale brochures uit die een handleiding zijn voor een ontdekkingstocht langs de historische kerken en kloosters in de stad.

Maaseik spant de kroon als het gaat om oude kerkschatten. In de neoclassicistische Sint-Catharinakerk wordt de Codex Eyckensis bewaard, het oudste evangelieboek van de Benelux. Ook bevinden zich er de oudst bewaarde Angelsaksische weefsels van Europa, prachtige reliekhouders en zilversmeedwerk. Maaseik is natuurlijk de stad van de Middeleeuwse Vlaamse schilders Jan en Hubert van Eyck. In het 17e-eeuwse klooster van de minderbroeders en in de bijbehorende Sint-Bonaventurakerk wordt een doorlopende tentoonstelling gehouden met reproducties van schilderijen van beide broers.

Mijnbouw
De Maas was in vroeger dagen voor beide kanten de economische slagader. Het handelsverkeer vond er zijn weg. De door Napoleon aangelegde route ligt er nog steeds. Er was echter eveneens een culturele uitwisseling. Dat blijkt uit de Maaslandse renaissance, een typische bouwstijl die in alle historische plaatsen terug te vinden is.

In later jaren had op industrieel gebied een soortgelijke ontwikkeling plaats. Waar in Sittard en Geleen de mijnwerkers hun schachten op vele honderden meters diepte groeven, lieten Belgische industriële baronnen in Maasmechelen arbeiders uit alle windstreken hun ongezonde werk doen. In Eijsden (Maasmechelen) zijn de nodige industriële monumenten uit die tijd bewaard gebleven. Een zwarte afvalberg herinnert aan de mijnwerkers die deze streken zo ingrijpend veranderden. In Eijsden is een bezoek aan de tuinwijk met vele fraaie mijnwerkerswoningen in een typische bouwstijl de moeite waard. Hier staat ook het Museum van de Mijnwerkerswoning.

Bier
Rondom de Maas zal de komende jaren veel veranderen. België en Nederland werken nauw samen in het Grensmaasproject, waarbij de winning van grond (maximaal tot 2005) wordt benut om delen van de winterbedding te gebruiken voor de berging van water in barre tijden. Het bezoekerscentrum De Wissen in Wissen-Stokkem geeft uitleg over het project en schenkt ook aandacht aan de vroeger voor het gebied zo belangrijke mandenvlechterij.

Door grondwinning, natuurontwikkeling en het weren van akkerbouw uit de Belgische winterbeddingen zal een voor de toerist nog aantrekkelijker landschap ontstaan. De grote plassen in de buurt van Stokkem, Maaseik en Roermond zijn inmiddels al in bezit genomen: zeventien jachthavens bieden plaats aan meer dan 10.000 (Duitse) jachten.

Limburg zou Limburg niet zijn als het niet veel aandacht zou besteden aan eten en drinken. In het Maasland vestigden zich, ook buiten Maastricht, talloze eetgelegenheden, vaak met de mogelijkheid streekgerechten te proeven. In het Bourgondische land is Beek hard op weg op het gebied van alcoholische dranken de eerste plaats te bemachtigen. Midden in het dorp staat sinds kort een spiksplinternieuw bedrijfje dat op ambachtelijke wijze per week 3600 liter bier produceert. Bezoekers kunnen bij de Heeren van Beeck kennisnemen van het gistingsproces. Aan het eind van deze maand wordt in dezelfde plaats het Elsmuseum geopend. Els was een kruidenbitter die jarenlang het industriële beeld van het dorp stempelde.

Informatie: 043-3252121 of www.limburgsmaasland.nl en www.vvvmaastricht.nl.