Toerisme 9 september 2000

Weefkunst in het Franse Aubusson is dit jaar verrassend actueel

Tapijtwever werkt
aan de achterkant

Door Marianne Witvliet
In de Franse Limousin kun je net zo min om de beroemde hazelnootkleurige koeien heen die in kuddes op de heuvels grazen, als om de handgeweven tapijten. Sinds zes eeuwen stempelen de weefateliers het stadje Aubusson ten oosten van Limoges tot een centrum van ambachtelijke hoogstandjes op dit gebied. Het tapijtmuseum in de Franse stad exposeert overigens niet alleen stoffige tapijten uit vervlogen eeuwen. Het weefwerk van jonge kunstenaars met het thema ”tijd” is verrassend kleurig en actueel.

Het eerste visitekaartje van het modern ogende ”Musée départemental de la tapisserie” is een opvallend drieluik uit 1999 ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de postzegel. Twee buitenpanelen bestaan uit gegraveerd, grijs marmer. De tekening op het marmer gaat naadloos over in het kleurige, geweven middenstuk. De voorstelling onthult de ontwikkelingen binnen de posterijen van het departement Creuse, waartoe ook Aubusson behoort.

De dame die de doorsnee Franse postegel opluistert, kreeg ter gelegenheid van het jubileum op de drieluik een lijfje waarmee zij de trap opklimt en vermoedelijk de innovatieve ontwikkelingen binnen de posterijen symboliseert. Naast het ”liberté, égalité, fraternité” (vrijheid, gelijkheid, broederschap) treft de toeschouwer een forse apenstaart aan, ”euro” in digitale letters, een poststempel van Aubusson, de naam van het atelier en het boomblad waaraan insiders Limousin herkennen.

„Wij zijn ontzettend trots op dit ontwerp”, zegt Catherine Giraud, conservator van het museum. „De combinatie van marmer en tapijt is een experiment. Het museum volgt de evolutie van de weefkunst op de voet en stimuleert jonge ontwerpers. Dit drieluik is volgens een zeer oude traditie geweven, maar het werk oogt jong en verfrissend.”

Betraand jongetje
Een gang verderop staan bezoekers stil bij de wortels van de weefkunst. Vitrines bevatten klosjes met verschillende garens en benodigdheden die vroeger gebruikt werden voor het verven en weven ervan. Zo zorgde Indigofera, het uit de Himalaya afkomstige Indigoboompje, voor het diepe blauw dat je in zo veel oude tapijten terugvindt. Aan de wanden hangen strengen wol, katoen en zijde. Wit gaat geleidelijk over in blauwen, roden, groenen en grijzen. Wevers van nu beschikken over zo'n 15.000 kleuren.

Vóór 1900 werkten kunstenaars uitsluitend met wol en de meeste tapijten werden in de loop der jaren dan ook danig door motten geplaagd. Later verscheen het katoen; en de zijde, die glans gaf aan een gezicht of werd verwerkt in teksten op het doek.

Een wandeling door de straten van Aubusson als voorafje voor het bezoek aan het museum voert je onvermijdelijk van het ene weefatelier naar het andere. Volgens de ”Guide de la tapisserie” hebben de ateliers sinds 1665 patent op het predikaat ”koninklijk”. Talloze etalages in de winkelstraten trachten toeristen met betaalbare tapijtjes naar binnen te lokken. Helaas hebben ze niet zelden de uitstraling van het geborduurde schilderij met het betraande jongetje.

Het museum is wat dat betreft een verademing. Daar stuit je op 17e-, 18e- en 19e-eeuwse resultaten van een edel ambacht, waarvan de oudste vermelding uit de 15e eeuw dateert. Wel wordt na de wandeling helder dat vijftien workshops en vier exposities per jaar voorkomen dat de weefkunst in de tapijtstad uitsterft. De zomerexposities zijn jaarlijkse hoogtepunten. Voor dit jaar is het thema ”tijd” op wandtapijten in seizoenen uitgebeeld. Oude en nieuwe kunstwerken dragen namen als ”Dag en nacht”, ”De mooie zomer” of ”De vier leeftijden van het leven”. Een stil wintertafereel uit de 18e eeuw hangt naast ”Zomer” uit 1942 van Atelier Tabart. De pauwen in een bloementuin zijn geweven naar een schilderij van Dom Robert. Even verrassend is een jonger tapijt van Denis Doria uit 1976 dat een bladzijde uit een agenda voorstelt.

Achterkant
In het Hôtel de Ville weeft Bernard Rancier aan een wandtapijt ter ere van de schrijver en piloot Antoine de Saint Exupéry, die honderd jaar geleden werd geboren. ”Tissage de la tapisserie du centenaire de la naissance de Saint Exupéry”, luidt dan ook het bijschrift van het op de computer ontworpen tapijt van 2,5 bij 1,25 meter. Het is een klus waar zonder meer minimaal acht maanden mee gemoeid zijn als Rancier een 40-urige week draait. Gebrek aan belangstelling heeft hij niet. Toeristen buigen zich over het weefgetouw en maken hem het werken haast onmogelijk.

Wat vooral moeilijk lijkt, is dat wevers aan de achterkant van hun tapijt werken. Hoewel een gobelin er op het eerste gezicht hetzelfde uitziet als een wandtapijt, werken gobelinwevers verticaal en aan de voorkant. Rancier beheerst beide technieken. Hij heeft de tijd en vertelt met veel plezier over zijn carrière. Over die keer dat hij opdracht kreeg het wapen van Monaco te weven bijvoorbeeld. Met een brede lach toont hij foto's van hemzelf naast prins Rainier bij de presentatie van het gobelin.

Patricia Rocheteau van de VVV van Aubusson begeleidt ons langs meterslange tapijten. „De opleiding tot wever duurt drie jaar, maar het vereist zeker tien jaar ervaring voor wevers in staat zijn om diepte en een driedimensionaal effect in hun werk te brengen. Omdat je kleuren naast elkaar weeft en niet kunt mengen, zoals een schilder, is de kunst om het juiste effect te verkrijgen dubbel zo moeilijk. Het verschil met de schilder is ook dat een tapijtwever niet kan corrigeren. Hooguit kan hij later met naald en draad kleine oneffenheden wegwerken.”

Gaandeweg raak je dieper onder de indruk. Hoeveel uren werk hangt er aan de muren in dit stadje? Hoeveel wevers kromden eeuwenlang hun ruggen over opdrachten van gegoede burgers die de salon wilden verfraaien? Het antwoord blijven zelfs deskundigen schuldig. Maar een bezoek aan het ”Musée départemental de la tapisserie” in het Franse stadje Aubusson is hoe dan ook een aanrader.

De expositie ”L'art de durer, le temps et ses figurations en tapisserie” is tot 1 oktober te bezichtigen in het Musée départemental de la tapisserie, Avenue des Lissiers, in Aubusson. Meer informatie over de Limousin: Maison de la France, 0900-1122332 (gulden per minuut).